Weer verliest de staat een rechtszaak van milieuactivisten

Rechtbank Den Haag. Foto:ANP

De Nederlandse staat moet meer doen tegen luchtvervuiling. Dat oordeelt de rechtbank in Den Haag, na een aangespannen kort geding door Milieudefensie en stichting Adem.  De rechter oordeelt dat de overheid een luchtkwaliteitsplan moet opstellen dat aan de EU-regelgeving voldoet.

Vooral de luchtkwaliteit in Rotterdam voldoet niet aan de eisen. Het huidige luchtkwaliteitsplan van Nederland is niet voldoende, en moet worden aangepast aan Europese richtlijnen voor luchtverontreiniging. Dat oordeelt de rechter. ‘Het plan moet maatregelen bevatten die ervoor zorgen dat alle overschrijdingen op de kortst mogelijke termijn zullen zijn verdwenen’, zegt de rechtbank in Den Haag.

EU-regelgeving

In Europese regelgeving is vastgelegd waaraan de luchtkwaliteit moet voldoen. Daarbij stelt de EU een bovengrens aan vervuilende stoffen die de lucht mag bevatten.

‘De grenswaarden voor fijnstof en stikstofdioxide worden nog steeds op meerdere locaties in Nederland overschreden,’ zegt de rechtbank. Dit mag niet. Milieudefensie eiste twee weken geleden in kort geding dat de overheid snel maatregelen neemt om voor schonere, gezondere lucht te zorgen. Daarvan was de uitspraak vandaag. Ook loopt er nog een bodemprocedure tegen de Nederlandse staat, die rechtszaak wordt op 14 november behandeld.

Urgenda en de Vogelbescherming

Eerder won actiegroep Urgenda een rechtszaak tegen de staat. Urgenda eiste via de rechter dat de regering meer moet doen om de CO2-uitstoot in Nederland te verminderen. De Nederlandse staat ging tegen die uitspraak in beroep.

Ook de Vogelbescherming diende in november 2016 een klacht in tegen de overheid. In dit geval bij de Europese Commissie. Nederland zou niet genoeg doen de teruggang van weidevogels tegen te gaan, en daardoor niet voldoen aan de Europese Vogelrichtlijn. De klacht ligt nu in Brussel.

‘Overheid blijft achter’

Het is niet nieuw dat milieu- en natuurorganisaties bij de rechter proberen af te dwingen dat de overheid afspraken nakomt, zegt Kees Bastmeijer, hoogleraar Natuurbeschermings-en waterrecht aan Tilburg University. ‘Vroeger ging het hierbij vooral om specifieke projecten: een weg waarvoor geen goede milieu-effectbeoordeling was gemaakt of het te weinig actie van de overheid om het doodrijden van otters te voorkomen.’

Nu mikken organisatie op de grote lijnen, zoals de landelijke uitstoot van CO2 en het beleid voor luchtkwaliteit en weidevogels. ‘En je ziet dat ze daar succes mee hebben. Dit komt omdat de normen helderder en harder zijn geworden en de overheid overduidelijk achterblijft met voldoende implementatie.’