Een vrouwelijke politiemedewerker uit Rotterdam is naar het College voor de Rechten van de Mens gestapt omdat ze geen hoofddoek mag dragen tijdens haar werk. De korpsleiding wil het niet omdat de politie een neutrale uitstraling moet hebben.
Het korps is inmiddels voorbereid op de uitspraak, schrijft De Telegraaf, dat een intern bericht van het intranet van de Nationale Politie in handen heeft.
‘Uniform plus’
Het College in Utrecht heeft zich dinsdag in een zitting over de kwestie gebogen. Opvallend is dat de hoofddoekdiscussie bij de politie eerder dit jaar al werd gevoerd, en de vrouw in kwestie pas net in dienst is. Ze werkt nu als administratief medewerkster en wordt eind november beëdigd, ‘met of zonder hoofddoek’ volgens het interne bericht.
Volgens onze bloggers
Afshin Ellian: ‘Gehoorzamen agenten Allah of de rechtsstaat?’
De medewerkster zelf benadrukt dat de politie meer diversiteit wil, en vindt dat het daarom nuttig is dat er een ‘experiment met het “uniform plus” komt’. Volgens de korpsleiding mag ze bij het uitoefenen van haar administratieve functie op het regionaal servicecentrum wel een hoofddoek dragen, maar bij contact met het publiek niet. ‘Een uniform moet neutraal zijn. Een politiemedewerker mag niet zomaar zelf beslissen welke levensstijl hij of zij uitdraagt,’ aldus de politie. In Nederland is er een scheiding van kerk en staat, en daarom is het niet de bedoeling dat politieagenten religieuze symbolen als een kruis, keppeltje of hoofddoek dragen.
Regenboogvlag is ook levensovertuiging, zegt advocaat
De advocaat van de medewerkster vindt dat de politie ‘selectief is in het toepassen van de gedragscode’. Hij maakt daarbij een vreemde vergelijking: hij verwijst naar een foto van een politieagent tijdens de Gay Pride, die met een regenboogvlag zwaait. Ook een ‘zichtbare uiting van een levensovertuiging’, aldus de advocaat.
Eerder dit jaar kwam de Amsterdamse politiechef Pieter-Jaap Aalbersberg met het idee om de hoofddoek toe te staan bij het politie-uniform, met het oog op het vergroten van de diversiteit binnen het korps. Het plan stuitte op veel verzet en ging niet door.
De politie Rotterdam gaf destijds dan ook aan geen dergelijke plannen te hebben. ‘Zoals ze het in Amsterdam doen, zo doen wij het niet. Wij hebben daar ook geen behoefte aan. Wij volgen de landelijke lijn. Beslissingen daarover liggen uiteindelijk bij het ministerie van Justitie,’ aldus de Rotterdamse politie. Ook het korps in Den Haag verklaarde dat dergelijke beslissingen bij het ministerie van Justitie liggen.