De 20-jarige Azim A. die volgens het Openbaar Ministerie (OM) in oktober een 21-jarige student in Groningen heeft neergeschoten, vond dit ‘fijn’. Dit zou A. direct daarna tegen een medeverdachte hebben gezegd, aldus de aanklager tijdens de eerste niet inhoudelijke zitting voor de rechtbank in Groningen.
Door de schietpartij op 15 oktober 2017 raakte een 21-jarige student verlamd aan zijn onderlichaam. Daar was geen andere reden voor dan dat hij toevallig voorbij fietste. A. zou hebben gezegd: ‘Het voelde fijn, alsof je een vogeltje uit de lucht schoot.’ Hij was bovendien bereid ‘om het in het ziekenhuis af te maken’. De uitlatingen van A. zijn voor het OM een reden om hem te laten observeren in de psychiatrische observatiekliniek Pieter Baan Centrum.
Meer over misdaad:
Politie: ‘Nederland is narcostaat geworden’
Twee Groningers van negentien en twintig jaar werden kort na de schietpartij opgepakt. Zij werden later vrijgelaten omdat al snel duidelijk werd wie de vermoedelijke schutter was. De twee mannen blijven wel verdachten in het onderzoek.
A. bedreigde medeverdachte om ‘verraad’
In de gevangenis bedreigde A. volgens de officier van justitie een van de medeverdachten van de schietpartij, omdat die zijn onderduikadres had verraden. A. vluchtte na het schietincident en werd 22 dagen later in een Gronings studentenhuis opgepakt.
De twintigjarige A. is van Turkse afkomst. Geruchten dat hij illegaal in Nederland is, sprak de politie eerder tegen. A. heeft een verblijfsvergunning.
De inhoudelijke zitting is in september.