In 2017 deden 31.327 mensen in Nederland een asielaanvraag. Dat aantal is vergelijkbaar met een jaar eerder, toen ging het om 31.642 aanvragen, meldt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
De meeste aanvragen kwamen van mensen met de Syrische (35 procent) en de Eritrese nationaliteit (13 procent).
Opvallend is het relatief grote aantal asielaanvragen van Cubanen: in 2017 vroegen 256 mensen uit het Caribische land asiel aan. De piek was in december, toen 121 Cubanen naar Nederland kwamen. In heel 2016 ging het maar om 23 aanvragen. Een verklaring voor het hoge aantal Cubanen heeft de IND niet.
Meer over dit onderwerp:
Ook zonder migratie blijft aantal moslims toenemen
Vaker risico op armoede
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldt woensdag dat ruim de helft van de huishoudens van asielzoekers in 2016 een inkomen had onder de lage-inkomensgrens. Dat is ruim zes keer zo vaak als gemiddeld. Het merendeel van de gezinnen heeft een laag inkomen omdat de bijstand de belangrijkste bron van inkomen is.
Van de huishoudens met een Syrische achtergrond had ruim driekwart een laag inkomen; Eritrese huishoudens liepen met 83 procent het hoogste risico op armoede. Ook huishoudens met een hoofdkostwinner van Somalische komaf hadden met 62 procent vaak een laag inkomen. Ook bij huishoudens uit Irak, Afghanistan en Iran was het armoederisico relatief groot.
Armoede houdt langdurig aan
Als de huishoudens eenmaal in de armoede belanden, houdt deze vaak lang aan, berekende het CBS. Bij gezinnen met een Eritrese of Somalische hoofdkostwinner komt langdurige armoede – dat wil zeggen: langer dan vier jaar – het vaakst voor.
Het armoederisico in Nederland voor een gemiddeld gezin loopt sinds 2014 terug, maar voor Syrische of Eritrese gezinnen nam het juist toe, meldt het CBS. De meeste van die gezinnen deden een beroep op de bijstand op het moment dat ze een verblijfsvergunning kregen. Tijdens de vluchtelingencrisis was er een grote migrantenstroom uit deze landen.
Jihadgangers onder vluchtelingenstroom
Bij zowel internationale inlichtingendiensten als politici bestaat de angst dat nu IS geen grondgebied meer heeft, jihadhangers zich onder de vluchtelingenstroom naar Europa zullen begeven om daar aanslagen te plegen. Ook Europese jihadisten die afreisden naar het kalifaat en zich daar aansloten bij de gewapende strijd, vormen een risico.
Het Amerikaanse Soufan Center meldde in oktober dat van alle naar het kalifaat afgereisde Europeanen eenderde is teruggekeerd, zo’n 5.600 strijders. Volgens de denktank vormen deze terugkeerders de komende jaren een groot probleem voor de Europese veiligheid.