Kabinet maant Brussel: stop ‘asielhoppers’

Een groep Noord-Afrikaanse migranten die is gered door het Italiaanse Rode Kruis. Foto: EPA

De Europese Unie (EU) moet Afrikaanse ‘asielhoppers’ veel eerder een halt toeroepen, vindt het kabinet. Andere landen laten ze te makkelijk doorlopen, waardoor Nederland er veel te veel op zijn bordje krijgt.

Juist nu asielzoekers niet meer massaal aan de poort rammelen als in 2015, op het toppunt van de migrantenstroom, is een strategie nodig om ze eerder te stoppen, zegt staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Mark Harbers (VVD) donderdag tegen De Telegraaf. Zo moet Nederland voorbereid zijn op de steeds groter wordende toestroom van Afrikanen.

‘Asielzoekers uitzetten naar het eerste veilige land’

De ochtendkrant verwijst naar een ‘felle brief’ die Harbers stuurt naar de Europese Commissie. Daarin uit hij forse kritiek op het EU-asielbeleid: de regel dat migranten asiel moeten aanvragen in het eerste veilige land waar ze arriveren, bedoeld om doorreizen door Europa te ontmoedigen, wordt vaak niet nageleefd.

Daarom hamert de staatssecretaris op striktere naleving van de zogeheten Dublin-procedure, waarmee EU-lidstaten migranten naar dat eerste veilige land kunnen uitzetten. Want nu moet Nederland volgens Harbers ‘onevenredig veel’ asielzoekers opnemen. Donderdag gaat hij samen met de minister van Justitie en Veiligheid, Ferdinand Grapperhaus (CDA), in Brussel op bezoek bij Frans Timmermans, vicevoorzitter van de Europese Commissie.

Probleem is wel dat het vaak moeilijk te bewijzen valt in welk land een asielzoeker Europa binnenkwam. Het is makkelijker te achterhalen welke landen de migranten na hun komst allemaal hebben doorlopen om in het land van hun keuze terecht te komen. Harbers wil dat oplossen door zogenoemde doorreislanden te ‘bestraffen’. Landen die gelden als populaire eindbestemmingen – zoals Nederland – moeten wat hem betreft direct asielzoekers kunnen uitzetten naar een land dat ze eerder achter zich lieten.

‘Grenscontroles zijn ongewenste lapmiddelen’

Harbers gaat ook in op de situatie in Oost-Europa, waar landen als Hongarije, Polen en Tsjechië zich vaak met hand en tand verzetten tegen de Brusselse wens om asielzoekers op te nemen. Dat deden ze onder meer door grenshekken te bouwen. De VVD-staatssecretaris vindt dat ongewenst: ‘Als het systeem niet werkt, (…) zie je dat landen weer grenscontroles moeten instellen. We moeten vermijden dat dat soort lapmiddelen weer uit de kast komen.’

Als Oost-Europese landen van de interne markt van de EU willen profiteren,moeten ze wel aan hun ‘verplichtingen’ voldoen, vindt Harbers. Hij wijst op Hongarije, dat bekendstaat om zijn felle verzet tegen het toelaten van immigranten. Als dat doorgaat, zegt het kabinet, moet de EU subsidies aan het land intrekken.

Hongarije wil geen enkele immigrant meer toelaten

Of de Hongaren daarvan onder de indruk zijn, is maar zeer de vraag. Dinsdag toonde premier Viktor Orbán – die over precies een maand hoopt te worden herkozen bij de parlementsverkiezingen – in elk geval zijn vertrouwde gezicht. ‘Er komt geen immigrant meer in,’ tartte hij de Europese Unie. Als het aan de Hongaarse premier ligt, betaalt Brussel de helft van het Hongaarse grenshek, wat neerkomt op zo’n 445 miljoen euro. Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, lijkt Orbán niet zijn zin te willen geven.