In de laatste raadsvergadering voor de gemeenteraadsverkiezingen wilde Diederik Boomsma van het CDA een kritisch rapport over het deradicaliseringsbeleid van Amsterdam bespreken in de gemeenteraad. Tot zijn verbijstering werd dit door de andere raadsleden uit de agenda gehouden. ‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt.’
Dat zegt Boomsma tegen Elsevier Weekblad. Vorige maand verscheen een kritisch rapport over het deradicaliseringsbeleid van Amsterdam, geschreven door Beatrice de Graaf (Universiteit Utrecht) en Daan Weggemans (Universiteit Leiden). Over de uitkomst van dat rapport werd in de Amsterdamse raad nog niet gesproken. ‘Dat zou wel nodig zijn, want de conclusies liegen er niet om,’ zegt Boomsma. Alleen in de commissie kwam het rapport aan de orde.
Vriendjespolitiek en radicaliseringsindustrie
In het rapport staat onder meer dat er weinig oog was voor integriteit bij de afdeling deradicalisering, die werd geleid door Saadia Ait Taleb. Ait Taleb kreeg een strafontslag, omdat ze aan vriendjespolitiek zou hebben gedaan. ‘in het rapport wordt zelfs gesproken over radicaliseringsindustrie,’ zegt Boomsma om het gewicht van de kwestie aan te geven. In het rapport staat dat checks and balances ontbraken, waardoor de afdeling deradicalisering zijn gang kon gaan.
Ook waarschuwen De Graaf en Weggemans over zogeheten ‘religieuze kramp’. Daarmee wordt gedoeld op de weerzin van de gemeente om de radicalisering van jongeren te associëren met de radicale islam, en de oorzaken hiervan alleen te zoeken bij sociaal-economische achterstanden.
Het Van der Laan-project waar niemand van mocht weten, lees de reconstructie van Nikki Sterkenburg
Waarnemend burgemeester Jozias van Aartsen vroeg zich eerder nog af wat het nut was om ‘te hameren op salafisme’.
‘Een briefje van Van Aartsen volstaat niet’
‘Van Aartsen heeft aangegeven dat hij de aanbevelingen van het rapport zal overnemen,’ zegt Boomsma, ‘maar ik wil hier nog een aantal kanttekeningen plaatsen voordat het college van B en W hierop reageert, maar er werd gewoon actief gestemd om dit te voorkomen. Een briefje van de burgemeester is te weinig als antwoord op dit rapport.’
Een duidelijke inhoudelijke reden om het heikele punt van deradicalisering niet te behandelen, blijft achterwege. ‘Verkiezingen of niet, dit zouden we aan de orde moeten stellen. Dat is ongekend, niemand hóeft hier per se iets over te zeggen, maar nu is voorkomen dat ik hier vragen over kan stellen, dat is niet collegiaal. Dit is een belangrijk thema in de samenleving, en in de stad.’