De drugsproblemen in Antwerpen zijn het gevolg van het Nederlandse gedoogbeleid. Nederland heeft daardoor een ‘erfschuld’ in Europa.
Dat zegt de Antwerpse burgemeester Bart De Wever woensdagavond in het tv-programma Nieuwsuur. De Antwerpse haven is een belangrijke doorvoerroute voor met name cocaïne uit Zuid-Amerika. Het grootste deel daarvan is bestemd voor de Nederlandse markt. Volgens De Wever is de georganiseerde misdaad en het extreme geweld dat daarmee gepaard gaat overgeslagen naar zijn stad.
Van blowende hippies naar Nederland als narcostaat: Gerlof Leistra reconstrueert 42 jaar gedoogbeleid in Nederland >
‘Door het Nederlandse gedoogbeleid is de georganiseerde misdaad in Nederland heel diep ingenesteld geraakt. En nu delen wij, met een haven die ook heel belangrijk is voor Zuid-Amerika, mee in de klappen,’ zegt hij tegen het actualiteitenprogramma.
In Antwerpen is De Wever begonnen met een ‘War on drugs‘ – een oorlog tegen drugs. Hij noemt hierbij het verrichten van ‘duizenden arrestaties’ en ‘het sluiten van tientallen drugspanden’. Desondanks ziet hij dat de georganiseerde misdaad in zijn stad nog steeds aan invloed wint.
Inbeslagname verachtvoudigd
In vijf jaar tijd is de Antwerpse haven uitgegroeid tot de drugshaven van Europa: de helft van alle ingevoerde cocaïne komt hier binnen. Werd er vijf jaar geleden volgens de burgemeester nog 5.000 kilo in beslag genomen, vorig jaar besloeg het een duizelingwekkende 40.000 kilo.
De Wever ziet vooral kinderen het slachtoffer worden van de drugsproblematiek, want de georganiseerde misdaad werft hen al op jonge leeftijd. ‘Een hele generatie krijgt het verkeerde voorbeeld. Er ontstaat een parallelle samenleving waarin geld verdienen vooropstaat, en dat je vooral niet naar school moet gaan. Als je dat ongemoeid laat, wordt uiteindelijk zo’n hele gemeenschap doodziek.’
Lees ook: Toename Mexicaanse toestanden in Nederland
Uit een recente Belgische reportage blijkt dat kinderen van nauwelijks 11 jaar werken als drugskoerier en daarmee tot 10.000 euro per maand kunnen verdienen. In een reportage komt een jongen aan het woord die in de vier jaar dat hij drugs dealde, 800.000 euro verdiende. ‘Waarom zou je dan nog naar school gaan,’ vraagt hij zich af. ‘Je leeft beter dan je leerkracht.’
Oorlog begon met verdwenen partij cocaïne
De Nederlandse zogeheten Mocro-war is een gewelddadige strijd tussen vooral Marokkaanse en Antilliaanse drugscriminelen die is ontstaan door een ruzie over 200 kilo cocaïne die in 2012 verdween in de Antwerpse haven. Een reeks van meer dan dertig liquidaties – vooral in Amsterdam – was het gevolg. Het meest recente slachtoffer is de 41-jarige Reduan Bakkali. Hij is de broer van crimineel Nabil (30), die heeft besloten om te getuigen voor justitie omdat hij vreest voor zijn leven.
Lees ook de resulaten van het Elsevier Weekblad-onderzoek Drugsoorlog kost steeds meer levens in Nederland
Ondanks de drugsproblemen wil het kabinet in een paar gemeenten experimenteren met het legaliseren van de teelt en verkoop van hennep. Maar dit kan leiden tot allerlei rechtszaken, zo blijkt woensdag. Dat komt doordat de proef op gespannen voet staat met internationale verdragen. Ook is mogelijk sprake van willekeur en rechtsongelijkheid, omdat een beperkte selectie van telers en coffeeshops mag meedoen.
Deze kritiek uit de Raad voor de rechtspraak in een advies aan justitieminister Ferdinand Grapperhaus, die op dit moment een wetsvoorstel voorbereidt.
Telers gaan kweken voor experiment
Het kabinet heeft besloten dat in zes tot tien gemeenten coffeeshops vier jaar hennep kunnen verkopen zonder dat dit strafbaar is. Nu wordt verkoop gedoogd. Daarnaast worden telers uitgekozen die alleen voor dit experiment hennep telen.
Het is nog niet bekend welke gemeenten gaan meedoen. Ook de regels, voorwaarden en het toezicht moeten nog worden vastgelegd. Dat zal een adviescommissie doen.
De Raad vraagt meer duidelijkheid van Grapperhaus en mogelijk aanpassing van het wetsvoorstel.
Lees ook: Narcostaat: overheid kijkt weg bij criminele bendes