Fidan Ekiz: ‘Ik wil niet voor een karretje worden gespannen’

Fidan Ekiz - foto: Jacqueline de Haas

Documentaire­maakster en presentatrice Fidan Ekiz (41) kritiseert de radicale ­islam, maar ook Nederland. Dat doet te weinig ­­ om jonge moslims erbij te houden. De strijdvaardige Ekiz is druk en rent door.

‘Tadaaa,’ zegt Fidan Ekiz als ze terug is in de hotelbar. ‘Ik heb honger.’ Ze was even op de wc. Vlak ervoor brak ze. ‘Dit bedoel ik nou. Dit gebeurt als ik erover praat,’ had ze nog gezegd. Ze huilde. Het ging over haar vader Yüksel. Hij overleed in april van dit jaar. ‘Laten we het niet over zijn laatste dagen hebben. Ik ga even plassen.’

Ondanks de ‘tadaaa’ komt het niet meer goed. Ekiz is moe. Misschien hakt dat glas witte wijn er ook wel in, aan het einde van de middag. ‘Dit land is … hoe moet ik het zeggen? Krijg jij ook niet heel veel bagger over je heen? Je bent geen Turk, zeg je. Nee, maar weet je dat je het wel zou kunnen zijn? Ik ben het soms zo zat. Dat gescheld. De ene dag Wilders, dan weer Pechtold.

‘Ik heb vorige week de nieuwe film van de Iraanse regisseur Asghar Farhadi gezien, Todos lo saben, met Penélope Cruz en haar man. Speelt zich af op het Spaanse platteland. Ik word zo vrolijk van andere werelden. Ik dacht de hele tijd: ik moet weg hier, er is meer out there. Ik heb verwondering nodig. Dat zinloze geschreeuw, waar gaat het over, zeg.’

Ekiz is een graag geziene gast in talkshows

Voor haar pitstop was ze meestentijds strijdbaar. Zoals we Ekiz kennen. De journaliste, programma- en documentairemaakster laat van zich horen in het debat over de multiculturele samenleving en de islam, het geloof dat ze als puber vaarwel zegde. Ze is een graag geziene gast en deskundige in talkshows. Als president Recep Tayyip Erdogan weer wat doet of zegt, dan voorziet de uit Turkse ouders geboren Ekiz dat van toelichting en, vaak, felle kritiek.

Ze vertelt bij binnenkomst in het Amsterdamse hotel dat ze De Wereld Draait Door voor vanavond heeft afgezegd. Ze komt uit Hilversum waar ze vergaderde met de redactie van De Nieuwe Maan, het tv-programma over de multiculturele samenleving dat ze presenteert. Ekiz zoekt een telefoonoplader in haar tas. Als ze die heeft gevonden, speurt ze bijna kruipend over de vloer naar een stopcontact. ‘O, gelukkig, hier.’

Fidan Ekiz (Rozenburg, 1976) deed de School voor de Journalistiek in Utrecht. Ze werkte onder meer voor RTL Nieuws en Pauw & Witteman. Onlangs presenteerde ze Vrouw op Mars, een documentaireserie over het feminisme.

Zeggen dat Ekiz druk is, is een understatement. Straks zal ze op de trein stappen naar Rotterdam, waar ze woont met haar vijfjarige zoontje Ferran. Voor rouw is geen tijd en plaats. Ze rent door. Ekiz is gewend vragen te stellen. Antwoord geven, doet ze soms indirect, via de band. Vraag haar hoe zij iets beleeft en ze vertelt over een vrouw in een van haar documentaires die hetzelfde meemaakte en hoe die dat beleefde.

Ze wordt een nestbevuiler genoemd

Ze wordt door haar standpunten over de islam en Erdogan als een nestbevuiler gezien en op Twitter bijvoorbeeld, hard aangevallen en geïntimideerd. Onder anderen door de mannen van DENK en de achterban van die partij. In De Nieuwe Maan had ze onlangs een Iraakse jongen te gast, wiens familie en vrienden in Irak worden bedreigd, omdat hij aan de Mister Universe-verkiezing meedoet.

Over hem vertelt ze eerst: ‘Die jongen had zich aanvankelijk uit die verkiezing teruggetrokken, maar vertelde bij ons heel moedig dat hij toch doorging. Dat mensen door ons programma in de problemen kunnen komen, vind ik heel lastig.’ Na enig doorvragen zegt ze: ‘Voor mij waren die bedreigingen herkenbaar, ja. Ik vind het gevaarlijk wat DENK doet. Er zijn genoeg mensen die niet weten wat ik schrijf en zeg. Die worden door DENK en haar achterban op het verkeerde been gezet.’

https://www.youtube.com/watch?v=GWuB11ftv7Q

Selçuk Öztürk, Tweede Kamerlid van DENK, vertelde onlangs op DENK-TV bijna smalend dat Ekiz in De Nieuwe Maan niet over reële problemen praat, maar over haar angsten. ‘Zo’n filmpje wordt massaal gedeeld door zijn achterban. Mijn mailbox loopt vol met gescheld van boze Turkse nationalisten en weet ik veel wie meer. Öztürk hitst op. Door dat smalende toontje weet je dat DENK dat bewust doet. Ik ben daar klaar mee. Ik ga er niet meer op in.’

Haar vrienden en familie werden gewaarschuwd

Nadat Erdogan in juni de presidentsverkiezingen won, waarschuwde de Erdogan-gezinde website Haber Arnhem vrienden en familie van prominente Turkse Nederlanders, zoals Fidan Ekiz. Volgens Haber Arnhem konden ze maar beter niet te veel omgaan met die prominenten, omdat die ‘allerlei onzin’ zouden uitkramen.

‘Dat vond ik helemaal erg. Interessanter dan de intimidaties is dat er draagvlak is voor zulke acties. DENK is een partij die zegt dat ze verbindt. Really? Als ik reageer, dan krijg ik ook steun uit rechtse hoek. Dat is koren op de molen van DENK. Ook daarom reageer ik op sociale media niet meer. Ik wil niet voor een karretje worden gespannen.’

De mannen van DENK hebben een afslag gemist of de verkeerde genomen

De DENK-mannen zijn van haar generatie. ‘Ze hebben een afslag gemist of de verkeerde genomen. Wij hebben de liefde voor dit land van huis uit meegekregen en geleerd: wees dankbaar en doe mee.’

Ekiz heeft een boodschap, maar ze accepteert de vele interview- en andere verzoeken ook, omdat ze, vertelt ze, haar dankbaarheid wil tonen. Dat is er door haar ouders ingestampt. ‘Voor mij is het ook beleefdheid en werk. En werk weiger je niet in een land waar je zo veel kansen krijgt.’

Vader Yüksel was lasser bij Verolme

Yüksel Ekiz kwam in 1968 naar Rozenburg, een voormalig boerengehucht onder de rook van Rotterdam dat door de groei van de haven ingeklemd raakte tussen raffinaderijen en scheepswerven. Hij werkte als lasser voor Verolme. Vijf jaar later kwam zijn uitverkoren bruid Muazzez hierheen. Zij werd schoonmaakster. Ekiz heeft een oudere zus, een jongere broer en jongere zus.

‘Mijn ouders vonden dat je op alles moest reageren wat Nederland van je vroeg. Er zaten weleens van die reclamefolders bij de post die je kon invullen. Zelfs dat deden ze braaf. Als we het niet doen, dachten ze, worden we het land uitgezet.

‘Er was iets heel grappigs met Rozenburg. Het kan zijn dat ik dat ervan heb gemaakt, maar het was er spannend en mysterieus. Heb je de film The Village gezien? Daarin maken mensen elkaar bang voor de bossen bij het dorp. Daar zitten monsters in. In Rozenburg gold: als je je dochter weg laat gaan, dan gebeurt er iets verschrikkelijks.

Jouman Fattal

Lees het interview met actrice Jouman Fattal ‘Ik wil worden beoordeeld op mijn talent’

‘Het was een klein dorp met een hechte, grote islamitische gemeenschap. De sociale controle was enorm. Ik durfde echt niet met een vriendje aan te komen. Tijdens vakanties in Turkije zag ik mijn nichtjes. Die vonden mij heel braaf. Pas toen ik 18 was, ging ik met vriendinnen af en toe stappen in Rotterdam, naar Nighttown om te dansen. Zagen we iemand uit het dorp, dan doken we weg.’

Toen ze op de basisschool zat, kreeg ze ernaast koranlessen. ‘Met de ramadan kwam er een imam uit Turkije over. Die gaf met een liniaal tikken als je niet luisterde. Die imams hadden het constant over de hel.

‘In het begin was ik geïntrigeerd en bang, maar op een gegeven moment kwam ik in opstand. Op school leer je over vrijheid en dan dit. Ik heb veel geluk gehad met mijn ouders. Ze trotseerden hun conservatieve omgeving waarin allerlei taboes, regels en restricties golden. Na de middelbare school mochten wij studeren. Dat was niet vanzelfsprekend.’

Ekiz ging los op de School voor de Journalistiek

Ekiz ging naar de School voor de Journalistiek in Utrecht. ‘Daar heb ik geleerd wat links en rechts is. Ik was nieuwsgierig. Journalist zijn, was de beste manier om die nieuwsgierigheid te bevredigen, dacht ik. In de introductieweek ging ik los. Roken, drinken. Zo, dacht ik, dit is vrijheid. Dat gevoel heb ik nog steeds, als ik drink en dans. Volgens een vriendin roep ik dan: “Ik voel me geweldig gelukkig.”’

Ze nam zich voor uit de multiculturele hoek weg te blijven. Ekiz wilde een allround-journalist zijn. Ze begon in 2001 als verslaggever van het Rotterdams Dagblad. Na de inval in Irak twee jaar later werd ze daarheen gestuurd om verslag te doen. Ze liet haar voornemen langzaam los. In 2004 werd ze correspondent in Turkije en Irak voor RTL Nieuws en regionale dagbladen.

Het zou raar zijn als ik mijn stem niet laat horen

‘In Turkije ben ik daar geheel van genezen. Ik spreek Turks, ik weet veel van het land, en ik ken de islamitische cultuur, waar­om zou ik dat niet inzetten als journalist? Op de School voor de Journalistiek en later kreeg ik mee: je moet objectief zijn, bla die bla. Ik ben blij dat ik de andere kant ben opgegaan. Ik vind het leuker om opiniërend te zijn. Het zou raar zijn als ik mijn stem niet laat horen.’

Een slang die mij niet bijt, mag duizenden jaren leven

Toen ze in 2007 terugkwam, merkte ze dat Nederland was veranderd. Na de aanslagen in New York en de opkomst van en de moord op Pim Fortuyn, was eind 2004 filmmaker Theo van Gogh afgeslacht door Mohammed Bouyeri. ‘Er is een Turks gezegde: een slang die mij niet bijt, mag duizenden jaren leven. Autochtonen en allochtonen beten elkaar niet, ze lieten elkaar met rust. Het was vriendelijk.

‘Dat was echt anders geworden. Mijn ouders voelden zich hier niet meer thuis. Mijn vader was geschrokken toen iemand hem ineens vroeg: sympathiseer jij ook met IS? Tegen mij zei hij: “Straks denken ze nog dat wij terroristen zijn.” Ze hadden zich eerder wel thuis gevoeld. Anders had ik die liefde voor Nederland niet meegekregen.

Het klinkt suf, maar ik wil dat het weer wat fijner wordt om hier te leven

‘Het is voor mij dichtbij. Alles wat hier gebeurt, doet ertoe. Mijn kind groeit op in Nederland. Hij is half Turks, half autochtoon, dat is ook een ding. Het klinkt suf, maar ik wil dat het weer wat fijner wordt om hier te leven.’

Wat zegt het dat DENK zo veel draagvlak heeft? ‘Dat het hier niet goed gaat. In Rotterdam-Zuid leven mensen echt langs elkaar heen. Totale segregatie, twee parallelle werelden. Op sommige plekken is het klein Istanbul, met eigen winkels, eigen uitzendbureaus, eigen restaurants. Aan de ene kant vind ik dat ook leuk. Ik vind het lekker om ergens Turks te eten en Turkse muziek te horen. Ik snap het, maar als je er goed over nadenkt, dan weet je: dit klopt niet.’

‘Moet je problemen niet benoemen dan?’

‘Veel van deze mensen voelen zich niet geaccepteerd als volwaardig Nederlander en sluiten zich af. Die mensen moet je betrekken bij de samenleving, maar niet door ze als slachtoffer te behandelen of tegen Nederland op te zetten. Zoals DENK doet, maar ook regressief links met zijn politieke correctheid. Ik benoem de problemen. Maar dan word je weggezet als nestbevuiler en aangevallen.

‘Ik zat laatst op tv in een discussie met demograaf Jan Latten. Hij had het erover dat heel veel Turken en Marokkanen het zo goed doen op school. Ja, maar moet je problemen niet benoemen? Je moet erover praten om het op te lossen. Öztürk heeft voor zijn filmpje selectief zitten knippen uit dat gesprek. De mensen die dat hebben gezien, denken: hé, she’s my enemy. Terwijl ik toch echt bij de mensen hoor die het goed willen doen voor de gemeenschap.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Over haar ouders en hun generatiegenoten maakte Ekiz in 2012 de documentaire­serie Veerboot naar Holland. In die periode maakte ze ook Ik zie een verre reis, een documentaire over haar tien jaar jongere zus en enkele van haar vriendinnen. Zij voelden zich ook niet meer gewenst en wilden naar Istanbul verkassen.

‘Dat moet je ook onderzoeken. Mijn boodschap was: blijf vooral, laat zien dat het wel kan. “Ja, Fidan,” zeiden ze, “jij en jouw generatie hebben makkelijk praten. Voor jullie gingen alle deuren open.” Mijn zusje is vertrokken, ja. Ze woont in Istanbul. Ze is gelukkig hoor, maar ze kijkt Nederlandse televisie en heeft heimwee. Ze is tussen wal en schip geraakt.’

Fidan Ekiz mist de wederkerigheid

Begrijpen doet Ekiz het wel. ‘Nederland doet niet zo veel om generaties als die van mijn zus erbij te houden. Ik mis de wederkerigheid. Hun Nederlandse premier zegt: rot op. In Turkije zegt een charismatische leider: kom maar naar mij dan, ik ben er voor jullie. Onder Erdogan investeert Turkije meer dan ooit in de diaspora.

‘Met polarisatie los je niets op. Je moet bereid zijn het gesprek echt aan te gaan. Dat gebeurt veel te weinig. Misschien moeten we tijdelijk een verstandshuwelijk sluiten. Waarbij moslims en niet-moslims, zonder al te veel sympathie voor elkaar, naast elkaar leven. Hopelijk gaat dat ooit over in liefde. Maar voorlopig heb ik geen fiducie in de roze multiculturele samenleving zonder segregatie. Je moet dat ideaal wel aan nieuwe generaties blijven meegeven.

Niet alleen Henk en Ingrid zijn bang, maar Mohammed en Fatima ook

‘We hebben meer met elkaar gemeen dan we denken. Als in Nederland een aanslag wordt gepleegd, en dat gaat echt een keer gebeuren, dan worden de moslims en hun kinderen niet gespaard. Ik vraag me wel eens af of dat besef er is. Niet alleen Henk en Ingrid zijn bang, maar Mohammed en Fatima ook. In de strijd tegen terreur kun je verbondenheid zoeken.’

‘Ik was het stilste meisje van de klas’

Haar temperament heeft ze van haar ouders, denkt ze. ‘Een vriendin vroeg ooit aan me: “Wat is er toch met jou gebeurd?” Ik was het stilste meisje van de klas, ik was heel timide. In mijn vriendenkring sta ik nog steeds bekend als verlegen. Blijkbaar kan ik daar overheen stappen, als onderwerpen ertoe doen.

‘Op televisie kom ik zeker over. Eigenlijk heb ik enorme cameravrees. Als de uitzending begint, verdwijnt die vrees, maar ik blijf zenuwachtig. Ik denk de hele tijd: geef mij nou het woord. Als ik het woord heb, ben ik afgeleid van die zenuwen. Mijn grootste angst blijft dat ik live op televisie een keer moet overgeven. Ik heb onlangs grote gele pillen ontdekt – homeopathisch, met honing. Een styliste bij De Nieuwe Maan raadde ze me aan. Ik zocht al tijden naar iets waardoor ik kalmer zou worden. Echt joh, I love the pills.’

Er zijn verzoeken die Ekiz wel afwijst. ‘Ik word gevraagd voor programma’s waarin je voor langere tijd optrekt met van die groepen. Wie is de Mol? en Expeditie Robinson, dat soort programma’s. Het idee dat ik de hele tijd met mensen moet praten en socializen, vind ik vreselijk.

Mijn columns zijn een veilig eilandje waarop ik af en toe kan zitten

‘Ik ben graag op mezelf. Ik schrijf columns over mijn vader. Dat is een veilig eilandje waarop ik af en toe kan zitten. Als ik ga rouwen, dan functioneer ik niet. Ik heb een kind. Ik kan niet verdrietig zijn. Ferran stelt heel soms een vraag over zijn opa. Dan trek ik me terug, huil ik en tel ik af: zoveel minuten nog, dan ga ik weer naar hem toe en moet het weg zijn. Waarom zou ik moeten praten? Iemand gaat mij toch niet helpen?’

Haar vader had een zeldzame vorm van leukemie

‘Mijn vader is 77 geworden. Waarschijnlijk was hij twee jaar jonger, zijn paspoort was niet duidelijk. Hij had een zeldzame vorm van leukemie die vooral voorkomt bij mensen die met giftige gassen hebben gewerkt. Dat had hij jaren gedaan. Aanvankelijk leek het erop dat hij kon worden geholpen, maar dat bleek niet zo te zijn.

‘Elke keer werd het nieuws slechter. Het lastige was dat de artsen constant moesten worden vertaald. Mijn vader verstond en sprak wel wat Nederlands, maar hij was een beetje doof en kon zich niet meer concentreren. Bij het laatste gesprek zei de arts: “Jullie moeten hem vertellen dat hij de strijd tegen de kanker heeft verloren.” Bij de vertaling ging iets verschrikkelijk mis. Hij verstond dat hij de kanker kwijt was. Hij keek zo blij.

Mijn vader legde zijn ene hand op mijn hoofd, zijn andere op het hoofd van mijn zus

‘Iedereen die erbij zat, slaakte een zucht. Ook een tolk die er was. Die heeft hem verteld dat hij het verkeerd had begrepen. Ons lukte dat niet.

‘Mijn vader begreep toen dat hij niet meer beter zou worden. Hij legde zijn ene hand op mijn hoofd, zijn andere op het hoofd van mijn zus, en hij keek voor zich uit… ja, nou ja, dit bedoel ik dus.’