In 2018 zijn 106 moorden gepleegd. Dat betekent een nieuw ‘laagterecord’ sinds 1992, terwijl de bevolking met 2,1 miljoen mensen is gegroeid. Bijna de helft van alle slachtoffers was ouder dan 40 jaar.
Lees ook het artikel over Rob Zweekhorst: vermoord vanwege persoonsverwisseling
Het aantal moorden is in 2018 spectaculair gedaald ten opzichte van 2017: van 160 naar 106. Dat is het laagste moordcijfer sinds Elsevier Weekblad in 1992 begon met de jaarlijkse registratie van levensdelicten. Het vorige ‘laagterecord’ dateert uit 2016: toen waren het er 108.
Daling moordcijfer past in trend
De daling past in een langer lopende trend: sinds 1992 is het aantal moorden per jaar meer dan gehalveerd. In 1992 waren het er nog 260. In de jaren negentig werden gemiddeld 250 moorden gepleegd, met uitschieters tot boven de 280. Rond 2000 waren het er gemiddeld 200 en daarna daalde het aantal vrijwel constant verder.
Die gestage daling is des te opmerkelijker omdat het aantal inwoners van Nederland steeg van 15,1 miljoen in 1992 naar 17,2 miljoen nu. Bij een gemiddelde van één moord per 100.000 inwoners zouden die goed zijn voor 21 extra moorden. Overigens lag het gemiddelde het afgelopen jaar op 0,6 per 100.000.
Ongeveer 80 procent van alle moorden wordt vroeg of laat opgelost, waardoor het mogelijk is ze onder te verdelen in typen: partnerdoding, kinderdoding, ouderdoding en overige familiemoorden, moorden bij ruzies, criminele moorden, roofmoorden, seksuele doding en overige levensdelicten.
Minder criminele moorden
Ruim eenderde van alle slachtoffers was vrouw: 39. De moorden in familieverband – met als grootste groep de partnerdodingen – zijn door de jaren heen redelijk stabiel: tussen 33 en 38 procent van het totaal. In 2018 was het 43 procent. De meeste slachtoffers bij partnerdodingen zijn vrouw.
De daling van het algemene moordcijfer doet zich vooral voor bij de ‘man-tot-man’-moorden: ruzies en criminele moorden (inclusief liquidaties). Dat waren er in 2018 respectievelijk 33 en 18, dus bijna de helft. In de jaren negentig waren dat er veel meer.
De meeste slachtoffers (41) zijn doodgeschoten of -gestoken (33). Dat is bijna tweederde van het totaal. Dat cijfer is door de jaren heen opmerkelijk stabiel.
Zuid-Holland voert de moordlijst aan; Drenthe onderaan
Ook in 2018 voeren Amsterdam en Rotterdam de moordlijst aan, met respectievelijk 14 en 11 slachtoffers. Logisch: daar wonen de meeste mensen en is de drugsmaffia prominent aanwezig. Dat geldt ook voor Zuid-Nederland. In Den Haag werden 5 moorden gepleegd en in Utrecht 2. Opvallend is de hoge ‘score’ van Enschede met vijf slachtoffers, maar dat valt te verklaren uit een viervoudige moord op 13 november in een drugspand.
De meeste doden vielen in Zuid-Holland (31), Noord-Holland (22) en Noord-Brabant (19). Van de provincies was Drenthe de afgelopen 25 jaar het veiligst. In 2018 is daar één moord gepleegd, in Emmen. Assen was opnieuw de veiligste provinciehoofdstad. In 2018 is daar geen enkele moord gepleegd.
Dalende moordcijfer hangt samen met vergrijzing
Een belangrijke verklaring voor het dalende moordcijfer is de vergrijzing: ouderen plegen minder geweld en vertonen zich bijna niet in het uitgaansleven. De gemiddelde leeftijd van de Nederlanders is sinds 1992 toegenomen van 36,6 naar 41,6 jaar.
De meeste slachtoffers vielen in de leeftijdscategorie 41-65 jaar: dat waren er 42. In de categorie tussen 26 en 40 jaar waren het er 30. Acht slachtoffers waren ouder dan 66 jaar. Het oudste slachtoffer was 80 jaar: op 20 oktober werd de homoseksueel Wim van der Ham in zijn woning in Den Haag gedood door een 28-jarige man die hij sinds een paar maanden onderdak bood.
Tweede verklaring voor de daling van het moordcijfer is de veranderde levensstijl. Door de opkomst van snel internet en smartphone zoeken mensen hun vermaak steeds vaker binnenshuis en lopen ze zo minder risico om slachtoffer te worden van geweld.
Derde verklaring voor de daling over een langere termijn is dat het drugsmilieu minder gewelddadig is dan in de jaren negentig. Er zijn minder heroïneverslaafden die alles doen om te ‘scoren’.
Allochtone slachtoffers in de meerderheid
In 2017 werden niettemin 36 drugsmoorden gepleegd, bijna een kwart van het totaal. Het ging daarbij onder meer om zestien liquidaties (vaak wegens ruzie over onderschepte partijen cocaïne), tien ruzies onder invloed van drugs, en zeven ripdeals (diefstal van drugs en/of drugsinkomsten). Daarmee leek het bloedige drugsgeweld van de jaren negentig in alle hevigheid terug. Het waren er in 2017 ook meer dan het gemiddelde van bijna 23 per jaar.
In 2018 werden er voor zover bekend ‘slechts’ 18 drugsmoorden gepleegd. Dat is de helft van wat het in de jaren negentig vaak was. Mogelijk schieten criminelen minder snel om de concurrent te bedreigen en wordt voor dat doel eerder een handgranaat aan de deur gehangen. Dat gebeurde zeker veertig keer.
Opvallend is het aantal allochtone slachtoffers: 59 procent. Dat was jaren minder dan de helft. Nog steeds vallen de meeste slachtoffers onder Marokkaanse, Surinaamse, Turkse en Antilliaanse Nederlanders. Maar er is een verschuiving zichtbaar naar onder anderen Polen en Syriërs. Het meeste dodelijke geweld is inter-etnisch: ‘soort’ vermoordt ‘soort’.
Moordenaars deinzen nergens voor terug
Schokkend was de moord op 29 maart op de onschuldige broer van een Marokkaans-Nederlandse kroongetuige tegen de drugsbende van de voortvluchtige Ridouan Taghi uit Vianen. Een week nadat bekend was geworden dat deze Nabil Bakkali belastende verklaringen had afgelegd tegen onder anderen bendeleider Taghi werd zijn 41-jarige broer Redouan in diens kantoor in Amsterdam-Noord koelbloedig doodgeschoten.
De 40-jarige verdachte Shurandy S. had zich niet vermomd en kon dankzij camerabeelden en zijn DNA op een op de moordplek achtergebleven handschoen en op een tas met wapens vlak bij de gestrande vluchtauto al de volgende dag worden gepakt.
De aan cocaïne verslaafde Antilliaan was voor de liquidatie een premie van 100.000 euro toegezegd. Zelf beweerde hij het doelwit niet te kennen. De man had volgens de recherche alweer voorbereidingen getroffen voor een nieuwe huurmoord.
‘Een regelrechte aanslag op het strafrechtsysteem’
Het Openbaar Ministerie noemt de liquidatie ‘een regelrechte aanslag op het strafrechtsysteem. Iedereen die meewerkt met justitie moet nu vrezen dat het leven van familie gevaar loopt’. Vandaar de hoge eis: een gevangenisstraf van 28 jaar. De rechtbank doet op 10 januari uitspraak.
Een andere schokkende zaak was op 26 januari, ook in Amsterdam. In een buurthuis ‘op’ Wittenburg is de 17-jarige stagiair Mohamed Bouchikhi doodgeschoten door twee mannen met een bivakmuts op. Een stagiaire en de 20-jarige Surinamer Gianni L. raken gewond. Mogelijk was hij het doelwit. In november 2017 was hij in de buurt ook al aanwezig bij een dodelijke schietpartij. Begin oktober is een van de vermoedelijke schutters aangehouden. Die zat al vast voor een andere zaak.
Soms valt moord of doodslag niet te bewijzen. Op 7 april is op een balkon in Schiedam in een zak een dode baby gevonden. Omdat niet kon worden uitgesloten dat het jongetje dood is geboren, is de 19-jarige moeder tot één jaar cel veroordeeld voor het verbergen van het lijkje.
Alle moorden van 2018 staan later deze maand in Elsevier Weekblad