Het aantal Polen, Bulgaren en Roemenen dat naar Nederland komt om te werken, neemt de komende jaren af. Het loonverschil tussen Nederland en de Oost-Europese landen wordt steeds kleiner en werknemers krijgen in hun thuisland steeds vaker een vast contract.
Dat blijkt uit een rapport van ABN AMRO. In Oost-Europa is naast een groeiende economie sprake van een krimpende beroepsbevolking. Arbeidskrachten die nog in eigen land zijn, zullen daardoor naar verwachting eerder geneigd zijn om daar aan het werk te gaan.
Graag oog voor negatieve gevolgen arbeidsmigratie, schreef Gertjan van Schoonhoven
‘Vooral de Nederlandse agrarische sector, bouw, industrie en de transportsector zullen worden getroffen, omdat bedrijven hier nu al worstelen met een groot personeelstekort,’ legt een econoom van ABN AMRO uit.
Veel werkgevers denken daarom al na over alternatieven. ‘Iemand moet de asperges steken en champignons plukken. Je ziet dat er al wordt nagedacht om mensen te werven uit Zuidoost-Azië, uit de Filipijnen bijvoorbeeld. Maar ook werknemers uit Oekraïne of de westelijke Balkan zijn een optie.’
Werkloosheidspercentage eerst omlaag
Het wel of niet binnenhalen van grote aantallen arbeidsmigranten is al langer onderwerp van debat. Toenmalig CDA-leider Sybrand Buma verklaarde zich in januari 2018 tegenstander. ‘Hoe logisch dat ook mag klinken, het is een verkeerde keuze,’ zei Buma. Hij noemde het de weg van de minste weerstand, maar geen duurzame oplossing.
‘Dat er geen Nederlanders te vinden zijn voor productie en logistiek vind ik dubieuze stelling,’ schreef PvdA-leider Lodewijk Asscher in februari van dit jaar op Twitter. ‘De PvdA pleit voor bewijslast bij werkgever dat die evenveel betaalt voor arbeidsmigrant als voor Nederlandse werknemer.’
De PVV is mordicus tegen. ‘Pas arbeidsmigranten toelaten, als werkloosheidspercentage onder de 1 procent is, ook bij 60-plussers!’ schreef PVV-Statenlid Han IJssennagger in dezelfde maand.
https://twitter.com/HanIJssennagger/status/1099940972472029184?ref_src=twsrc%5Etfw%7Ctwcamp%5Etweetembed%7Ctwterm%5E1099940972472029184%7Ctwgr%5E363937393b70726f64756374696f6e&ref_url=https%3A%2F%2Fwww.elsevierweekblad.nl%2Fnederland%2Fachtergrond%2F2019%2F02%2Farbeidsmigratie-polen-gevolgen-674348%2F
Ideeën over verdringing achterhaald
Vakbondsvoorzitter van de CNV Maurice Limmen zei in januari 2018 al dat hij een rem wil op het aantal arbeidsmigranten. ‘Nee en nog eens nee. Er is een enorme groep van 1,2 miljoen mensen die nu nog langs de kant staat, zoals ouderen, arbeidsbeperkten en niet-westerse immigranten, en die aangeeft te willen werken.’
Het is voor werklozen veel te aantrekkelijk dat te blijven, schreef Fleuriëtte van de Velde
Maar ideeën over verdringing van Nederlanders op de arbeidsmarkt zijn volgens voorstanders van arbeidsmigratie achterhaald. Volgens de Brabantse gedeputeerde Bert Pauli (VVD) zijn ze keihard nodig. ‘Zonder arbeidsmigranten loopt de economie hartstikke vast,’ zei hij in februari van dit jaar. ‘Het is echt alle hens aan dek,’ zei ook Jan van Mourik van werkgeversorganisatie VNO-NCW Brabant Zeeland. ‘Bedrijven groeien nu al minder hard dan ze zouden willen, omdat ze meer personeel nodig hebben.’
Wat vindt u? Moeten er meer arbeidsmigranten naar Nederland komen om een concurrerende economie te blijven? En zo ja, waar moeten zij dan vandaan komen? Of kan het tekort beter op een andere manier worden aangevuld? Praat mee! De Stelling van de dag luidt:
Geef uw mening onder dit artikel. U kunt alleen reageren als u abonnee bent.
Let op: door uw mening te geven, gaat u ermee akkoord dat de redactie van Elsevier Weekblad uw reactie kan uitlichten in de digitale rubriek Reacties op de stelling.