Drie Nederlandse musea hanteren een quotum voor de aankoop en het tentoonstellen van kunst van vrouwelijke kunstenaars. Het gaat om het Van Abbemuseum in Eindhoven, Museum Arnhem en het Fries Museum.
Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant onder 28 musea.
Een nieuwe lichting van kunstenaars omzeilt slim de wetten van de gevestigde kunstmarkt. En bereikt zo ook miljoenenpubliek
Museum Arnhem heeft al sinds 1982 het beleid om minimaal de helft van de aankopen en presentaties voor vrouwen te reserveren. Het Fries Museum heeft een vrouwenquotum voor de hedendaagse kunstcollectie. Het Van Abbemuseum gaat zelfs nog verder en paste in 2018 het quotum aan. Niet 50 procent van het aantal aankopen is van een vrouwelijke kunstenaar, maar 50 procent van het aankoopbudget gaat naar werk van vrouwen. ‘Met alleen een evenwicht in aantal en niet in geld vinden wij dat mannen nog steeds het leeuwendeel kregen,’ zegt directeur Charles Esche in de krant.
Wel streven, geen quotum
Nog drie andere musea geen quotum, maar wel expliciet beleid om de historische ‘disbalans’ tussen mannen en vrouwen in museumcollecties te herstellen, waaronder het Stedelijk Museum in Amsterdam. Rein Wolfs, sinds 1 december directeur van het Stedelijk Museum: ‘Wij hebben de ambitie om een inhaalpoging te doen en meer kunst van vrouwen en van kunstenaars met niet-westerse achtergrond te tonen en aan te kopen. Die weg was al ingeslagen, maar het is nog niet voldoende en ik zet dit beleid met nadruk voort.’ Hij sluit een quotum in de toekomst niet uit.
Nog eens zeventien musea zeggen te streven naar meer evenwicht, zonder dat dit concreet is geformuleerd.
Trend uit Amerika
Het selecteren van kunst gemaakt door vrouwen is overgewaaid vanuit Amerika. Zo kondigde het Baltimore Museum of Art in augustus aan dat het in 2020 alleen vrouwelijke kunstenaars tentoonstelt en het hele jaarbudget voor aankopen zal besteden aan vrouwelijke makers. Het Museum of Modern Art in New York haalde dit jaar de percentages van de tentoongestelde kunst door vrouwen op van 3,5 procent (in 2007) naar 28 procent.
Vijf musea stellen geen doelen
Vijf musea verbinden geen doelen of quotum aan de aankoop van nieuwe kunst op basis van sekse. Dat zijn het Rijksmuseum in Amsterdam, het Kunstmuseum in Den Haag, het Stedelijk Museum Alkmaar, het Groninger Museum en Museum Voorlinden. Directeur Suzanne Swarts van Voorlinden: ‘Ons beleid is het verzamelen en tonen van goede kunstwerken van goede kunstenaars, derhalve hebben we geen specifieke doelen met betrekking tot vrouwelijke kunstenaars.’
Wat vindt u? Krijgt het werk van vrouwelijke kunstenaars te weinig aandacht? Of moet het gaan om de kunst en niet om het geslacht van de maker? Praat mee! De Stelling van de dag luidt:
Geef uw mening onder dit artikel. U kunt alleen reageren als u abonnee bent.
Let op: door uw mening te geven, gaat u ermee akkoord dat de redactie van Elsevier Weekblad uw reactie kan uitlichten in de digitale rubriek Reacties op de stelling.