Arno Visser, president van de Algemene Rekenkamer, is in zijn traditionele nieuwjaarsessay in Elsevier Weekblad kritisch over de miljardenfondsen voor innovaties, die zo populair zijn in politiek Den Haag. Zo kondigde het kabinet op Prinsjesdag de komst aan van een fonds van tientallen miljarden euro voor nieuwe, innovatieve zaken.
Visser vraagt zich in zijn essay af of dat [goedkoop geleende] geld wel zo ‘gratis’ is als wordt gezegd, en is ook kritisch omdat het nu al vaak niet lukt om ‘extra geld ook echt uit te geven’. Bovendien gaat het om publiek geld voor maatschappelijke doeleinden dat buiten de rijksbegroting loopt, en dat zet het parlement op afstand.
Lees hier het hele essay van Arno Visser: De verleiding van gratis geld
‘Over al die tijdelijke spaarpotten en fondsen wordt het parlement na oprichting doorgaans slecht geïnformeerd,’ aldus Visser. ‘En het feitelijk maatschappelijk rendement is eveneens doorgaans onbekend.’ Uit het essay blijkt dat het aantal zogeheten ‘revolverende’ fondsen in tien jaar is verdrievoudigd.
Visser bepleit in zijn essay een ‘verdiepingsslag’ in de discussie over dit vraagstuk. Daarbij zou de aandacht niet alleen moeten uitgaan naar het nieuwe, het innovatieve, maar ook naar het beter onderhouden van het bestaande. Zeker na alle bezuinigingen van de afgelopen jaren op uitvoeringsorganisaties, zoals de Belastingdienst. Visser citeert op dit punt met instemming de Kamerleden Joost Sneller (D66) en Bart Snels (GroenLinks): ‘Politici openen liever een nieuwe brug, dan dat ze een bestaande onderhouden.’