Afgelopen dinsdag kondigde minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge aan onderzoek te doen naar twee soorten apps. Daarmee kan de verspreiding van het coronavirus in kaart worden gebracht en kunnen symptomen van de patiënt worden gemonitord. De werkzaamheid en veiligheid staan ter discussie.
Waar komt het idee vandaan?
Het gebruik van apps is afgekeken van landen in Azië. Minister De Jonge (CDA) sprak over een app die werkt via Bluetooth. In Singapore heet deze app TraceTogether. Installatie en gebruik zijn vrijwillig. Wanneer de gebruiker met zijn smartphone in de buurt komt van iemand anders met dezelfde app, dan wisselen de telefoons via Bluetooth gegevens uit.
De app bewaart een anoniem en versleuteld profiel van degenen met wie de telefoon contact heeft gehad. Raakt een gebruiker besmet met het coronavirus, dan ontvangen gebruikers die in zijn buurt zijn geweest een melding op hun telefoon.
Op deze manier zijn gevallen en hun contacten snel op te sporen en kunnen er makkelijk maatregelen voor quarantaine worden genomen. De Wereldgezondheidsorganisatie en verschillende landen ontwikkelen ook apps gebaseerd op dit model.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Hoe effectief is een app?
Aziatische landen worden geprezen voor hun aanpak. De rol die apps daarin spelen, moet echter niet worden overschat. Singapore ging deze week alsnog op slot: alleen naar buiten als het echt moet. Verregaande maatregelen waren nodig, omdat het aantal besmetting in Singapore oploopt.
Een app is pas effectief als veel mensen hem installeren. Het succes is afhankelijk van het aantal gebruikers. Tot nu toe is het gebruik vrijwillig. Meer dan een miljoen mensen in Singapore hebben de app gedownload, wat neerkomt op een op de zes inwoners. Veel te weinig, volgens minister van Nationale Ontwikkeling Lawrence Wong. ‘Driekwart – zo niet de gehele bevolking – moet de app hebben voor het een effectief hulpmiddel is,’ zei hij vorige week.
De meeste data in Azië komen bovendien niet van apps, maar zijn afkomstig van telecomproviders en andere databanken. Daarmee kunnen contacten van patiënten worden opgespoord en zijn hotspots en verplaatsingen in kaart te brengen.
Gaat datavergaring ten koste van onze privacy?
De app zoals die in Singapore wordt gebruikt, is op vrijwillige basis. Gebruikers gaan zelf akkoord met de voorwaarden. De app is relatief veilig, omdat gegevens anoniem worden verzameld en versleuteld worden opgeslagen.
Dat ligt anders met het gebruik van telecomdata. Dat gebeurt op veel grotere schaal en gebruikers weten niet dat hun informatie wordt opgeslagen. Bovendien is het onduidelijk of die opsporing via telecomdata na de coronacrisis wordt stopgezet of dat overheden hun burgers in de gaten blijven houden.
Komt er ook grootschalige datavergaring in Nederland?
Dat is nog maar de vraag. Voorlopig houdt de Tweede Kamer het gebruik van telecomdata tegen omdat het in strijd is met privacy van burgers. Het idee om telecomdata te delen, was afkomstig vanuit Brussel. Zo wilde de Europese Unie in kaart brengen hoe het virus zich verspreidt.
Nederlandse providers waren bereid om de anonieme telecomdata aan te leveren. In onder meer Duitsland, België en Italië delen providers sinds kort data met de overheid.
Over de app waarop minister De Jonge zijn hoop heeft gevestigd, lijkt de Tweede Kamer minder kritisch te zijn. Dat bleek tijdens het Kamerdebat op 8 april over de aanpak van het coronavirus.
VVD, PVV, CDA, D66, GroenLinks, SP en PvdA aan het woord geweest. Nog geen enkele fractie spreekt zich uit tegen een #Corona-app.
— Laurens Boven (@laurensboven) April 8, 2020
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."