Spoedwet moet democratie herstellen van coronacrisis

Het kabinet-Rutte III in Vak K. Foto: ANP.

Nu de eerste druk van de ketel is in de coronacrisis, wordt in Den Haag gekeken naar de wettelijke inbedding van alle razendsnel genomen maatregelen. Een spoedwet moet de democratie herstellen. Het kabinet werkt eraan.

In sommige landen riep de regering bij het uitbreken van de crisis de noodtoestand uit waardoor het parlement buitenspel kwam te staan. In Nederland ging het niet zover, maar de regering verordonneerde wel  tal van maatregelen om het virus te bestrijden zonder echte parlementaire inbreng.

Restaurants, sportclubs en scholen gingen dicht. Kappers en andere beoefenaars van ‘contactberoepen’ moesten hun zaak sluiten, evenementen werden verboden en op straat mogen mensen niet ‘samenscholen’ en ze moeten 1,5 meter afstand houden.

Maatregelen werden lokaal in noodverordeningen gegoten

Allemaal maatregelen die eerst werden aangekondigd en vervolgens lokaal in noodverordeningen werden gegoten. Op basis daarvan konden handhavers van gemeente en politie controleren of iedereen zich aan de maatregelen houdt en overtreders op de bon slingeren.

Lees ook dit commentaar van Bram Hahn: Met maatwerk kan samenleving sneller vooruit

Democratie herstellen

Nu veel van de maatregelen langer van kracht blijven, soms tot 1 september of misschien nog langer, wil het kabinet de noodverordeningen in een spoedwet gieten om ze in overeenstemming te brengen met de democratie en met de Grondwet.

Zo raakt het verbod op groepsvorming zonder inachtname van de 1,5 meter-regel de grondwettelijke vrijheid van vereniging, de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van godsdienst. Controle binnenshuis door de politie schendt de persoonlijke levenssfeer.

Parlement stond bij invoering van de regels buitenspel

De regels zijn in maart inderhaast ingevoerd door de voorzitters van de veiligheidsregio’s, dat is de burgemeester van de grootste gemeente in een regio. Een Kamerdebat kwam er niet aan te pas en er was dus ook geen democratische controle. Bovendien zijn noodverordeningen niet bedoeld voor landelijk gebruik, alleen lokaal, bij voetbalrellen en dergelijke.

Lees verder onder het kader

Nederland telt 25 ‘veiligheidsregio’s’. Hoe werkt dat?

Door: Gertjan van Schoonhoven

 

Nederland telt sinds 1 oktober 2010 25 veiligheidsregio’s. In het bestuur zitten alle burgemeesters uit die regio; voorzitter is de burgemeester van de grootste gemeente. De veiligheidsregio’s vallen samen met de politieregio’s van de Nationale Politie, maar gaan over brandweer, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening. Is de ramp of crisis lokaal, dan heeft de plaatselijke burgemeester de leiding. Is de crisis bovenlokaal – zoals de coronacrisis – dan is de voorzitter van de veiligheidsregio de baas, ook over de andere burgemeesters.

Net als energieregio’s laten veiligheidsregio’s het belang zien van regionale bestuurslagen. Democratisch is dat lastig. Lokaal kan de raad een burgemeester op het matje roepen, maar de regio heeft geen volksvertegenwoordiging. De wet heeft hiervoor een unieke oplossing. De voorzitter van de veiligheidsregio is na een regionale crisis verplicht om verslag te doen aan alle raden in ‘zijn’ regio. Zijn en blijven die ontevreden over diens optreden, dan kunnen zij naar de minister van Justitie stappen.

Jan Brouwer, hoogleraar en directeur van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid aan de Rijksuniversiteit Groningen, zegt in dagblad NRC dat noodverordeningen niet langer dan drie of vier weken van kracht moeten zijn. Ze geven de burgemeesters ongefundeerde vrijheid en hier en daar ontstaan spanningen.

Demonstreren mag, met inachtneming van de 1,5 meter

Brouwer wijst op een door burgemeester Peter Snijders van Zwolle afgekondigd verbod voor een demonstratie omdat die tegen de regels in zou gaan. ‘Maar dat is niet zo: de noodverordening gaat over samenkomsten van groepen die géén 1, 5 meter afstand houden. Demonstreren kan, zolang die afstand in acht wordt genomen.’

Andere landen riepen de noodtoestand uit

In andere landen werd de noodtoestand uitgeroepen. Het kabinet had ook iets dergelijks kunnen doen door terug te grijpen op de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden in combinatie met de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag.

Ondanks de haken en ogen aan de aanpak waarvoor het kabinet heeft gekozen, bleek die in de praktijk zo goed als probleemloos. Publiek, organisaties en ondernemers gehoorzaamden soms al voordat de verordeningen officieel van kracht waren.

Maar de democratie was uit zicht, vindt ook de Leidse hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans. Hij waarschuwt voor een democratisch tekort en vindt dat het parlement veel sterker moet worden betrokken bij de kabinetsbeslissingen over de ‘exitstrategie’ .

‘Democratische processen zijn kwetsbaar, zeker in tijden van crisis en nood. We moeten daarom snel dat normale democratische proces weer optuigen,’ schrijft Voermans in een ingezonden stuk in NRC.