In slecht geventileerde verzorgingshuizen kunnen bewoners elkaar besmetten zelfs als ze anderhalve meter uit elkaar blijven. Experts in luchtbehandeling waarschuwen. Afgewerkte lucht mag zolang de corona-epidemie heerst niet terug het gebouw in.
Alle grote kantoorgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen hebben mechanische ventilatie. De ramen kunnen er vaak niet open. Deuren schuiven automatisch dicht. Verse lucht wordt via luchtkanalen en plafondroosters naar de vertrekken getransporteerd. Afgewerkte lucht wordt weggezogen. Vaak gaat een deel van die lucht na filtering weer terug het gebouw in om warmte en dus energie te besparen. Circuleert op deze manier ook het coronavirus? Ventilatiesystemen in ziekenhuizen zijn zo ontworpen dat virussen zich niet verspreiden, maar in verzorgingshuizen is dat vaak niet het geval.
Ondanks voorzorgsmaatregelen is coronabesmetting er hoger dan elders
De specialisten op dit terrein zijn georganiseerd in de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Koude (KNVK). De club werd in 1908 mede opgericht door de Leidse hoogleraar Heike Kamerlingh Onnes, die datzelfde jaar wereldberoemd werd door het gas helium vloeibaar te maken bij -269 graden Celsius. Het was toen de laagste temperatuur ooit gemeten en zijn laboratorium was tot 1923 ‘de koudste plek op aarde’. Tegenwoordig geldt koude niet meer als een prestatie, want iedereen is gewend aan airconditioning. Maar juist in de Koude-club leven zorgen over de coronaverspreiding via moderne luchtbehandelingsinstallaties.
Lees alles over het coronavirus in ons dossier
Oud-bestuurslid van de KNVK Peter Uges (79), directeur van de gespecialiseerde onderneming FoXus, heeft sterke vermoedens dat het virus op die manier wordt verspreid in verzorgings- en verpleeghuizen, kantoren en andere min of meer gesloten locaties waar bewoners of gebruikers tamelijk dicht op elkaar zitten. Uges: ‘Ondanks de voorzorgsmaatregelen is de coronabesmetting daar gemiddeld hoger dan elders. Ik ben ervan overtuigd dat de luchtbehandelingsinstallaties daarbij van invloed kunnen zijn.’
Op 4 mei begonnen het Amsterdamse UMC en enkele GGD ’s een onderzoek naar de verspreiding van het virus in verpleeghuizen. Tot Ugers ontsteltenis wordt daarbij niet gekeken naar de aanwezige luchtbehandelingsinstallaties.
Recirculeren is riskant
Ook dr.ir. Atze Boerstra (55) van adviesbureau ‘bba binnenmilieu’ wijst op dit besmettingsgevaar. Verpleeghuizen en grote kantoren moeten volgens hem juist nu ventileren met 100 procent buitenlucht. Het opnieuw het gebouw in pompen van ‘afgewerkte’ lucht – het zogenoemde recirculeren – vindt hij riskant. Uit onderzoek naar het SARS-virus in 2003 – dat veel wegheeft van corona – bleek dat virussen zich soms over grote afstanden binnen gebouwen kunnen verspreiden.
Beluister ook de EW-Coronapodcast: Nederland versoepelt lockdown, maar statistici hebben hun twijfels
Boerstra noemt het een ‘gemiste kans’ dat het UMC-onderzoek niet let op de rol van ventilatie en recirculatie in verpleeghuizen. Bekend is dat bewoners en personeel elkaar kunnen aansteken. Mogelijk is dat te voorkomen door de luchtdruk in de kamers van besmette patiënten te verlagen en de druk in de omliggende vertrekken te verhogen, zoals ook in ziekenhuizen gebeurt. Het virus zou dan als het ware tegen de wind in moeten zweven om andere personen te besmetten en dat kan niet.
Afgescheept door UMC-onderzoekers
Peter Uges probeerde de UMC-onderzoekers op het belang van de airco attent te maken, maar werd afgescheept. ‘Ik werd doorverwezen naar het RIVM, maar dat instituut zwijgt tot dusver over de invloed van luchtverversing.’
Volgens Boerstra wordt het coronavirus pas minder actief bij temperaturen boven 40 graden Celsius en bij een relatieve luchtvochtigheid boven de 80 procent. Maar dergelijke tropische omstandigheden kun je de bewoners van een verzorgingstehuis niet aandoen. Bovendien ontstaan er dan schimmels, die ook weer tot ziekten leiden.
Droge lucht remt virus ook
Erg droge lucht – met een vochtigheid lager dan 30 procent – remt influenza-virussen ook. Maar dan drogen de slijmvliezen van de bewoners uit en dat verslechtert hun afweersysteem. De luchtvochtigheid moet dus rond de 50 procent blijven schommelen en dat is helaas ook het niveau waarin het coronavirus optimaal gedijt.
Het staat volgens Boerstra vast dat het virus zich via de lucht verspreidt in slecht geventileerde gebouwen. ‘Er zijn duidelijke aanwijzingen dat het anderhalve meter afstand houden in zo’n gebouw niet afdoende is. Het gaat er dan vooral om hoelang je met een besmette persoon in zo’n ruimte verblijft. Een paar minuten is niet zo’n probleem. Maar als je een uur of twee uur in een slecht geventileerde ruimte zit, ontvang je een grote dosis virusdeeltjes en kan het fout gaan.’
Besmetting is in die situaties niet uit te sluiten, ook al neemt iedereen de voorgeschreven anderhalve meter afstand in acht.
Toiletdeksel omlaag en dan pas doorspoelen
Boerstra is vicepresident van de Europese koepelorganisatie REHVA (Federation of European Heating, Ventilation and Air Conditioning Associations) die de afgelopen maanden in samenwerking met enkele vooraanstaande academische experts een reeks voorzorgsmaatregelen adviseerde. Voor verzorgingshuizen is van belang dat er voldoende frisse buitenlucht wordt aangevoerd en dat de kleppen van de re-circulatie worden gesloten, zodat afgewerkte lucht niet opnieuw naar binnen gaat.
Ook in mechanisch geventileerde instellingen voor mensen met een kwetsbare gezondheid moeten de ramen af en toe worden geopend. Dit heet ‘spuien’. De wc-ruimtes dienen 24/7 te worden geventileerd. De luchtdruk in de toiletten moet lager zijn dan op de gang en in omliggende ruimten. Het virus kan zich via ontlasting van patiënten verspreiden. Na gebruik van de wc moet (indien aanwezig) de deksel omlaag en dan pas doorspoelen. Dit verhindert dat – terwijl het water wegkolkt – kleine waterdruppeltjes met virusdeeltjes erin in de lucht worden opgenomen en zich verspreiden.
Boerstra: ‘Het belangrijkste advies is: verse luchttoevoer. Dan bereik je dat – als er een keer toevallig een besmette persoon aanwezig is – de binnenlucht voldoende wordt verdund. Dat vermindert de kans op verdere besmettingen.’
Voor kantoren gelden deze aanbevelingen ook, al is het daar minder urgent dan voor verzorgings- en verpleeghuizen. De REHVA adviseert de luchtverversing in kantoren twee uur voor werktijd al aan te zetten en tot minstens twee uur na werktijd te laten doordraaien. ’s Nachts is iedereen weg en mag de frisse luchtaanvoer op een lager niveau functioneren, maar niet worden uitgeschakeld.