De grootscheepse politie-inval in Vlissingen van afgelopen woensdag laat zien hoe de drugsmaffia, naast Rotterdam, steeds vaker andere zeehavens gebruikt om op grote schaal cocaïne het land binnen te smokkelen. De verdiensten zijn astronomisch en door hulp van binnenuit is de pakkans gering, schrijft Gerlof Leistra.
Woensdagochtend 1 juli was het ‘klapdag’ in de haven van Vlissingen. Onder de codenaam Portunus – in de Romeinse mythologie de god van de haven – deden 400 politiemensen invallen op het haventerrein zelf, maar ook op adressen in Zeeland, Brabant, Limburg en Rotterdam. Inzet van de acties waren niet ‘kilo’s of knaken’, maar informatie.
Zo lek als een mandje
‘We willen de samenwerkingsverbanden achter de drugshandel in de haven blootleggen,’ zegt teamchef Tim de Kraker in De Volkskrant. Vlissingen wordt sinds drie jaar ‘overspoeld’ met cocaïne. In 2017 onderschepte de politie samen met de douane 91 kilo, in 2018 ging het al om 2.111 kilo en vorig jaar was dat nog eens verdubbeld tot 4.206 kilo. ‘Deze haven is zo lek als een mandje,’ zegt een havenmedewerker.
Het patroon van de drugssmokkel is hetzelfde als in de grote havens van Rotterdam en Antwerpen. De cocaïne wordt aangevoerd uit Zuid-Amerika en zit verstopt in containers met groenten en fruit. Corrupte douaniers zorgen ervoor dat de containers niet worden gecontroleerd en ‘uithalers’ worden vorstelijk betaald om de drugs ongezien van het terrein te brengen. Experts denken dat hooguit 10 procent van de illegale import wordt ontdekt.
Verdiensten zijn astronomisch
Naast Vlissingen zijn ook de havens van onder meer Terneuzen, Scheveningen, IJmuiden, Den Helder en Lauwersoog kwetsbaar. Viskotters en zeiljachten nemen op open zee partijen van een paar honderd kilo drugs aan boord en worden amper gecontroleerd als ze binnenvaren. Dat geldt ook voor de havens van de Waddeneilanden, zeggen bronnen bij de politie.
De verdiensten zijn astronomisch. Met aftrek van de kosten levert 1 kilo coke al snel 75 mille winst op. Wanneer een grote partij wordt onderschept, is dat steevast aanleiding voor aanslagen en liquidaties.
Nieuwkomers grijpen hun kans
Door diepgravend onderzoek hoopt de recherche in kaart te krijgen wie er achter de drugshandel zitten. Ondanks de detentie van kopstukken als Ridouan Taghi en Rico de Chileen en recent Piet Costa gaat de smokkel gewoon door. De organisaties zijn niet uitgeschakeld en nieuwkomers grijpen hun kans.
De toename van de cokesmokkel uit Zuid-Amerika komt onder meer door het verbod op bestrijdingsmiddelen waarmee de Amerikaanse Drugs Enforcement Administration jarenlang met vliegtuigjes de velden met cocaplanten in Colombia, Peru en Bolivia vernietigde. Sinds het vredesverdrag met de Colombiaanse guerrillabeweging Farc zetten splintergroeperingen de lucratieve drugshandel voort.
Schepen uit Zuid-Amerika gelden als risico voor drugssmokkel. Door het betalen van smeergeld lukt het drugsbendes de controle in de Nederlandse havens te ontlopen. Een andere tactiek is de smokkelwaar onder meer voor de kust van Galicië in het noordwesten van Spanje op volle zee over te laden op schepen die minder argwaan wekken.
Rouleren om corruptie te voorkomen
De corruptie onder douaniers en havenmedewerkers wordt bestreden door mensen op sleutelposities geregeld te laten rouleren of de werkroosters pas op de dag zelf bekend te maken. De kades en uitgestrekte haventerreinen worden met camera’s bewaakt. Verdachte containers moeten door de scan en er worden drugshonden ingezet.
Om meer informatie te krijgen over verdachte medewerkers, volstaat een anonieme tiplijn al lang niet meer. Overwogen moet worden om een beloning te verstrekken voor elke kilo die in beslag wordt genomen. Alleen met informatie van binnenuit lukt het om de gaten te dichten.