Premier Rutte wil gezondheidszorg centraliseren

Premier Mark Rutte. Foto: Nia Palli/Rijksoverheid.

VVD-premier Mark Rutte vindt dat het stelsel van gezondheidszorg op de schop moet. Hij wil ‘lessen trekken’ uit wat er mis gaat tijdens de coronacrisis en denkt aan een meer centraal gecoördineerde gezondheidszorg. Rutte zegt dit in een interview in het Kerstnummer van EW.

Rutte: ‘Ons stelsel is ingericht voor korte noodsituaties, maar niet voor langdurige pandemieën. De ziekenhuizen kunnen een natuurramp met grote aantallen slachtoffers goed aan. Maar bij een langdurige ramp stuit de medische capaciteit op haar grenzen.’

Lees hier het volledige interview met premier Mark Rutte: ‘We verloren veel, maar wonnen ook’Rutte

De organisatie van de zorg vloeit voort uit de verzuiling die begin vorige eeuw ontstond en in de jaren zestig begon af te brokkelen. Veel maatschappelijke organisaties en semi-publieke voorzieningen zijn geworteld in die periode. De gezondheidszorg draagt er ook de sporen van.

In plaats van een centraal vanuit Den Haag geleide sector, zijn er talloze zorgaanbieders, belangenverenigingen en koepelorganisaties die een eigen verantwoordelijkheid claimen. Het financiering is gemengd: deels particulier en deels via overheidsmiddelen.

Achterdeurtjes naar de politiek

Veel organisaties in de zorg hebben een achterdeurtje naar de politiek. Zo wordt de huisartsenvereniging aangevoerd door voormalig PvdA-staatssecretaris Ella Kalsbeek, en is oud-minister en VVD-coryfee Henk Kamp de belangenbehartiger van de verpleeghuizen.

Tijdens de coronacrisis is met name CDA-zorgminister Hugo de Jonge het mikpunt van critici die zich ergeren aan de trage voortgang. In plaats van een doelgerichte aanpak, bestaat het management van de crisis vooral uit gepolder over testlocaties, vaccinatieprogramma’s en contactonderzoek. In plaats van daadkrachtig in te grijpen, kon De Jonge vaak niet veel meer dan moeizaam overleggen met de zorgaanbieders en uitvoerende instanties.

Op de vraag of de gezondheidszorg te complex van opzet is, waarbij altijd wel een sector dwars ligt, zegt premier Rutte dat er inderdaad iets moet veranderen. ‘Met achtduizend “eigenwijze” huisartsen, honderd ziekenhuizen, acht academische centra en zeventig GGD’en hebben we een zorgsector van wereldfaam. Toch moeten we lessen trekken uit wat er gebeurd is. Je moet zo nodig sneller en centraler kunnen coördineren.’

Wilt u het dubbeldikke Kerstnummer van EW bestellen? Dat kan via onze webshop (gratis verzending)

Volgens Rutte is dit nog niet het moment om definitieve conclusies te trekken. De gezondheidszorg heeft nog de handen vol aan de coronabestrijding. Ook zegt hij: ‘We zijn hierover nog niet uitgedacht.’

Ook CDA ontevreden over zorgorganisatie

Ook onder CDA-bewindslieden is de onvrede met de organisatie van de zorg groot. Dit is opmerkelijk, omdat in achtereenvolgende kabinetten vooral het CDA het karakter van de sector bewaakte. CDA’ers zagen de verzuilde, religieuze oorsprong van ziekenhuizen als een eigentijdse vorm van ‘soevereiniteit in eigen kring’ en als de beste waarborg voor doelmatigheid. EW sprak de afgelopen weken met twee CDA-bewindslieden die de tekortkomingen in de zorg toeschreven aan de manier waarop de sector is georganiseerd.

In het kerstinterview met EW beschrijft Rutte hoe sterk de coronapandemie de bewindslieden onder druk zette. Vooral de week waarin VVD-zorgminister Bruno Bruins in de Tweede Kamer onderuitging, was zwaar.

Ook Rutte ging eronder gebukt: ‘De cijfers van de IC-opnames liepen op. Het aantal piekte op 1.350. Maar het kon stijgen tot 1.600, tot meer dan 2.000, tot er geen plek meer was voor patiënten. Die weken zaten vol stress. We moesten mondkapjes kopen, longmachines. De hele dag zaten we te bellen.’