Wat is de status van het zondagse Catshuisberaad? Is het net zo geheim als de ministerraad? Dat is de vraag sinds vorige week stukken over de politieke besluitvorming tijdens de eerste golf van de coronacrisis publiek werden.
De ministeries van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid openbaarden stukken. Het ministerie van premier Mark Rutte (VVD), Algemene Zaken, niet. Rutte weigert verslagen van ‘intern beraad’ vrij te geven.
Bovendien heeft Algemene Zaken volgens Rutte niet zoveel vastgelegd in die eerste weken van de crisis. Dat komt volgens hem doordat zijn ministerie onderdeel is van de besluitvormingsprocedure in de Interdepartementale Commissie Crisisbeheersing en Ministeriële Commissie Crisisbeheersing. ‘De machine waarbinnen de eerste maanden alles gebeurde,’ zei Rutte op vragen erover tijdens zijn wekelijkse persconferentie.
Zondagmiddagberaad op het Catshuis
Op zondagmiddagen bespreken premier Mark Rutte (VVD) en een aantal ministers in wisselende samenstelling met onder anderen Jaap van Dissel (RIVM) de stand van zaken in de coronacrisis en wat er verder moet gebeuren. De besluiten zijn leidend voor wat Rutte en minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge (CDA) op hun daaropvolgende dinsdagse persconferenties naar buiten brengen. De Tweede Kamer en media vragen al enige tijd om stukken die licht werpen op de besluitvorming tijdens de crisis. Die zouden bijvoorbeeld duidelijk kunnen maken in hoeverre het kabinet heeft gestreefd naar groepsimmuniteit.
De speech waarin Rutte repte over groepsimmuniteit
Rutte is terughoudend met het vrijgeven van stukken van zijn ministerie. ‘We hebben een heel klein team en het meeste gaat niet schriftelijk. En voor zover dingen schriftelijk gaan betreft dat advisering voor de ministerraad en uiteraard de verslagen van de ministerraad en voorbereiding op gesprekken die ik heb,’ zei hij er op zijn persconferentie over.
Het interne overleg op zijn eigen ministerie valt volgens Rutte ‘onder de beleidsintimiteit tussen ambtenaren’. Verslagen van de ministerraad vallen onder de wettelijk vastgelegde geheimhouding, die geldt voor twintig jaar.
Algemene Zaken is klein en produceert minder papier
De premier ontkent dat hij op zijn departement heeft verordonneerd dat er zoveel mogelijk mondeling wordt afgehandeld om te voorkomen dat zaken worden gewobt. Hierover zei hij al eerder dat hij nu eenmaal een klein ministerie heeft – ongeveer vierhonderd medewerkers – en dat het meeste niet schriftelijk gaat.
De stukken die wel vrijkwamen, illustreren overigens dat het zondagse Catshuisberaad bron is voor de verdere besluitvorming in de aanpak van de coronacrisis. Zo blijkt ook uit de ‘besluitboom’ die werd gepubliceerd na WOB-verzoeken.
"Ordentelijke besluitvorming" oftewel: de ambtelijke beslisboom.
Let op de explicitie vermelding van het Catshuisoverleg. Deze sheet geeft @LodewijkA munitie om documenten over dat informele samenzijn op te vragen. pic.twitter.com/jqwPSrhKrj— Laurens Boven (@laurensboven) December 3, 2020
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het overleg op het Catshuis is ‘informeel en niet besluitvormend – in vertrouwen met elkaar van gedachten te wisselen’, antwoordde Rutte eerder op vragen van SP-fractievoorzitter Lilian Marijnissen. ‘Er vindt op velerlei momenten in verschillende samenstellingen overleg plaats tussen leden van het kabinet. Zo ook met regelmaat op het Catshuis. Het betreft een informeel en beschouwend overleg op initiatief van de Minister-President zonder formele agenda. Er vindt geen besluitvorming plaats.’
Openbaarmaking is schadelijk voor vrije gedachtenwisseling
Volgens Rutte schaadt openbaarmaking van eventuele documenten ‘de bescherming voor de voor de vrije gedachtenwisseling noodzakelijke vertrouwelijkheid waarin het overleg tussen de aanwezigen plaatsvindt. Openbaarmaking zou ertoe kunnen leiden dat de mogelijkheden voor toekomstige informele gedachtenwisseling in vertrouwen beperkt worden.’
PvdA-leider Lodewijk Asscher hield afgelopen week nog een keer een pleidooi voor openbaarmaking. Dat zou de besluitvorming ten goede komen.
Het Catshuis vervult al jaren een rol in de besluitvorming van kabinetten. Hieronder enkele fragmenten over het Catshuis uit het boek Geheimen van het Torentje van Arendo Joustra en Erik van Venetië.
Het Catshuis ligt op historische grond, kent een lange geschiedenis en staat vol museumstukken. Het Catshuis, dat in de buurt van het Congresgebouw in het park Zorgvliet ligt, ontleent zijn naam aan de raadpensionaris en dichter Jacob Cats. Die had in 1643 een klein landgoed gekocht tussen de hofstad Den Haag en het vissersdorp Scheveningen en liet daarop een klein landhuis bouwen. Hij noemde de buitenplaats Sorghvliet omdat hij hier de zorgen na zijn langdurige bestuurlijke taak achter zich wilde laten; en omdat het huis aan een vliet ligt, de Beek, die in de duinen van Scheveningen ontspringt en nog altijd vrijwel onzichtbaar zijn weg zoekt naar de Hofvijver.
Cats betrok zijn huis in 1652 en overleed er acht jaar later op 82-jarige leeftijd. De buitenplaats kwam daarna in handen van de familie Bentinck, die het anderhalve eeuw later vanwege financiële moeilijkheden moest verkopen. Rond 1900 verwierf de familie Goekoop het landgoed. De staat kocht in 1961 het huis van de Goekoops om het, na een restauratie van een kleine zeven ton, in te richten als ambtswoning voor de minister-president.
De CDA-ministers vergaderden er in het verleden op donderdagavond, het zogenoemde bewindsliedenoverleg. Voor de deelnemers aan het donderdagavondberaad was het Catshuis vooral plezierig omdat het er lekker ruim is. Gijs van Aardenne, die het Catshuis kent uit de tijd dat daar nog de vergaderingen van de ministerraad werden gehouden, heeft er alleen maar goede herinneringen aan. ‘Het Catshuis geeft je de mogelijkheid om veel rond te lopen en met iedereen te praten. Je kunt de tuin in wandelen of in de kamertjes zitten. Dat heeft iets gemoedelijks. Onder het wandelen werden veel zaken gedaan en na afloop van de vergadering kon je nog wat napraten.’
Vooral over de tuin is iedereen lyrisch. Als de zon schijnt, is het een genot om in alle rust op het terras met elkaar te praten. De besloten tuin is drie hectaren groot en ligt op zijn beurt weer in een openbaar wandelpark van tweeëntwintig hectaren, zodat stilte verzekerd is. Er is ook geen inkijk, want in 1984 is op verzoek van de premier besloten dat in de onmiddellijke omgeving geen gebouwen mogen verrijzen die hoger zijn dan 35 meter. ‘Dit in verband met de veiligheid en de privacy van de gasten en gebruikers van het Catshuis,’ schreef Lubbers in zijn brief aan het Haagse college van B en W en de gemeenteraad. ‘En dan gaat het niet alleen om kijk- maar ook om schootsmogelijkheden,’ gaf een woordvoerder van de Rijksvoorlichtingsdienst als toelichting op Lubbers’ brief. Anders dan het Torentje, waar geen marechaussee is te bekennen, wordt het Catshuis en de directe omgeving streng bewaakt. Het verhaal gaat dat in de instructie van de veiligheidsagenten staat dat ze in de buurt van het huis hun ogen niet mogen opslaan. Een verordening die dateert uit de tijd dat een minister-president het Catshuis als ambtswoning gebruikte en zijn dochters op mooie zomerdagen in bikini op het grasveld lagen.
Dat moet lang geleden zijn. Slechts drie premiers hebben met hun gezin in het Catshuis gewoond. De eerste was Marijnen, de tweede Cals, en de derde De Jong. Zijlstra maakte er tijdens zijn korte ambtsperiode geen gebruik van, Biesheuvel bleef in Aerdenhout wonen en zette daarmee een trend. Want ook zijn opvolgers Den Uyl, Van Agt en Lubbers bleven in hun eigen huis wonen en gebruikten het Catshuis slechts als logeeradres en voor vergaderingen en officiële ontvangsten.