Een wolf zorgt in Noord-Brabant voor een slachting onder schapen. Tientallen zijn al doodgebeten. De terugkeer van de wolf in Nederland, na zo’n eeuw te zijn weggeweest, was een politieke wens. Maar nu de wolf er is blijkt hoe lastig het is om in overvol Nederland ruimte te geven aan een dier dat wild is, schrijft Jelte Wiersma.
Schikken en plooien. Dat is al eeuwen een belangrijke karakteristiek van Nederland. Telkens zijn nieuwkomers ingepast, zowel hun opvattingen als fysiek. Daartoe worden telkens compromissen gesloten om op dit kleine en dichtbevolkte stukje aarde eenieder van een plekje te voorzien.
Sinds een jaar of tien heeft zich evenwel een nieuwkomer gemeld die spelbreker is: de wolf. Bestuurlijk Nederland heeft de rode loper voor hem uitgelegd. Speciale natuurgebieden zijn gecreëerd of aangewezen en men koesterde de hoop dat de wolf als toppredator de uit de hand gelopen reeënpopulatie zou verkleinen. Want ook de reeën doen niet aan schikken en plooien en lopen niet alleen in bos en duin, maar inmiddels ook in polders rond. Daar hoort hij planologisch niet. Bij schikken en plooien hoort dat met iedereen rekening wordt gehouden en ieder zijn eigen plek krijgt, maar dat plekje is gezien de grote fysieke drukte wel afgebakend.
Wolven moeten reeën eten
Zo hoort de wolf niet in de bebouwde kom en polder en geen schapen en kalfjes te eten. Onder meer reeën zijn het politiek gewenste wolvenvoedsel, de ecologische hoofdstructuur zijn plek. Maar de wolf houdt zich daar dus niet aan. In Noord-Brabant, Gelderland en andere provincies lopen jonge, trekkende wolven door woonwijken, polders en vallen schapen en kalfjes aan. Dit leidt tot begrijpelijke onrust. In een aantal nachten werden eind november rond Oss en Den Bosch 25 schapen aangevallen. Vaak leefden de schapen nog, maar zijn ze zo zwaar gewond dat ze moesten worden afgemaakt.
Schapenhouders, 39.000 van wie 8.200 professioneel, zijn logischerwijs boos. Ook de pro-wolf-plaform Wolven in Nederland en natuurorganisaties zijn ongelukkig. Bioloog Maurice La Haye van de Zoogdierenvereniging en woordvoerder van Wolven in Nederland zegt: ‘Natuurlijk sta je er als natuurman gekleurd op, maar voor boeren is dit vreselijk. Dat schapenhouders over de zeik zijn snap ik uitstekend, zij gaan elke ochtend met knikkende knieën naar hun schapen.’
Rode loper voor wolf
EW voorspelde al in 2009, voordat de wolf in Nederland was, dat het mis zou gaan. In het artikel De wolf komt! zei gedragsbioloog Paul Koene van de universiteit in Wageningen: ‘Je moet het managen door bijvoorbeeld alleen wolven op de Veluwe toe te staan. Dan moet je daaromheen een aasvrije bufferzone maken zodat ze niet gaan zwerven. Als ze er dan toch buitenkomen, zou je ze moeten schieten.’
Maar al in 2009 was duidelijk dat ministerie, provincies en natuurorganisaties wél de rode loper voor de wolf hadden uitgelegd, maar zich niet wilden branden aan het opstellen van een bij voorbaat controversieel managementplan. Controversieel want daar zou beheersjacht deel van moeten uitmaken. Men wachtte af tot de wolf hen overkwam.
Heleen Prinsen, belangenbehartiger dier van landbouworganisatie ZLTO, zegt: ‘Het grootste probleem is; we wisten dat de wolf kwam, maar de provincies waren niet voorbereid. We lopen achter feiten aan.’ Wolvenwoordvoerder La Haye: ‘Pas in maart dit jaar is de provincie Noord-Brabant bezig gegaan. Terwijl de wolf al jaren op de Veluwe zat. Een zwervende wolf loopt in een nacht makkelijk 50 kilometer.’
Onze wolven zijn eigenlijk Duitsers
In 2011 bij Duiven was het zover; de eerste wolf meldde zich. Het kon niet uitblijven. De wolvenpopulatie in Duitsland is sinds 1990 heel hard gegroeid. Door natuur- en milieumaatregelen en door de afbraak van het IJzeren Gordijn waardoor wolven uit Oost-Europa westwaarts konden trekken. ‘Duitsland heeft inmiddels de grootste wolvendichtheid ter wereld’, zegt woordvoerder Reinier Enzerink van landbouworganisatie ZLTO. ‘De wolven in Nederland zijn een randverschijnsel van Duitsland.’
Dat randverschijnsel zet sinds 2011 vooral in de herfst de zandgrond in Oost- en Zuid-Nederland op stelten. Dan trekken jonge wolven die door hun roedel van zo’n zes à zeven dieren zijn verstoten door Europa op zoek naar een eigen territorium. Meestal trekken ze door Nederland, vanuit Duitsland uiteindelijk naar België en Frankrijk.
Brussel en Den Haag maken schikken en plooien moeilijk
Weg gaat de wolf niet meer. La Haye: ‘De politiek gaat er over en heeft tientallen jaren geleden een beslissing genomen.’ Dat is begonnen met de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, in respectievelijk 1979 en 1992. Het is een beetje zoals met stikstof. Op EU-niveau spreken regeringen regels af, waarvan de consequenties pas decennia later duidelijk worden. En waarbij telkens geldt: de impact op het dichtbevolkte Nederland dat ook nog eens een grote landbouwsector kent, is groter dan in dunbevolktere landen. Hedendaagse politici zitten er mee, vooral de provincies die in de praktijk uitvoeringsorganisaties van Brussel en Den Haag en die het schikken en plooien moeten organiseren.
Lees ook over dit onderwerp: De wolf en de zeven andere wilde dieren in Nederland
Zij komen in eerste instantie met lapmiddelen, zoals schadeloosstellingen per doodgebeten schaap of kalf. En subsidies voor hekken om bijvoorbeeld schaapskudden voor de nacht te beschermen. La Haye zegt dat dit goed werkt, maar dat schapenhouders dit vaak niet willen. Daarmee lijkt dit geen structurele oplossing te zijn om het aantal dode schapen en kalveren fors terug te dringen én toch ruimte te bieden aan de wolf.
Heleen Prinsen van ZLTO: ‘De wolvenpopulatie is een Europese populatie. Je moet aanwijzen waar de wolf wel en niet mag zijn.’ Collega Enzerink: ‘Je moet op de kaart aangeven: hier past hij wel en daar niet. Dus alleen in natuurgebieden waar ze zich kunnen voeden.’
Dat betekent dat wolven die buiten het hun toegewezen stukje Nederland komen, verjaagd zouden mogen worden. Bijvoorbeeld met rubberkogels. De wolf is intelligent en zou snel leren waar hij wel en niet ongestoord kan leven. La Haya van Wolven in Nederland vindt juist dat de charme van de wolf is dat hij niet getemd is. ‘De wolf toont een stukje wildheid en laat zien: we hebben als mens niet alles in de hand.’
Wildheid wolf: schikt en plooit niet
Juist die wildheid maakt de wolf vooralsnog zo onruststoker: hij schikt en plooit niet en niemand is verantwoordelijk voor hem. Ook elders in Europa wordt deze wildheid niet altijd gewaardeerd. In niet-EU-landen Noorwegen en Zwitserland wordt het aantal wolven met de loop van het geweer fors beperkt, in Duitsland, Frankrijk en België wordt soms illegaal gejaagd. La Haye: ‘Het conflict tussen mens en wolf is het grootst in landen waar de wolf nieuw is. In Italië en Polen zijn altijd wolven geweest en daar is het geen probleem. Boeren zullen moeten inschikken voor de wolf.’
Dat hebben zij ook al deels gedaan. Met belastinggeld zijn boeren massaal uitgekocht om van hun land natuurgebieden te maken, onder meer om de wolf ter wille te zijn. Maar dan moet de wolf ook inschikken en plooien en alleen die natuurgebieden gebruiken. Zo was het immers bedacht in Den Haag.
Maar voorlopig kan de wolf zijn gang gaan waar en wanneer hij dat wil. Het Europees Hof van Justitie heeft op basis van een rechtszaak van een Finse natuurorganisatie de kaders neergezet waarbinnen de wolf mag worden bejaagd. De juridische ruimte daarvoor is miniem. Zo lijken de slachtpartijen onder schapen nog wel even voort te duren en hoeft niemand verbaasd op te kijken als een wolf door de tuin loopt. Het gevolg? La Haye sluit niet uit dat ook in Nederland de wolf inmiddels illegaal wordt bejaagd.