De Europese Unie is woedend op farmaceut AstraZeneca. Afgelopen vrijdag 22 januari werd bekend dat de levering van miljoenen vaccins wordt uitgesteld. De Europese Unie en veel van haar lidstaten, zoals Nederland, hadden juist op dat vaccin gerekend om het vaccinatietempo op te krikken. Hoe nu verder?
1. Waarom zijn de vaccins vertraagd?
In de verklaring die de farmaceut vrijdag naar buiten bracht, schrijft AstraZeneca dat het ‘productieproblemen’ ervaart in de fabriek in het Belgische Seneffe. De fabriek, die wordt gerund door het bedrijf Novasep, produceert het vaccin van AstraZeneca. Dat vaccin is door de Europese medicijnwaakhond EMA nog niet goedgekeurd, al lijkt dat vrijdag 29 januari te gebeuren.
De precieze problemen heeft AstraZeneca niet bekendgemaakt, maar de gevolgen zijn groot: liefst 60 procent van de 31 miljoen vaccins die tot eind maart zouden worden geleverd, komt later.
De Europese Commissie, die de vaccininkoop van lidstaten organiseert, wil tekst en uitleg van de farmaceut. Volgens Politico investeerde de Europese Unie honderden miljoenen in AstraZeneca zodat dat bedrijf de vereiste productiecapaciteit kon opbouwen. Onderdeel van die afspraken was dat AstraZeneca alvast miljoen vaccins zou produceren nog voor het vaccin was goedgekeurd.
Bij de Commissie leven nu twee vragen: zijn de vaccins wel geproduceerd volgens afspraak, of heeft AstraZeneca ze doorverkocht aan een andere partij? De Commissie wil maandag 25 januari antwoorden krijgen op die vragen.
2. Hoe staat het vaccinatietempo ervoor in de EU?
De vertraging van de AstraZeneca-vaccins is een ramp voor de vaccinatieprogramma’s van de Europese lidstaten. In veel landen is onvrede over het trage tempo waarin het vaccineren verloopt. Jaloers wordt gekeken naar het Verenigd Koninkrijk dat afgelopen week twee miljoen mensen inentte. De Britten lopen voorop in Europa, mede doordat het land sneller toestemming gaf voor gebruik van de AstraZeneca-vaccins.
Vorige week kondigde de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, aan dat 70 procent van de volwassenen in de Europese Unie voor de zomer moet zijn gevaccineerd. Dat doel lijkt door de problemen bij AstraZeneca veel moeilijker haalbaar.
Om dat doel te halen, moeten Europese landen vijf keer zo snel gaan vaccineren. Uit cijfers van Bloomberg blijkt dat tot nu toe 1,93 op de 100 inwoners van de Europese Unie zijn gevaccineerd. In het Verenigd Koninkrijk zijn dat 10,21 op de 100 inwoners.
3. Kan Nederland een keer inlopen?
Nederland loopt in vergelijking met andere Europese landen achteraan met vaccineren. Slechts 0,78 op de 100 Nederlanders is gevaccineerd. In Duitsland ligt dat op 1,96 op de 100 inwoners, in België is het 1,66 op de 100 en in Frankrijk 1,58 op de 100. Alleen Bulgarije presteert slechter.
Nederland lijkt voorlopig ook niet sneller te kunnen vaccineren. Hugo de Jonge (CDA), minister van Volksgezondheid, zegt in reactie op de vertraging bij AstraZeneca dat het vaccinatietempo wordt verlaagd. Nederland rekende tot eind maart op 2,3 miljoen vaccins van de farmaceut, maar dat worden er nu slechts zo’n 920.000.
Hoe het nieuwe vaccinatieschema eruit gaat zien in Nederland, is nog onduidelijk. Het vaccin van AstraZeneca zou vooral worden gebruikt voor de inenting van 18- tot 60-jarigen met en zonder medische indicatie en een deel van het zorgpersoneel.
4. Wie is wereldwijd koploper vaccineren?
Op dit moment is dat Israël, gevold door de Verenigde Arabische Emiraten. Israël heeft op moment van schrijven bijna 40 vaccins toegediend per 100 inwoners. De Verenigde Arabische Emiraten staan met 23 vaccins per 100 inwoners op plek twee. Sinds 19 december heeft meer dan een kwart van de negen miljoen Israëliërs één of twee doses van het Pfizer-vaccin ontvangen.
Een van de verklaringen voor Israëls koppositie is de goede toegang tot coronavaccins. Dat gaat gepaard met hogere kosten. Israël zou twee keer zoveel betalen aan de Amerikaanse vaccinontwikkelaar Pfizer als het reguliere tarief. Daarnaast sloot het land een overeenkomst met Pfizer: in ruil voor een vaste stroom coronavaccins levert Israël de geneesmiddelenfabrikant medische gegevens van patiënten.