Het kabinet kwam dinsdagavond, 12 januari, bijeen om de toeslagenaffaire te bespreken. Op de agenda stond het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag en de kabinetsreactie daarop. Wordt dat rapport de reden dat het kabinet zijn ontslag indient? Premier Mark Rutte (VVD) zou dat niet willen. Dit zijn de vier elementen die het lot van het kabinet bepalen.
1. Mark Rutte en de komende Kamerverkiezingen
Volgens tv-programma Nieuwsuur ziet premier Rutte niets in het aftreden van het kabinet. Aftreden had eerder moeten gebeuren, vindt de premier. Een opvallend standpunt, want op welk moment tijdens de toeslagenaffaire had het kabinet dan kunnen aftreden?
Tijdens zijn verhoor door de parlementaire ondervragingscommissie zei Rutte dat de omvang van het schandaal hem pas in 2019 duidelijk werd. Hij omschreef de affaire als ‘een bal die het ravijn inrolde’ zonder dat iemand ingreep.
Door het keiharde beleid van de Belastingdienst zijn ruim twintigduizend ouders zwaar gedupeerd. Zij werden onterecht bestempeld als ‘fraudeur’ en moesten tienduizenden euro’s terugbetalen. Volgens de ondervragingscommissie zijn hierbij de beginselen van de rechtsstaat geschonden. Na druk uit de Tweede Kamer besloot het kabinet vlak voor Kerst dat elke gedupeerde ten minste 30.000 euro schadevergoeding krijgt. Dat zou in de meeste gevallen genoeg moeten zijn. Maar koopt het kabinet dan alleen de schade af?
De optie om één minister te laten aftreden, zou Rutte ook niet zien zitten. Minister van Economische Zaken, Eric Wiebes (VVD), was in het vorige kabinet verantwoordelijk voor de Belastingdienst, maar ministeriële verantwoordelijkheid draait om de functie, niet de persoon. Alleen bleek tijdens de verhoren van de parlementaire commissie ook dat Wiebes de Tweede Kamer verkeerd had ingelicht: een politieke doodzonde.
Voor Rutte spelen de aanstaande Kamerverkiezingen mede een rol. Zijn Rutte-doctrine – zo min mogelijk openbaarheid geven aan Tweede Kamer en journalisten – wordt van alle kanten aangevallen. Rutte zou zich erop voorbereiden een behendige draai te maken: zich een tegenovergestelde mening aanmeten waarin openbaarheid wél belangrijk is in de besluitvorming.
2. De voortslepende coronacrisis
Een element in de afweging van het kabinet is ook de coronacrisis. Als het kabinet zijn ontslag indient en demissionair verdergaat, kan het die crisis dan nog effectief bestrijden? Dat lijkt geen probleem. Momenteel heeft het kabinet al geen meerderheid in Tweede Kamer en Eerste Kamer. Bovendien gaat de Tweede Kamer vanaf 12 februari met voorjaars- en verkiezingsreces. Alleen voor spoedgevallen zal de Tweede Kamer dan bijeenkomen.
Lees ook dit essay van Arendo Joustra: Aftreden Rutte III lost wel degelijk iets op
Het kabinet is sowieso demissionair vanaf de dag van de verkiezingen, dit jaar op 15, 16 en 17 maart. Veel verandert dat niet aan de macht en mogelijkheden die het kabinet heeft: het kan blijven deelnemen aan Europese besluitvorming en wetsvoorstellen indienen in de Kamer. Door af te treden rond het Tweede Kamerdebat over de affaire op 20 en 21 januari krijgt het kabinet de demissionaire status zeven weken eerder dan gepland.
3. Waakhond Pieter Omtzigt
CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt is een van de aanjagers van de waarheidsvinding in de toeslagenaffaire. Omtzigt ontpopt zich als bestrijder van onrecht en corruptie. Zo werd deze week Luca Volontè veroordeeld in een zaak die Omtzigt aan het rollen bracht. De Italiaan nam steekpenningen uit Azerbeidzjan aan, toen hij een prominente afgevaardigde was in de Raad van Europa. Volontè gaat vier jaar de cel in.
Omtzigt beet zich in die zaak vast, net als hij dat samen met SP-Kamerlid Renske Leijten deed bij de toeslagenaffaire. Kan hij accepteren dat het kabinet aanblijft? Omtzigt had meermaals tranen in de ogen na het aanhoren van de schrijnende verhalen van getroffen ouders.
Maar kenmerkend aan de toeslagenaffaire is dat elke partij en iedere politicus er op de een op andere manier bij betrokken is. Wopke Hoekstra, de nieuwe CDA-aanvoerder, als minister van Financiën in het huidige kabinet. De Belastingdienst valt, indirect, onder zijn departement. Toen staatssecretaris Menno Snel (D66) vanwege de toeslagenaffaire aftrad, nam Hoekstra tijdelijk waar.
Omtzigt kan afzien van steun aan zijn partij tijdens het debat over het schandaal. Er zal een motie van wantrouwen worden ingediend door onder meer GroenLinks. Het kabinet leunt op slechts 75 zetels in de Tweede Kamer. De stem van Omtzigt zou dus de doorslag kunnen geven. Ook CDA’er Chris van Dam, voorzitter van de commissie die het snoeiharde rapport opstelde, kan zich tegen de coalitie keren.
4. Lodewijk Asscher en zijn geloofwaardigheid
Ook Lodewijk Asscher heeft een dubbelrol. De PvdA-leider weet dat onder de getroffen ouders zijn kiezers zitten, maar hij was medeverantwoordelijk voor het toeslagenbeleid. Asscher betuigde spijt in een brief, maar zei ook aan te blijven als partijleider.
In zijn partij wordt daarmee geworsteld. Op het aanstaande PvdA-congres wordt een motie ingediend waarin Asscher wordt gevraagd te vertrekken. Die motie haalt het waarschijnlijk niet, maar pijnlijk is het wel.
Hoe gaat Asscher om met een motie van wantrouwen tegen het kabinet? GroenLinks haalt de PvdA in met de aankondiging van zo’n motie. Wat blijft er over van Asschers geloofwaardigheid als hij stemt voor het vertrek van een kabinet wegens een schandaal waarin hij zelf een hoofdrol speelde?
Correctie 13-01-2021: In een eerdere versie van dit stuk stond dat een demissionair kabinet enkel lopende zaken afhandelt. Dat is verouderd en onvolledig. Een demissionair kabinet kan wetsvoorstellen blijven indienen en deelnemen aan Europese besluitvorming. Dat is hierboven aangepast.