De protesten en rellen tegen het coronabeleid passen historisch gezien in een patroon. Volgens Rina Knoeff, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen en gespecialiseerd in medische geschiedenis, is maatschappelijke onrust tijdens epidemieën goed te verklaren vanuit een sociaal-economisch perspectief. Wat leert de geschiedenis ons?
1.Kwam protest, zoals nu tegen het coronabeleid, eerder voor?
‘Ja, bijna bij elke grote epidemie in de geschiedenis hebben we rellen gezien,’ zegt Knoeff. ‘Dat gebeurde wereldwijd, bijvoorbeeld in Europa tijdens de pestepidemie in de Middeleeuwen, maar ook vrij recent tijdens de ebola-epidemie in 2014, toen in Afrika werd gereld. De geschiedenis leert ons dat we daarom voorzichtig moeten zijn.’
Anders dan nu bleven in het verleden protesten in Nederland beperkt. ‘Tijdens de cholera-rellen in de negentiende eeuw gingen mensen in Rusland, Duitsland, Italië en Engeland de straat op, maar die protesten zijn grotendeels aan ons land voorbijgegaan.’
2. Waartegen werd in het verleden geprotesteerd?
‘Je ziet vanuit het verleden heel duidelijk dat wanneer er wordt gereld, dat zich richt tegen een autoritaire overheid en de opgelegde maatregelen.’ Regels als social distancing, quarantaine of een avondklok zijn van alle tijden, maar wat je vroeger zag, is dat wanneer mensen binnen moesten blijven ze hun inkomsten verloren. Dat was reden voor veel mensen om te gaan protesteren.’
Lees het interview met Ab Osterhaus en Bram Palache: ‘Nieuwe pandemie op de loer’
In de geschiedenis zijn veel overeenkomsten te vinden met de huidige situatie. Knoeff noemt als voorbeeld het geweld tegen gezondheidsinspecteurs in de negentiende eeuw tijdens de cholera-uitbraken. ‘Die inspecteurs werden gezien als het verlengde van de autoritaire overheid. We zijn nu ook in een situatie beland waarin de dokters, of in elk geval het OMT, als een soort verlengstuk van de overheid worden gezien. Dan zie je dat mensen zich ertegen gaan keren.’
Ook ander protest, zoals tegen coronavaccinatie of mondkapjes, is volgens Knoeff niet nieuw. Ze noemt als voorbeeld de Engelse anti-vaxxers uit de negentiende eeuw en een beweging in de Verenigde Staten die tijdens de Spaanse griep in opstand kwam tegen het dragen van mondkapjes. ‘Net als nu ging de discussie erover dat het niet bewezen zou zijn dat ze werken.’
3.Wat verklaart maatschappelijke onrust tijdens een epidemie?
‘Wat heel vergelijkbaar is tijdens epidemieën is dat allerlei sociale onrechtvaardigheid rauw bloot komen te liggen, ook wel social toxins genoemd. Niet alleen sociale ongelijkheid en economische ongelijkheid, maar ook gezondheidsongelijkheid. Dat leidt in de maatschappij tot onrust, complotdenken en uiteindelijk ook tot rellen.’
Als voorbeeld noemt Knoeff de cholera-rellen in de negentiende eeuw, die bijna tot een soort klassenstrijd leidden. ‘De onderklasse kwam in opstand tegen de maatregelen en zei dat cholera was bedacht door de rijkere klasse om de armoede te kunnen bestrijden. Er werd gedacht dat quarantaine een middel was om af te komen van de armen.’
‘Ook in de huidige maatschappij zien we dat corona harder toeslaat bij de lagere sociale klassen, zoals armere mensen en mensen die boven op elkaar wonen.’ Volgens Knoeff gaat het op dit moment ook om intergenerationele ongelijkheid: ‘Jongeren worden in deze crisis hard getroffen.’ Bij de huidige virusbestrijding is er volgens haar heel weinig aandacht voor dit soort problemen en sociaal-economische klassen. ‘Terwijl je ziet dat het daar gaat ontsporen.’
4.Welke rol heeft de overheid bij onrust?
‘De overheid speelt altijd een rol in de onrust tijdens een epidemie,’ zegt Knoeff. Volgens haar kan de overheid er ook voor zorgen dat de situatie verbetert. ‘Op het moment dat een overheid zich welwillender opstelt, meer bereid is over maatregelen te onderhandelen en die meer weet aan te passen aan sociaal-economische omstandigheden, zie je dat rellen afnemen.’
Dat gebeurde volgens Knoeff tijdens de cholera-epidemie in 1831 in Berlijn. ‘De overheid greep toen keihard in, wat niet goed werkte. Ze gingen daarna meer in onderhandeling en er kwamen initiatieven voor liefdadigheid. De onrust en de rellen namen toen snel af.’