Het demissionaire kabinet-Rutte zal geen excuses maken aan de nabestaanden van slaven uit Suriname, de Antillen of Indonesië voor het Nederlandse slavernijverleden. Dat zei premier Mark Rutte vrijdag 12 februari.
Het kabinet heeft hierover gesproken, zei Rutte, en verwerpt slavernij volledig. Toch is besloten nu geen excuses aan te bieden, mede vanwege ‘het risico dat een debat hierover juist de tegenstellingen in Nederland aanjaagt’.
Ook heeft hij er ‘als historicus’ moeite mee excuses te maken voor iets wat 150 jaar geleden is gebeurd. ‘Wie ben ik om nu de morele vinger te heffen naar voorgangers als Schimmelpenninck of Thorbecke?’ In Nederland was toen ook geen democratie, maar een autocratisch bestuurd land. Rutte: ‘Het gros van de Nederlanders had niets te zeggen.’
Stadsbesturen hebben wel oren naar excuses
Rutte benadrukt dat hij alle begrip heeft voor de wens dat er excuses komen en ook ‘respect’ voor de steden die wel overwegen om als stadsbestuur excuses te maken.
Een van die stadsbesturen is Amsterdam, daar is een meerderheid binnen de gemeenteraad voor excuses. Die zouden in 2020 tijdens de jaarlijkse herdenking al worden aangeboden, maar het is door de coronamaatregelen uitgesteld naar 2021.
Ook het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam is in gesprek om te kijken of er excuses moeten worden gemaakt voor het slavernijverleden van de stad. Hoe die excuses moeten worden gemaakt en of dat samen met Amsterdam of met het Rijk moet gebeuren, zijn enkele van de vragen waarover het college zich beraadt.
Meerderheid vindt excuses niet nodig
De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb riep eerder op tot nationale excuses, maar tot nu toe heeft het kabinet alleen ‘diepe spijt en berouw’ getoond. Aan excuses zijn namelijk mogelijk aansprakelijkheidsgevolgen te verbinden, die kunnen leiden tot een schadevergoeding.
Een meerderheid van de Nederlanders vindt het overigens niet nodig dat excuses worden aangeboden voor het slavernijverleden. Dat meldde Trouw op basis van een enquête van I&O Research. Bij de StemWijzer heeft tot nu toe 51 procent gezegd tegen excuses te zijn, terwijl 36 procent van de bijna 175.000 mensen die de stelling beantwoordden, vindt dat dit wel moet gebeuren.
Fractievoorzitter Pieter Heerma van het CDA heeft eerder al gezegd dat excuses van zijn partij niet hoeven. Ook CDA-leider Wopke Hoekstra is het hiermee eens, zei hij vrijdag 12 februari bij Goedemorgen Nederland. ‘Het is een zwarte bladzijde uit ons verleden. Dat moet op een goede manier bij geschiedenisles terugkomen en dat moeten wij ten volle onder ogen zien. Maar het is niet iets waarvan ik vind dat je er excuses voor moet aanbieden. Dat is 150, 200 jaar geleden beëindigd. Het is een verschrikkelijke episode uit de geschiedenis. Ik vind dat je daar open voor moet staan en het gesprek moet aangaan met iedereen die daar last van ondervindt. Maar excuses is iets obligaats.’
Wat vinden de politieke partijen?
EW zocht uit hoe de politieke partijen denken over het wel of niet aanbieden van excuses. De resultaten zijn op basis van de Stemwijzer van Prodemos.
Voor het aanbieden van excuses door Nederlandse regering:
- D66
- GroenLinks
- SP
- PvdA
- ChristenUnie
- Partij voor de Dieren
Tegen het aanbieden van excuses:
- VVD
- PVV
- CDA
- 50Plus
- SGP
- FVD
Wat zijn de argumenten?
Volgens D66 is een erkenning van het leed een begin voor een dialoog over gedeeld verleden. PvdA vindt het belangrijk dat fouten in het verleden worden erkend en dat er van het verleden wordt geleerd. De ChristenUnie wil dat er aandacht komt voor de schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis. Volgens GroenLinks is het slavernijverleden niet los te zien van het institutioneel racisme in Nederland, met excuses neemt de staat ‘historische verantwoordelijkheid’.
Het CDA is zoals Hoekstra al betoogde tegen excuses, maar wil meer aandacht voor het slavernijverleden. Zo moet 2023 een nationaal herdenkingsjaar worden, dan is het 150 jaar na het einde van de slavernij in het Koninkrijk. Volgens 50Plus is een spijtbetuiging voldoende en FVD noemt excuses zinloos, omdat het eeuwen geleden gebeurde.