Doorrekening legt ideologische stoelendans bloot

01 maart 2021Leestijd: 4 minuten
V.l.n.r. Jesse Klaver (GroenLinks), Geert Wilders (PVV), Mark Rutte (VVD) en Sigrid Kaag (D66). Foto: ANP

De politieke partijen zijn door het Centraal Planbureau (CPB) weer door de financiële mangel gehaald. Welke plannen hebben de partijen en wat betekent dat voor belastingbetalers? De ideeën over staatsschuld zijn onherkenbaar veranderd ten opzichte van eerdere jaren.

Het Planbureau geeft partijen bij landelijke verkiezingen altijd de mogelijkheid om hun verkiezingsprogramma’s door te rekenen: wat doen hun plannen met de staatsschuld, overheidsuitgaven en belastingen? Ditmaal maakten tien partijen daarvan gebruik. Behalve de PVV deden alle grote partijen mee en een handvol kleinere partijen.

1. Wat willen de politieke partijen met de belastingen?

Politieke partijen hebben radicale plannen om het belastingstelsel op de schop te nemen. Vooral het toeslagenstelsel is partijen een doorn in het oog geworden. Zeker nu het kabinet is gevallen over de toeslagenaffaire, is dit het moment voor een grote wijziging.

De meeste partijen verwijzen naar een vereenvoudiging van de inkomstenbelasting, maar blijven daarbij aan de oppervlakte. Een aantal partijen heeft het beoogde stelsel wel verder uitgewerkt. D66 heeft het bijvoorbeeld over ‘verzilverbare heffingskortingen’. Kort en goed heeft iedere belastingplichtige recht op een korting op de te betalen belasting, bijvoorbeeld een arbeidskorting voor werkenden, of ouderenkortingen voor AOW’ers.

In hoofdlijnen luidt dan het idee om die kortingen te verhogen, en altijd uit te keren, ook als iemand weinig belasting betaalt. Die uitkering van heffingskortingen zou de huidige zorg- en huurtoeslag kunnen vervangen.

Wat daarnaast opvalt, is dat partijen hogere tarieven willen invoeren voor ‘rijken en bedrijven’. De PvdA wil een toptarief van 60 procent voor inkomens vanaf 150.000 euro. Het CDA wil een tijdelijk hoger tarief na de coronacrisis, maar noemt geen percentages.

Vooral de directeur-grootaandeelhouder (de ondernemer met een bv) moet het bij de linkse partijen ontgelden. Met een hogere erf- en schenkbelasting als de zaak van de ouders naar de kinderen gaat, zeggen bijvoorbeeld GroenLinks en de PvdA.

2. Wat doet dat met mijn koopkracht?

Kort gezegd: hoe linkser de partij, hoe groter de beloftes. De SP-plannen zijn goed voor zo’n 2 procent koopkrachtstijging per jaar. Stel dat een nieuw kabinet helemaal niets zou veranderen, dan zouden mensen er juist 0,1 procent op achteruitgaan. Na de SP beloven de PvdA (1,8 procent) en D66 (1,2 procent) de dikste portemonnee.

De VVD en het CDA temperen met respectievelijk een plus van 0,6 en 0,4 procent de verwachtingen juist. Opvallend is dat de hoogste inkomens niet het beste af zijn bij de VVD (+0,5 procent), maar bij de PvdA (+0,6 procent). Bij de SP gaan zij er juist 0,8 procent op achteruit per jaar.

Het overgrote deel van de partijen kiest ervoor om werkenden het meeste te laten profiteren van hun plannen. Alleen SP, ChristenUnie, DENK en 50Plus kiezen ervoor om uitkeringsgerechtigden en/of gepensioneerden voorop te stellen.

3. Worden de overheidsfinanciën weer op orde gebracht?

Nee. Vrijwel alle partijen lijken hier hun ideologische veren af te schudden. De VVD en het CDA, die traditioneel voor een beperktere overheid en een lage staatsschuld zijn, laten de schuld de komende jaren opvallend genoeg het meeste oplopen. Zij zijn de enige partijen waarbij de schuld de komende jaren boven de 60 procent stijgt, schrijft het Centraal Planbureau. Wie in 2025 een lage staatsschuld wil, moet bij GroenLinks, SP of DENK zijn. Bij hen loopt de staatsschuld licht terug tot 58,4 procent.

En ook D66, die tijdens de eurocrisis als oppositiepartij nog bezuinigings- op bezuinigingsakkoord in elkaar timmerde om de overheidsfinanciën op orde te brengen, is ditmaal na de SP de grootste potverteerder geworden. Bij de SP zou de schuld in 2060 naar 120 procent gaan, bij D66 naar de 90 procent.

4. Wat zijn daarvan de gevolgen op lange termijn?

Juist in die langetermijnplannen van de politieke partijen zit de pijn. De komende kabinetsperiode blijft de staatsschuld bij alle partijen zo rond de 60 procent schommelen. Geen zorgwekkend percentage. Maar op lange termijn beloven veel partijen allerlei uitgaven te verhogen of belastingen te verlagen, zonder dat zij dat financieel onderbouwen. Dit gebeurt niet alleen aan de linkerzijde, maar ook bij liberale partijen. Zo wil de VVD de defensie-uitgaven flink opschroeven, en geeft D66 een ongedekte cheque aan alle huidige belastingbetalers, te betalen door volgende generaties.

Dergelijke ongedekte plannen komen tot uiting in het zogeheten structurele EMU-saldo. Dat bekijkt niet alleen of de plannen nú leiden tot een hoger begrotingstekort, maar ook naar de gevolgen op lange termijn. Nu Nederland aan het begin staat van een vergrijzingsgolf, zijn beloftes om bijvoorbeeld de zorg extraatjes toe te stoppen, of de AOW-uitkering te verhogen nog wel te dragen. Maar met elk jaar dat vordert, lopen de kosten daarvan op.

Toekomstige generaties

Voor de coronacrisis toesloeg, had Nederland nog een structureel overschot. Ofwel: er was nog wat speelruimte voor toekomstige generaties om hun eigen prioriteiten te stellen (lastenverlichting bijvoorbeeld, of extra overheidsuitgaven). Mede door de klap van corona is dat omgeslagen in een tekort van 0,7 procent. Als het aan het CDA ligt, verdubbelt dat tekort tot 1,4 procent. De liberalen van de VVD en D66 laten dat nog verder oplopen, tot respectievelijk 1,5 en 1,9 procent.

Alleen SGP en DENK nemen harde maatregelen en brengen het tekort terug tot respectievelijk 0,5 en 0,3 procent. Opvallend genoeg is de PvdA van alle (middel)grote partijen het meest terughoudend in dure beloftes op de lange termijn. Bij die partij loopt het structurele tekort ‘slechts’ op tot 1 procent.

Zo hebben de doorrekeningen van het Centraal Planbureau een politieke tombola blootgelegd. D66 die potverteert, VVD en CDA die de staatsschuld laten oplopen, en links dat op sommige punten juist zuinig is. Het zijn plannen die niet passen bij de diepgewortelde ideologie of overtuiging van veel van deze partijen.


Bron: CPB