Hogeronderwijsinstellingen dreigen subsidie kwijt te raken als ze niet voldoen aan Europese richtlijnen op het gebied van gender en inclusiviteit. Eerdere diversiteitsinitiatieven kwamen onderwijsminister Ingrid van Engelshoven (D66) al op kritiek te staan. Wat speelt er nu? Vier vragen en antwoorden.
1.Om wat voor plannen gaat het?
Nederlandse hogeronderwijsinstellingen moeten meer inclusieve organisaties worden waar niet alleen de man-vrouwverhouding op orde is, maar ook andere genderidentiteiten zich thuisvoelen. Het is onderdeel van het ‘Nationaal actieplan voor meer diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs en onderzoek’ dat onderwijsminister Ingrid van Engelshoven (D66) vorig jaar presenteerde.
Nu blijkt dat onderwijs- en onderzoeksinstellingen ook moeten beschikken over een ‘gendergelijkheidsplan’ willen zij in aanmerking komen voor bepaalde Europese subsidies. Instellingen moeten hiervoor onder meer geslacht en genderidentiteiten van medewerkers bijhouden.
2. Waar komt het gendergelijkheidsplan vandaan?
Naast het hierboven genoemde Nederlandse initiatief, werkt de Europese Commissie ook aan diversiteitsplannen. Met ingang van 2022 moeten overheidsinstanties, publieke onderzoeks- of hogeronderwijsinstellingen beschikken over zo’n gender equality plan (GEP) als zij financiering willen van Horizon Europe, een onderzoeksbeurs van de EU.
3. Wat zijn de gevolgen voor Nederlandse instellingen?
Een gendergelijkheidsplan is geen verplichting, maar zonder zo’n plan lopen instellingen dus subsidie mis. Het gaat om grote bedragen. Nederlandse instellingen kregen bij de vorige Europese subsidieronde ruim 5 miljard euro toebedeeld. Demissionair minister Van Engelshoven doet daarom een handreiking voor het opstellen van een gendergelijkheidsplan.
Lees ook de column van Geerten Waling: Het gevaar van ‘woke’ begint door te dringen
Instellingen moeten gendergelijkheid bevorderen. Deze maatregelen zouden niet beperkt moeten blijven tot zogenoemde ‘cisvrouwen’ – vrouwen die als vrouw zijn geboren en zich nog altijd zo voelen – maar ook gericht zijn op ‘gender non-binaire en transgender personen’, schrijft de minister.
Diversiteit moet terugkeren in zowel de organisatie, het onderwijs als de fysieke omgeving van instellingen. Dit betekent onder meer het creëren van posities speciaal voor vrouwen, trainingen voor medewerkers op het gebied van gender, maar ook beschikbaarheid van genderneutrale toiletten. Onderwijsinstellingen moeten hun doelstellingen voor het gendergelijkheidsplan openbaar maken.
4. Hoe wordt op de voorstellen gereageerd?
Tweede Kamerleden reageren verontwaardigd over de gendergelijkheidsplannen en willen opheldering van demissionair minister Van Engelshoven.
Lees verder onder de tweets
Universiteiten streven al naar diversiteit en dat is een goed streven, maar dit lijkt een vorm van dwang die z’n doel voorbij gaat schieten.
Eens met m’n VVD-collega. Hier is het laatste woord nog niet over gezegd. https://t.co/jflf6bLASM
— Gert-Jan Segers (@gertjansegers) July 13, 2021
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het is volstrekt normaal dat een onderwijsinstelling plannen maakt om zoveel mogelijk mensen kansen te bieden. Dat doen ze ook. Kan soms beter. Maar wat is er gebeurd met het idee dat onderwijs de verantwoordelijkheid van lidstaten is? Wat heeft de Commissie hiermee van doen?
— Peter Kwint (@peterkwint) July 14, 2021
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Vorig jaar floot de Tweede Kamer Van Engelshoven terug en werd besloten dat er niet nog meer diversity officers bijkomen die toezien op de diversiteitsregels. Ook spraken Kamerleden zich uit tegen het turven van medewerkers op basis van geslacht of afkomst. In haar brief van 9 juli dit jaar zegt demissionair minister Van Engelshoven dat ze registratie van individuele persoonskenmerken niet wenselijk vindt.