Brussel wordt knap zenuwachtig. Landen om de Europese Unie heen zetten steeds vaker immigranten in als wapen. Met een grote stroom Afghanen op komst, slaat de angst in menige lidstaat helemaal toe. Is er een herhaling van de vluchtelingencrisis van 2015 in de maak?
Nadat op 9 augustus negen landen, waaronder Nederland, een brandbrief hadden gestuurd aan de Europese Unie (EU) over de ‘opkomende zorg over het inzetten van migratie voor politieke doeleinden’, heeft Slovenië besloten om volgende week woensdag alle migratieministers digitaal bijeen te roepen. Slovenië, dit halfjaar voorzitter van de Europese Raad, maakt gebruik van het zogeheten IPCR-mechanisme. Dat is een procedure die slechts bij hoge uitzondering wordt toegepast.
IPCR staat voor Integrated Political Crisis Response – gezamenlijk antwoord op een politieke crisis. Dat de IPCR direct op ministersniveau samenkomt (en niet op dat van de Permanent Vertegenwoordigers, de ambassadeurs bij de Europese Unie) toont de ernst van de situatie.
Vluchtelingencrisis van 2015 begon ook in stille augustusmaand
Nu de onverdraagzame moslims van de Taliban Afghanistan (bijna 40 miljoen inwoners) mogen heroveren en iedere Afghaan over de kling zouden jagen die zich de afgelopen twintig jaar niet zou hebben geweerd tegen de buitenlandse strijdmachten, is de vrees groot voor een herhaling van de vluchtelingencrisis van zes jaar geleden. Die begon toen ook in augustus (toen Brussel ook met vakantie was) en mondde uit in Angela Merkels roemruchte ‘Wir schaffen das’ op 31 augustus 2015. Samen met tienduizenden Syriërs trokken even zovele Aziaten en Afrikanen in kolonnes van bijbelse proporties over de Balkan om uiteindelijk hun heil te zoeken in het rijke noordwesten van Europa.
De vluchtelingenstroom werd pas minder nadat de Balkanlanden en Hongarije hekken opwierpen en de EU in maart 2016 een deal sloot met de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Die zou de vluchtelingen, van wie de meesten vooral economische motieven hadden, niet meer doorsturen naar Europa, in ruil voor een jaarlijkse subsidie van 3 miljard euro. Daarvoor werkte Erdogan nog hartelijk mee aan het overzetten van de Aziaten en Afrikanen naar onder meer Griekenland. Sinds hij de deal beklonk, heeft Erdogan Europa bij de strot. Hij kan elk moment de kraan weer openzetten. Zoals nu met de Afghanen die in groten getale Turkije binnenkomen.
De Taliban rukt op in Afghanistan. Dat gaat enorme gevolgen hebben, ook voor ons in Europa. Afgelopen week was ik in de Turkse stad Van, aan de Iraanse grens. Je weet niet wat je ziet. Reportage ⬇️ en een 🧵 pic.twitter.com/rn3Lf613YY
— Olaf Koens (@obk) August 9, 2021
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het voorbeeld van Turkije gekopieerd
Andere landen hebben de afgelopen jaren het voorbeeld van Turkije gekopieerd. Zoals Marokko, waarover Leon Baten net een zeer informatief stuk schreef voor EW Podium.
Lees het stuk van Leon Baten voor EW Podium: Marokko gebruikt migratie als wapen tegen zwakke EU
Maar de meest cynische manier van het inzetten van – ongewenste – immigranten is die van de Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko, die Irakezen (plus Syriërs, Afghanen en Congolezen) die in Minsk arriveren een gratis taxirit aanbiedt naar de grens met de EU-lidstaten Litouwen en Letland. Dit als straf voor de sancties die de EU zijn land heeft opgelegd en die vooral Loekasjenko en diens entourage moeten treffen.
Litouwen en Letland hebben afgelopen maand 50 keer meer migranten zien aankomen vanuit Wit-Rusland dan in heel 2020: ruim 4.000 in plaats van 80.
Vluchtende Afghanen als politiek pressiemiddel
De vrees is nu groot dat ook de voor de Taliban vluchtende Afghanen als politiek pressiemiddel zullen worden gebruikt. In de brief die negen Europese landen (België, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Litouwen, Nederland, Oostenrijk, Tsjechië) op 9 augustus stuurden, wordt de Europese Commissie opgeroepen om een antwoord te formuleren op wat zij een ‘nieuwe geopolitieke trend’ noemen.
Wat dat antwoord moet zijn, is de vraag. Niet alles kan Europees worden opgelost. Immigratie is vooral een nationale aangelegenheid. Dinsdag 10 augustus keurde het Litouwse parlement de bouw goed van een grenshek van meer dan 500 kilometer, over bijna de hele lengte van de grens met Wit-Rusland. De goeddeels onbewaakte grens is al provisorisch versperd met barrières met prikkeldraad. ‘Europa’ gaf geen kik over deze ‘muur’.
Landen onder druk zetten waar migranten vandaan komen
Wel kan de Europese Unie de landen onder druk zetten waar de migranten vandaan komen. In Irak is dat inmiddels gelukt. Iraqi Airways stuurde op 10 augustus een Boeing 777 naar de Wit-Russische hoofdstad Minsk om Iraakse asielzoekers naar huis terug te brengen. In de maanden ervoor zijn zij juist in groten getale door de luchtvaartmaatschappij naar Wit-Rusland gebracht. Onder druk van de Europese Unie heeft de regering in Bagdad daaraan een einde gemaakt.
Een deal met de Taliban is natuurlijk andere koek. En wat zeker niet helpt, is het wankelmoedige beleid van een lidstaat als Nederland. Eerst stuurde Nederland met vijf andere landen een brief op poten naar Brussel met de mededeling dat (uitgeprocedeerde) Afghaanse asielzoekers ondanks de opmars van de Taliban moeten kunnen worden teruggestuurd.
Opeens mogen Afghanen weer niet worden teruggestuurd
Dat was een brief vooral voor de (Afghaanse) bühne, want dit is een kwestie waarover Brussel ook niks te zeggen heeft, en bovendien waren er in elk geval door Nederland de afgelopen maanden überhaupt geen Afghanen teruggestuurd. De brief wilde maar één ding duidelijk maken: Afghanen, blijf weg.
Maar op 11 augustus, slechts enkele dagen later, maakte het Nederlandse kabinet een onvoorziene draai. In elk geval het komende half jaar zullen geen asielzoekers uit Afghanistan worden teruggestuurd. Met andere woorden: wees weer hartelijk welkom Afghanen en paspoortlozen die zich uitgeven voor Afghanen.
Dat lijkt een onverstandig besluit. Juist afschrikking via sociale media – bijna alle vluchtelingen hebben een smartphone en de berichten worden snel gedeeld – is een van de goedkopere en effectievere gezamenlijke antwoorden op een politieke crisis (IPCR) die van de EU-lidstaten een minder gewilde eindbestemming kunnen maken.