Een kleine week nadat op vrijdag 19 november in Rotterdam een weekend vol gewelddadige rellen was begonnen, komt de berechting van relschoppers op gang. Politici reageerden fel en zien geen enkel excuus voor het geweld, maar politiechefs wijzen ook op de oorzaken. Vier vragen en antwoorden over de nasleep van de rellen.
1.Hoe zit het met de berechting van de relschoppers?
De eerste twee relschoppers die vrijdag 19 november bij de onlusten op de Coolsingel in Rotterdam aanwezig waren, zijn woensdag 24 november veroordeeld via het supersnelrecht. Beiden zijn veroordeeld tot vijf maanden cel. Ook moesten ze de politie een schadevergoeding van 1.000 euro betalen en kregen ze een gebiedsverbod van één jaar in het centrum van Rotterdam.
De twee stonden terecht voor het gooien van stenen en stoeptegels naar politieauto’s en busjes van de mobiele eenheid (ME). Er zou nog een derde persoon worden veroordeeld, maar zijn rechtszaak is uitgesteld omdat hij mogelijk meer (ernstige) strafbare feiten zou hebben gepleegd. Het Openbaar Ministerie heeft meer tijd nodig voor onderzoek.
De snelle veroordeling van de relschoppers hoort bij het lik-op-stukbeleid van politie en justitie. Dat houdt in dat verdachten binnen drie tot zes dagen worden voorgeleid voor de politierechter. Bij snelrecht moet een verdachte binnen zeventien dagen na zijn vergrijp voorkomen. Verdachten moeten tot aan de zitting in voorlopige hechtenis blijven en moeten instemmen met een rechtszaak op zo’n korte termijn. Het doel van het (super)snelrecht is bewijstechnisch eenvoudige strafzaken zo snel mogelijk af te handelen. Zaken als uitgaansgeweld, geweld tegen mensen met een publieke functie en tijdens demonstraties, en gevallen van veelplegers zijn geschikt voor een snelle rechtszaak.
Demissionair minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus (CDA) schreef in zijn Kamerbrief van 23 november dat er tot dan toe 173 relschoppers waren opgepakt en er nog meer arrestaties zouden volgen. In Rotterdam zijn 49 relschoppers gearresteerd. Komende tijd zullen er dus hoe dan ook meer snelrechtzittingen volgen.
2. Worden de komende dagen meer rellen verwacht ?
Die kans is zeer aannemelijk. De rellen op de Coolsingel vonden afgelopen weekeinde in diverse plaatsen navolging. In onder meer Groningen, Enschede, Leeuwarden en Roermond waren er confrontaties met de politie.
In de Limburgse gemeenten Sittard-Geleen, Stein en Beek geldt vanaf vrijdagmiddag 26 november 12.00 uur tot maandagochtend 29 november 08.00 uur een noodverordening. Dat besloten de burgemeesters naar aanleiding van oproepen op sociale media om te gaan rellen. In onlinegroepen zijn ook aankondigingen geplaatst om vrijdagavond te gaan rellen in grote steden. De Nijmeegse burgemeester Hubert Bruls verbiedt de demonstratie van actiegroep Nederland in Verzet die voor komende zondag stond gepland. Het risico op ongeregeldheden is groot, zegt Bruls. Om rellen te voorkomen, geldt een noodverordening in Nijmegen.
Lees ook dit commentaar: Eigen verantwoordelijkheid graag in de coronacrisis
Dat doet denken aan de rellen na invoering van de avondklok eind januari. Er werd toen grote schade aangericht in diverse steden. Verscheidene experts menen dat de rellen het gevolg zijn van de frustratie en onvrede over onder meer het coronabeleid, het vuurwerkverbod met Oud en Nieuw, het sluiten van de kroegen in de avond en het recente verbod op het bezoeken van voetbalwedstrijden. Volgens hen verhardt de maatschappij en wordt het steeds normaler om te protesteren.
3. Hoe reageerden politici en bestuurders op de rellen?
Demissionair premier Mark Rutte (VVD) noemde de rellen ‘puur geweld, dat niets met demonstreren te maken heeft’. Volgens Robert Simons, fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam, waren de rellen het gevolg van ‘een brij aan groeperingen die samen een explosieve cocktail vormen’. De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb (PvdA) vond het een ‘orgie van geweld’. D66-raadslid Nadia Arsieni vergeleek de rellen met de bestorming van het Capitool in de Verenigde Staten, op 6 januari dit jaar. ‘Volgens mij zaten we daar dicht bij in de buurt.’
Gistermiddag debatteerde de Rotterdamse gemeenteraad over de rellen van afgelopen vrijdag. De Rotterdamse politiechef Fred Westerbeke had verwacht dat het een kleine demonstratie zou worden, waarbij zich waarschijnlijk wat andere groepen zouden aansluiten. Dat het zo escaleerde, overviel hem en burgemeester Aboutaleb. Volgens Westerbeke zijn de rellen georganiseerd door criminelen om de politie te confronteren, al is daarvoor nog geen hard bewijs.
Simons (Leefbaar Rotterdam) wil dat wijkteams ervoor zorgen dat er meer overzicht komt in de stad. Dan kan makkelijker worden bepaald waar het kan ontsporen, zoals op de Coolsingel gebeurde. Zijn partij stelde voor mariniers te vragen om in dit soort situaties bij te springen, maar dat vond de gemeenteraad geen goed idee.
4. Wat zei de politie over de rellen?
Gerrit van de Kamp, voorzitter van politievakbond ACP, snapt de woede enigszins, zegt hij tegen de Volkskrant: ‘Je zou maar een jongere zijn die niks mag. Je mag niet naar de kroeg, niet naar het voetbal, straks met oudjaar mag je ook niks.’ Hij is verbaasd dat niemand van de politie zwaargewond is geraakt. Wel liepen agenten kneuzingen, gehoorschade en wonden op. Van de Kamp gelooft niet zo in het medeleven van de politici. Volgens hem doen ze helemaal niks en hebben ze het momenteel alleen over grondrechten en ziekenhuizen. De politie moet het allemaal maar zelf oplossen. Hij zegt de politici al jaren te waarschuwen voor radicalisering van de protesten. De sfeer is vrijdagavond ontploft door de extra coronamaatregelen. Hij zegt vooral boos te zijn op de bestuurders. ‘Een blinde ziet de samenleving verharden, maar bestuurders negeren alles.’
Landelijk korpschef Henk van Essen waarschuwde zaterdag in De Telegraaf ook al voor een steeds intoleranter wordende samenleving als gevolg van de bezuinigingen bij de politie in 2014. Hij maakt zich grote zorgen over de agressie tegen politieagenten. Het geweld neemt toe en foto’s en adressen van agenten en familieleden worden gedeeld op sociale media. ‘Daar wordt een nieuwe grens overschreden, hetgeen onacceptabel is.’