Oud-minister van Binnenlandse Zaken en voormalig burgemeester van Rotterdam Bram Peper overleed zaterdag 20 augustus op 82-jarige leeftijd. Simon Rozendaal, voormalig wetenschapsredacteur van EW en thans columnist, denkt terug aan de ‘Pepermolen’, een door Bram Peper opgezette discussiegroep die de kloof tussen Nieuw Links (PvdA) en de industrie moest overbruggen. ‘Ik zal hem missen, deze warme, wijze, dwarse man.’
Als Bram Peper iets belangrijks te vertellen had – en hij had vaak iets belangrijks te vertellen, dan pauzeerde hij. Een seconde, soms twee. Met als gevolg dat een ieder aan zijn lippen hing.
Bram Peper was in elk gezelschap het middelpunt
Toen ik zo’n veertig jaar geleden werd uitgenodigd voor de ‘Pepermolen’ viel me dat als eerste op. Bram Peper was in elk gezelschap het middelpunt, niet alleen door wát hij zei, maar ook hoe hij het zei, met die ingelaste pauzes, wetend dat het soortelijk gewicht van zijn woorden aldus nog meer zouden opvallen.
De ‘Pepermolen’ was een gezelschap dat een paar keer per jaar bijeen kwam in het voormalig kantoor van Philips Nederland, in Den Haag, naast de Koninklijke Schouwburg. Het was opgezet als praatclub met als doel om de kloof tussen Nieuw Links, de progressieve vernieuwingsbeweging binnen de PvdA, en de industrie te dichten. De informele voorzitters waren Bram Peper van de PvdA en Frans Otten van Philips. Er zaten PvdA-politici bij (Wim Meijer, Ger Klein, soms Ed van Thijn, Jaap van der Doef, Aad Kosto), D66’ers, industriëlen (niet alleen van Philips maar ook Maarten van Veen van Hoogovens), journalisten (Rob Soetenhorst van NRC Handelsblad, Kees Tamboer van Het Parool) en kunstenaars als de filmer Jan Vrijman.
Ik was rond 1980 wetenschapsredacteur van NRC Handelsblad en schreef samen met een collega een serie artikelen over het belang van industriële innovatie. Waarschijnlijk was dit de aanleiding voor Rob Soetenhorst, destijds adjunct-hoofdredacteur van die krant, om me te introduceren bij de ‘Pepermolen’, naast het feit dat ik jong was en als bèta (ik had scheikunde in Delft gestudeerd) een witte raaf in de journalistiek. Het ging doorgaans over onderwerpen waar ik niets van af wist en meestal luisterde ik dus eerbiedig, maar ik mocht blijven en stak er veel van op.
Ik begon te begrijpen hoe de politiek werkte, leerde heel wat belangrijke mensen kennen en ontdekte tot mijn verbijstering hoe naïef sommige politici (nee, ik noem geen namen) zich uitten, zoals een van hen die een vorm van nationale autarkie, zelfredzaamheid, bepleitte, zich niet realiserend hoe verknoopt de wereld toen al was.
Peper was niet alleen partijideoloog maar ook slimste van de klas
Gaandeweg kreeg ik steeds meer bewondering voor Bram Peper. Hij was hoogleraar sociologie en nog geen burgemeester van Rotterdam of minister van Binnenlandse Zaken, maar het was onmiskenbaar dat hij niet alleen partijideoloog was, maar ook de vanzelfsprekend slimste van de klas. Van elke klas. Voortdurend nieuwe ideeën, dwarsverbanden zien, goed luisteren, charmant, ongekend humoristisch.
Zo rond de eeuwwisseling viel de ‘Pepermolen’ uit elkaar, maar de afgelopen jaren hebben Bram en ik de draad weer opgepakt. We gingen met enige regelmaat ergens lunchen, vaak ook met partners erbij. Hij was een trouw lezer van Elsevier, waardeerde mijn columns en las al mijn boeken. Hij attendeerde anderen daarop met een trots alsof ik bij hem was afgestudeerd en introduceerde me bij anderen afwisselend als ‘een echte Delftse ingenieur’ (ik kan nog geen schroef in een muur draaien) of een ‘doctor honoris causa in de sociologie’ vanwege mijn ‘prachtboek’ over de Rotterdamse wijk Katendrecht. Toen hij in 2019 met Mark Rutte ging lunchen in De Ballentent (‘daar voelt de MP zich thuis’), vroeg hij of ik snel een exemplaar van Warme aarde, koel hoofd (over het klimaatprobleem en de energietransitie) bij hem in de bus wilde doen, want hij vond dat de minister-president dit boek moest lezen. (Of deze dit ooit gedaan heeft, betwijfel ik overigens zeer.)
Tekst gaat hieronder verder
Peper had de makke dat hij bovenmatig intelligent was. Dat is een voordeel als hoogleraar, maar een nadeel als politicus. Volksvertegenwoordigers die ostentatief slimmer zijn dan hun kiezers en collega’s (zie ook Eric Wiebes van de VVD) zijn niet altijd even geliefd. Mede omdat hij slimmer was dan anderen en dat niet onder stoelen of banken stak, wekte Peper irritatie op – vooral in de laatste decennia van de twintigste eeuw, toen je niet boven het maaiveld mocht uitsteken.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen