Kunsthistoricus Wim Pijbes, directeur van de filantropische Stichting Droom en Daad, fotografeert straatstickers, vooral in ‘politieke kraamkamer’ Rotterdam. Wat zeggen ze over nu?
In november maakte het luxeconglomeraat LVMH, bekend van champagnemerken Moët & Chandon, Dom Pérignon, Ruinart en Veuve Cliquot, via het ANP bekend door de voorraden heen te raken. Diezelfde maand meldde Het Financieele Dagblad dat dankzij LVMH, het grootste beursgenoteerde bedrijf van Europa, groter dan Shell en Unilever samen, de aandelenbeurs van Parijs die van Londen achter zich heeft gelaten.
Opvallend was dat tezelfdertijd 172 voedselbanken via hun landelijke koepelorganisatie Voedselbanken Nederland lieten weten de toename van klanten nauwelijks nog aan te kunnen.
Het zijn drie ogenschijnlijk willekeurige nieuwsberichten op de valreep van het jaar. Maar wie wil weten hoe de samenleving ervoor staat, hoeft niet eens het nieuws te volgen; de stand van het land voltrekt zich op straat.
Zo viel mij het afgelopen jaar op dat de publieke ruimte steeds meer de barometer van de maatschappij is geworden. In de huidige aandachtseconomie willen steeds meer actiegroepen, individuen en idealisten worden gehoord. Zowel links als rechts zet hetzelfde medium in: wildgeplakte stickers op lantaarnpalen, verkeerslichten en brugleuningen, op alles wat in het oog springt.
Toen tijdens de pandemie het elkaar binnen ontmoeten niet langer mogelijk was en het wandelen een enorme vlucht nam, het openbare leven verder nagenoeg stilviel en tegelijk het verzet tegen de coronamaatregelen toenam, verschenen de eerste stickers. Daarna volgden Black Lives Matter, landelijke verkiezingen, gemeenteraadsverkiezingen, protesten over de woningmarkt, klimaatmarsen, die bij elkaar opgeteld uitmonden in een algehele onvrede en wantrouwen in de overheid.
Een regelrechte cultuuroorlog
Wie het verloop van alle vers aangebrachte stickers volgt, ontwaart een escalerend conflict, een regelrechte cultuuroorlog over identiteit en discriminatie, armoede en rijkdom.
Nederland is weliswaar geen land van revoluties, maar wel van een sterk gevoelde collectieve persoonlijkheid die regelrecht terugvoert naar wat historicus Simon Schama de Bataafse mythe noemt. Deze wordt gekenmerkt door een hoge eigendunk, gecombineerd met allerlei individualistisch verzet tegen elke vorm van onrecht.
U herinnert zich vast nog de moralistische ‘Ik ben woedend’-protestkaarten die 1,2 miljoen Nederlanders in 1993 aan bondskanselier Helmut Kohl stuurden naar aanleiding van een aangestoken brand waarbij vijf Turkse migranten omkwamen. Het opgeheven Hollandse vingertje dat haast messiaanse dimensies krijgt en zich bijna laat lezen als een aanvulling op de Bijbeltekst waarin Jezus zijn leerlingen de toekomst voorspelt (Mattheüs 24).
De stickers passen in deze traditie, waarbij de wildplakker ‘een daad stelt’ en ‘onrecht aan de kaak stelt’. Held en slachtoffer op hetzelfde moment.
De stad waarin het fanatiekst wordt gestickerd, is Rotterdam: de politieke kraamkamer van ons land, waar ooit de SP werd opgericht, het rechts-populisme onder Pim Fortuyn vleugels kreeg en moslimpartij NIDA succesvol meedeed aan de gemeenteraadsverkiezingen. Ondanks de lage opkomst bij de laatste verkiezingen is de stickerdichtheid in de Maasstad het hoogst.
Uitersten van het politieke landschap
Afgaand op de inhoud zijn de verantwoordelijken vooral te traceren in de uitersten van het politieke landschap. Stickers in andere steden bevatten meestal een (vermeende) artistieke of humoristische boodschap. Lollige plaatjes zijn het soms, waarmee iemand kennelijk uiting wil geven aan territoriumdrang. Amsterdam kent daarnaast nog een eigen categorie stickers met een cryptische QR-code waarop drugsdealers verkoopadressen aanprijzen. De autoriteiten in de hoofdstad zijn in een kat-en-muisspel verwikkeld van telkens opnieuw plakken en verwijderen.
Uit een collectie van ruim honderd stickers is hier een keuze samengesteld die getuigt van een woedende Kulturkampf zoals die nu op straat wordt uitgevochten. Het zijn oproepen, vervloekingen, wanhoopskreten of soms regelrechte beschuldigingen, bijna altijd met een grimmige ondertoon.
Vrolijk word je er niet van, en het straatbeeld fleurt er evenmin van op. Tekens aan de wand zijn het. Getuigenissen van een overgangstijd. In een land van overvloed en onbehagen.