De kennis van jongeren over de Holocaust is volgens Claims Conference zorgwekkend laag. Helaas blijkt het achterliggende onderzoek te rammelen. Conclusies uit een eerder onderzoek die EW vorig jaar publiceerde, zijn hoopvoller: jongeren leren graag over de Tweede Wereldoorlog.
De Claims Conference zet zich sinds 1951 in voor de compensatie van Joodse oorlogsslachtoffers. En de organisatie bewaart herinneringen aan de Holocaust, onder meer met onderzoek. Een peiling onder tweeduizend Nederlanders waarvan deze week de resultaten werden gepubliceerd, domineerde woensdag de media: van ontbijtnieuws tot Jinek.
De conclusies waren namelijk verontrustend. Zo zou 23 procent van de jongste ondervraagden – de zogenoemde gen-z’ers en millennials – geloven dat het aantal slachtoffers van de Holocaust wordt overschat of zelfs dat de gehele Holocaust een mythe is. Dat geldt voor 12 procent van alle ondervraagden. Van de ‘jongeren’ denkt 60 procent dat de Holocaust zich niet afspeelde in Nederland.
Van alle deelnemers aan het onderzoek – jong en oud – denkt 29 procent dat er maximaal twee miljoen Joden zijn vermoord tijdens de Holocaust.
Overdreven
Nadat Casper Albers, statistiekhoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, halverwege de woensdag een Twitter-draadje over het onderzoek plaatste, verschoof de aandacht van de resultaten vooral naar de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd.
Daar valt namelijk nogal wat op aan te merken. Hoe representatief is de steekproef als 34 van de ondervraagde jongeren aangeeft een universitaire studie te volgen? Dat zou volgens Albers betekenen dat er in Nederland nu 2,5 miljoen academici-in-opleiding zijn. Het zijn er veel, maar niet zóveel. Uit de verantwoording blijkt niet direct dat er voor die vertekening is gecorrigeerd.
Voor het onderzoek zijn volwassenen van alle leeftijden ondervraagd. Tot generatie-Z en de millennials rekenen de onderzoekers iedereen van 18 tot 40 jaar. Inderdaad: het is dan nogal overdreven om te stellen dat het probleem van Holocaust-ontkenning vooral bij jongeren ligt.
Lees verder onder de tweet
https://twitter.com/CaAl/status/1618199774372696064
Directe lijnen met geschiedenis
De slordigheidjes leiden af van de ernst van de zaak. De winst van het al dan niet deugdelijke onderzoek is vooral dat we buiten de jaarlijkse herdenkingsmomenten weer een paar dagen extra bij de Holocaust stilstaan.
Er is geen onderzoek nodig om vast te stellen dat er steeds minder ooggetuigen van de Holocaust overblijven. Geleidelijk snijdt de tijd alle directe lijnen met de geschiedenis door.
Lees ook het interview met CIDI-directeur Naomi Mestrum: ‘Auschwitz was geen moreel opvoedingskamp’
Verdraaiingen
In de eerste plaats hebben de basisscholen en middelbare scholen de lastige taak om kennis over de gruwelijkheden over te brengen – om zo herhaling te voorkomen. Daarbij moeten zij ook nog eens weerstand bieden tegen verdraaiingen van historische gebeurtenissen aan keukentafels, in series, computerspellen en via sociale media. Chatbots als ChatGPT maken bescherming van feiten lastiger. Hun enige bron is immers het internet.
Hoop kan worden geput uit een andere peiling, uitgevoerd in opdracht van het Centrum Informatie Documentatie Israël (CIDI), waarvan EW in 2022 de resultaten publiceerde. Daarvoor werd aan geschiedenisleraren in het voortgezet onderwijs gevraagd hoe zij de oorlog behandelen in de klas. De ervaringsdeskundigen gaven hun leerlingen een 8,5 voor hun interesse in de Tweede Wereldoorlog en een 7,8 voor hun interesse in de Holocaust: keurige rapportcijfers. Aan de jongeren zal het niet liggen om de geschiedenis levend te houden, wel aan de informatie die zij krijgen.