Dat toenmalig minister Hans van Mierlo (D66) van Buitenlandse Zaken in juli 1997 weigerde de Surinaamse drugsverdachte Desi Bouterse in Brazilië te laten aanhouden, leverde hem in de ministerraad stevige kritiek op. Van Mierlo dreigde met een kabinetscrisis, zo blijkt uit de deze week door het Nationaal Archief vrijgegeven notulen. Van Mierlo onderhield toen al ruim dertig jaar warme banden met Suriname, schreef Elsevier in juli 1998 in een coverartikel.
Vanaf 1966 bemoeide Van Mierlo zich in diverse rollen met Suriname, onder meer als lid van de Commissie Ontwikkelingssamenwerking Nederland-Suriname, als minister van Defensie (1981-1982) en als vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken (1994-1998). Tot verbazing van andere bewindslieden en topambtenaren voerde hij zonder overleg zijn eigen Suriname-beleid, inclusief geheime missies en gesprekken. Zijn omstreden optreden in juli 1997 had een lange voorgeschiedenis.
Volgens Van Mierlo zou Brazilië Bouterse niet hebben willen aanhouden. Hij wist zijn partijgenoot en minister van Justitie Winnie Sorgdrager te overtuigen om op dat moment geen verzoek tot aanhouding te doen. Weigering door Brazilië zou volgens hem de verhoudingen verstoren, ‘maar ook het internationale prestige van de heer Bouterse versterken en formeel zijn bewegingsvrijheid vergroten’.
Lees hier het volledige artikel uit 1998 terug: Hans van Mierlo’s omstreden missie voor Suriname (pdf)