Het kabinet-Rutte IV voerde dinsdagavond 28 maart op het ministerie van Algemene Zaken urenlang crisisoverleg over de afstraffing van de coalitiepartijen bij de Statenverkiezingen en de problemen die de bewindsploeg teisteren. Maar een doorbraak bleef uit.
Om een probleem op te lossen, maken politici het niet kleiner maar groter. De top van het kabinet vergaderde dinsdagavond over de vernietigende uitslag van de Statenverkiezingen en de stikstofproblematiek, maar tegelijk ook over het asielvraagstuk, de achterstelling van het platteland, de uitvoeringsmoeilijkheden van hersteloperaties in Groningen, de eindeloze sores van de gedupeerden in de Toeslagenaffaire en al het aangrenzende ongerief door haperingen van Rutte-IV.
Het idee is dat VVD-premier Mark Rutte leiderschap toont door in overleg met de vier verliezende coalitiepartijen problemen tegen elkaar weg te strepen, zodat partijen in een soort verdelende rechtvaardigheid gelijkelijk mokken over de uitkomst. Dan lijkt het evenwicht hersteld en kan het kabinet door met ‘verantwoordelijkheid nemen’.
Onderling is de sfeer in Rutte IV om te schieten
Maar onderling is de sfeer om te schieten. De coalitiepartners zitten echter geen van allen te wachten op een breuk, want dan komen er vervroegde verkiezingen en gaan ze genadeloos onderuit. De vrees voor nieuwe verkiezingsnederlagen houdt ze gevangen in deze coalitie. Maar als kiezers ergens een hekel aan hebben, is het zo’n gedwongen kabinetshuwelijk. Want houden partijen elkaar gegijzeld, dan komt er niks meer tot stand behalve ruzie.
De situatie in Den Haag op dinsdag 28 maart 2023 – dertien dagen na de historische Statenverkiezingen – was er een van impasse. Het CDA wil een ander Coalitieakkoord, maar weet niet hoe. De VVD wil doorgaan, maar voelt de grond onder de samenwerking wegzakken. D66 ziet de weersverslechtering en wil volharden. ChristenUnie hobbelt met toenemend ongemak achter de anderen aan.
In Kamervergaderingen maken coalitiepartners elkaar al openlijk uit voor rotte vis. Maar op het ministerie van Algemene Zaken waar de zes coalitietoppers elkaar dinsdagavond vanaf 19.00 uur troffen, was het ogenschijnlijk pais en vree. Een paar semiwetenschappelijke rapporten over de te dichten kloof tussen stad en platteland en de vage belofte van Rutte om daar eens flink geld tegenaan te klappen, poetsen de overwinning van Caroline van der Plas (BBB) echt niet weg.
Rutte deed alsof desastreuze nederlaag tegen BBB meeviel
Rutte reageerde op verkiezingsavond lichtvaardig. Hij dacht dat de VVD een half procentje had verloren. Foutje in de NOS-exitpoll: de volgende ochtend bleek dat de VVD bijna drie procent was gezakt. In een vlaag van optimisme dacht Rutte op verkiezingsavond dat het meeviel en zei hij doodleuk dat hij BBB feliciteerde met ‘de fantastische verkiezingscampagne’. Alsof het slechts ging om een succesvolle electorale trukendoos van Van der Plas en alsof Rutte de desastreuze nederlaag van de coalitiepartijen daarmee kon wegpoetsen. De Statenuitslag als bedrijfsongevalletje.
Inmiddels is Rutte beter bij de les. Hij neemt de problematiek stad-platteland serieus. Beter gezegd: de kloof tussen academisch ingestelde linkse mensen tegenover de ‘uitvoerende’, niet abstract redenerende werkenden. Dat is de nieuwe cultuurstrijd in dit land en gezien de politieke problemen in de Verenigde Staten en Verenigd Koninkrijk kan het ook hier ontaarden in een nietsontziende electorale confrontatie.
Konden de acht kabinetsleden dinsdagavond de problematiek overzien? Nauwelijks. Konden ze de electorale kloof overbruggen met een overzichtelijk beleidspakket? Zeker niet. Het heeft allemaal veel meer tijd nodig.
De tussenbalans: een paar pacificerende quotes na afloop. ‘We hebben een discussie gevoerd of de politiek er voor iedereen is,’ zei Rutte. Grote vraagstukken op platteland en in de binnensteden vereisen volgens de premier ‘verbeteringen op grote processen’. Over de stikstof hield hij zich op de vlakte door te zeggen dat ‘er ruimte moet komen voor de boeren, voor de natuur en de wegenaanleg’. Ook was er een poging van VVD, CDA en ChristenUnie om D66-leider Sigrid Kaag onder druk te zetten het coalitieakkoord te veranderen op het punt van de stikstof. Op verkiezingsavond hadden VVD’ers ook al de eigen stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) in de tang genomen. Nu moest ook vicepremier Kaag deemoed tonen.
D66 heeft moeite met nieuwe realiteit, maar ‘2030’ is feitelijk al van tafel
D66 moet inbinden, want anders rukt het BBB-populisme steeds verder op, werd haar voorgehouden. Kaag gaf geen krimp, ook omdat de D66-fractie nog altijd niet went aan het idee dat een groeiend aantal kiezers een links-progressief beleid afwijst. Maar feitelijk is de stikstofreductiedoelstelling per 2030 al van tafel.
D66 voelt zich in de hoek gedreven. Directe concurrenten als de Partij voor de Dieren en Volt hebben twee weken geleden ook gewonnen. GroenLinks en PvdA denken dat ze een overwinning hebben behaald, maar in de eerste provincies (Friesland) drijven ze alweer uit elkaar. Niettemin voelt Kaag de hete linkse adem in haar nek. Ze kan niet naar rechts bewegen, ook al wordt ze daartoe aangezet door de drie coalitiepartners.
In dit soort crisissituaties is Rutte het liefst afwachtend
In dit soort crisissituaties is Rutte het liefst afwachtend. Hij heeft geduld. Laat de anderen eerst maar bewegen. Zo kreeg hij Geert Wilders (PVV) eronder: Rutte liet zich niet opjagen met het argument dat hij Wilders niet extra groot wilde maken door veel aandacht aan de PVV te besteden. Het werkte, maar ook weer niet: de PVV kon niet doorgroeien, maar Rutte kon de partij ook weer niet decimeren.
Rutte denkt dat hij ook Caroline van der Plas op deze manier te lijf moet gaan. Haar simpelweg laten begaan, er zo weinig mogelijk aandacht aan besteden en hopen dat ze vanzelf vastloopt. Maar Rutte moest daarop al enigszins terugkomen en ging een hapje eten met Van der Plas.
Dat het kabinet dinsdagavond over de BBB-monsteroverwinning vergaderde, druist in tegen Ruttes natuur. Maar het was een nuttige manier om te laten zien dat hij de uitslag van de Statenverkiezingen wel degelijk serieus neemt. Wordt vervolgd.