Is de verborgen wederopbouw-parel De Lichtenberg, ooit een bruisende campus voor sport en cultuur, nog te redden?
Aan het eind van de middag verontschuldigt Rob Langeslag zich. ‘Ik hoop dat je door het chagrijn heen kunt kijken,’ zegt de gepensioneerde architect van achter het stuur van zijn auto. Weertenaar Langeslag heeft in de voorgaande uren met grote bevlogenheid gesproken over een deel van zijn woonplaats dat hem zowel een doorn in het oog als heel erg dierbaar is.
De Lichtenberg verrees halverwege de jaren vijftig aan de rand van de stad als internaatscampus voor sport, cultuur en recreatie van het Bisschoppelijk College. Het project van priester-leraar Jules Nabben en architect Pierre Weegels groeide uit tot een megalomaan voorbeeld van het moderne bouwen.
Een wereldje in het klein
‘Zo kort na de oorlog ging het veel over ontplooiing van de jeugd en over internationale contacten,’ zegt Langeslag. Vandaar ook het besloten karakter van De Lichtenberg, een idee dat Nabben leende van Amerikaanse universiteitscampussen. ‘Het moest een wereldje in het klein zijn.’
De Lichtenberg werd een typisch wederopbouw-project. Zo’n 2,5 hectare vol natuur, beton en natuursteen, waar plek is voor kunst, maar waar vorm functie dient. Het golvende terrein omvatte onder meer tennisbanen, een speelweide, een zwembad en een prachtig kapelletje. Meest in het oog springt het openluchttheater met plaats voor niet minder dan 2.200 toeschouwers. Zij keken neer op een enorm podiumgebouw met hoge betonnen kolommen en ‘mogelijk het grootste sgraffito-kunstwerk van Europa’ – een kunstvorm met pleisterlagen in verschillende kleuren.
Niets dan overwoekerde herinneringen
Sprookjesachtig was het, mijmert Langeslag. Zoals zovelen in Weert koestert hij de jaren die hij als kind doorbracht op De Lichtenberg. Nooit ervoer hij er de beklemmende sfeer die sommige andere katholieke internaten kenmerkte. Een dierbare plek dus.
Waarom dan toch dat chagrijn? Omdat van al dat moois niets resteert dan overwoekerde herinneringen. Het hele complex gaat schuil onder een laag bladeren, mos, graffiti en mistroostigheid. Laat dergelijke teloorgang maar over aan de ambitieloze, niet van harte in cultuur geïnteresseerde gemeente Weert – zo ongeveer valt de kritiek van de Stichting Behoud De Lichtenberg samen te vatten.
Het verval zette al snel na de opening van het complex in, vertelt Langeslag aan de rand van wat ooit het zwembad moet zijn geweest. Toen het internaat in 1968 sloot, viel het verdienmodel onder De Lichtenberg weg. Het amfitheater werd nog weleens gebruikt, bijvoorbeeld tot 1994 voor popfestival Bospop, maar daarna werd het stiller en stiller. Geen wethouder durfde het aan de plek een waardige nieuwe bestemming te geven.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De jeu de boules-club en de tennisvereniging zorgen intussen voor wat aanloop, en in 2010 werd De Lichtenberg een rijksmonument. Maar er zit zoveel meer in, vindt Langeslag. ‘Deze plek vertelt het verhaal van de wederopbouw.’ De openluchttheaters in Valkenburg en Bloemendaal renderen toch ook? Dat zijn, geeft hij toe, heel andere plaatsen dan ‘plattelandsgemeente’ Weert. Maar alles begint tenslotte met goede wil. En er zijn sprankjes hoop: de reddingsoperatie krijgt aandacht en steun, en de nieuwe eigenaar, een investeerder, beloofde een casco-restauratie.
Gloort er een doorstart? Langeslag denk alvast verder. Omdat anderen het laten liggen, werkt de Stichting zelf aan een plan om het park weer te laten bruisen. Het belangrijkste: hij gelóóft in De Lichtenberg. ‘Kijk je diep in mijn hart, dan denk ik dat het gaat lukken.’