Meindert Fennema (1946-2023): een dwarse democraat

MEINDERT FENNEMA (1946-2023). FOTO: BERT SPIERTZ/ANP

Deze week overleed Meindert Fennema, emeritus hoogleraar Politieke Theorie (UvA), romancier en een markante stem in het publieke debat. Een dwarsdenker, maar bovenal: een democraat. Geerten Waling gedenkt een goede vriend.

Als hij mensen op de kast kon krijgen, zou hij het niet laten. Zeker niet voor de goede zaak. Dan glinsterden zijn levendige ogen en verstrakte zijn gegroefde gezicht onder de eeuwig blonde pluk stro op zijn hoofd. Zat hij achter in een zaal bij een lezing die hem niet aanstond, dan kon zijn vinger zomaar de lucht in priemen, gevolgd door een klaroenstoot: ‘Gelúl!!!’ Waarna hij in een paar zetten zijn vers gekozen opponent schaakmat zette met dossierkennis, redenaarstalent en een gezonde dosis humor.

Vroeg een linkse interviewer Fennema weer eens naar de bekende weg, namelijk naar zijn promovendus Martin Bosma (Tweede Kamerlid, PVV) – de allerlaatste in een lange reeks promovendi, die Fennema graag voor zijn overlijden nog had zien promoveren – die een ‘racist’ zou zijn, dan bulderde de hoogleraar zonder blikken of blozen: ‘Dus JIJ vindt dat RACISTEN niet mogen PROMOVEREN?!’

Een Fennema-repliek uit duizenden.

Goed en fout, maar geen meeloper

Fennema was een man die tegenstellingen omarmde en koesterde. Hij werd in 1946 geboren in Leeuwarden, maar groeide op in Zeist. Dat weerhield hem er niet van om zich als een trotse Fries te blijven presenteren en te pas en te onpas te strooien met Fryske wijsheden. Als student sociologie in Utrecht was hij even lid van het studentencorps, waar hij schrok van de ontmenselijkende groepsdynamiek. Toen hij politicologie ging studeren aan de Universiteit van Amsterdam, het departement waar hij vrijwel heel zijn carrière zou werken als docent en hoogleraar, werd hij van de weeromstuit lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). Daar zag hij hetzelfde ontmenselijkende groepsdenken, zoals hij later zou omschrijven in zijn boek Goed fout. Herinnering van een meeloper (2015).

Meindert Fennema hield in 2009 de eerste H.J. Schoo-lezing (pdf) van Elsevier

Toch kan Fennema, zeker na zijn jonge jaren, geen ‘meeloper’ worden genoemd, dat wist hij zelf ook wel. Eerder een eeuwige dwarsligger, met een warm hart voor democratie – en daarom ook voor een radicaal open debat. Juist kwalijke gedachten doorgronden kan alleen als je mensen het woord niet ontneemt, maar goed naar hen luistert en hun ideeën onderzoekt. Dat was ook de strekking van zijn H.J. Schoo-lezing in 2009 – de eerste in de befaamde reeks jaarlijkse politieke lezingen van Elsevier – waarin hij het opnam voor de radicale vrijheid van meningsuiting, óók voor racisten. Nota bene was hij zelf jarenlang met een zwarte vrouw getrouwd, afkomstig van Curaçao, en heeft hij zich altijd ingezet voor de strijd tegen racisme. Het was om die reden dat hij trots een heruitgave publiceerde van de Franse Verlichtingsdenker Condorcet, Beschouwingen over de Negerslavernij (1997).

Het eeuwige verwijt dat hij communist was (geweest), schudde hij ogenschijnlijk opgeruimd van zich af: ‘Onzin, ik ben democraat.’ Het was om die reden ook dat hij de radicaal-rechtse politicus Hans Janmaat verdedigde, die hem ook vroeg om zijn nalatenschap te beheren. Iets dat Fennema met enig plezier heeft gedaan. Daarnaast was het ook reden voor hem om, nadat uitgever Mai Spijkers (Prometheus/Bert Bakker) aan hem had gevraagd of hij een schrijver kende voor een biografie over Geert Wilders, uiteindelijk zelf naar voren te stappen.

In het boek Geert Wilders. Tovenaarsleerling (2010, herdruk 2016) gaf Fennema op onnavolgbare wijze – met enig speurwerk en flink wat omstreden giswerk (waar hij zelf met genoegen en onverholen trots op terugblikte) – een inkijkje in het gesloten bastion van de PVV-leider.

Genieten van tegenstellingen: een linkse rakker in Aerdenhout

Fennema genoot ervan om als linkse UvA-politicoloog – na tientallen jaren in Amsterdam te hebben gewoond – naar villadorp Aerdenhout te verhuizen. Het prachtige huis met rieten dak had zijn nieuwe vrouw, de sociale wetenschapper Caroline van Dullemen, geërfd na het overlijden van haar moeder. Zijn vrouw wilde het liefst in de stad blijven en haar ouderlijk huis verkopen, maar de recalcitrante Fennema had aan al zijn contacten al een verhuisbericht gestuurd: professor Fennema woonde nu op stand!

In het villadorp liet hij zich de contacten met rijke bankiers en ondernemers welgevallen. Hij vertelde een keer aan een buurman hoe fijn hij het vond dat hij als ‘linkse rakker’ zo welkom was in Aerdenhout, hij werd voor zoveel feestjes en recepties uitgenodigd! Waarop de buurman hem vilein toevoegde: ‘Maar Meindert, jij weet niet waarvoor je allemaal niet wordt uitgenodigd…’ Fennema heeft de anekdote jarenlang, met ogen glimmend van de pret, aan zijn vrienden verteld.

In de gemeente Bloemendaal, waar Aerdenhout ligt, begaf hij zich ook korte tijd in de politiek. Dat heeft men geweten. Als fractieleider van GroenLinks werkte hij graag samen met de rechtse VVD, geleid door zijn goede vriend Martijn Bolkestein (het neefje van zijn andere goede vriend Frits). Tot frustratie van menige linkse én rechtse Bloemendaler. Ook stapte Fennema vol overgave in het slepende conflict over vastgoed dat twee broers, gesteund door de lokale partij in de raad, jarenlang uitvochten met de gemeente – en dat de sfeer in politiek-Bloemendaal tot op heden heeft verziekt. Samen met Martijn Bolkestein schreef Fennema er een boek over: Dorpspolitiek. Waar is het lokale gezag? (2018).

Politicoloog met fascinatie voor groepen en klassen

Meindert Fennema heeft met zijn vele boeken en artikelen (vooral voor de Volkskrant, die hem uiteindelijk cancelde vanwege zijn onwelgevallige meningen) een grote bijdrage geleverd aan het publieke debat. Maar ook als wetenschapper had hij een indrukwekkende staat van dienst. Hij werkte in de loop van tientallen jaren, samen met collega’s uit binnen- en buitenland, aan een groot aantal wetenschappelijke artikelen en boeken, die uitzonderlijk vaak werden en worden geciteerd in academische literatuur. Veel van zijn onderzoek gaat over racisme in de politiek en samenleving, maar ook over elitevorming, groepsdenken en sociale en politieke netwerken.

Zijn fascinatie met etniciteit, groepen en klassen komt overal in zijn werk terug. Zelfs in de twee romans die hij schreef op basis van zijn jeugdherinneringen. Het slachthuis (2013) gaat over het opgroeien als zoon van een keurmeester van vee en vlees die door zijn jeugdliefde wordt geconfronteerd met ‘botsende beschavingen’ (de Indische en de Nederlandse). En in Happy Ship Rotterdam (2022) weet de jonge pantrybediende op het iconische SS Rotterdam van de Holland-Amerikalijn de strikte scheiding tussen rangen, klassen en rassen aan boord te analyseren – en ook te doorbreken. De wereld van Fennema in een notendop.

Moedig en monter

De afgelopen jaren worstelde hij met een agressieve ziekte, die hij – voor de buitenwereld ogenschijnlijk moedig en monter – te lijf ging. Zelfs in zijn maandelijkse Meindertbode aan vrienden en bekenden, waarin hij naar eigen zeggen schreef over ‘zijn avonturen in kankerland’, bleef hij grappen maken over zijn diverse artsen en de door hemzelf aangestelde medische adviseurs. Ook verschafte hij kritische analyses van de medische wereld en zijn persoonlijke ervaringen. Een wetenschapper tot het bittere einde.

Meindert Fennema overleed op 12 juni in Amsterdam. Hij werd 77 jaar.