Er kwam geen akkoord over de landbouw. Boerenorganisatie LTO zag het niet zitten. Jonge boeren kijken vertwijfeld naar de toekomst, schrijven Victor Pak en Joan Zijerveld.
Hoe moet het verder met de boeren? Dat is de vraag die sinds de stikstofuitspraak van de Raad van State in 2019 boven de landbouwsector hangt. Die uitspraak is inmiddels bijna vijf jaar oud, en nog steeds is er geen duidelijkheid. Vooral jonge boeren snakken daarnaar omdat zij verder willen met hun bedrijf.
Nadat oud-minister Johan Remkes (VVD) vorig jaar met talloze partijen in de landbouwsector had gesproken over de stikstofimpasse, adviseerde hij het kabinet om een Landbouwakkoord te sluiten. Dat akkoord moest het vertrouwen tussen overheid en boeren herstellen en de boeren een nieuw perspectief bieden. Het akkoord zou richting geven aan de landbouwtransitie en een beeld schetsen van de toekomst. Op welke manier kunnen boeren binnen de gestelde milieunormen werken? Op welke manier kunnen zij investeren in de toekomst?
Dat akkoord is mislukt. De grootste boerenorganisatie LTO besloot na maanden onderhandelen de stekker eruit te trekken. Dit besluit raakt alle boeren, maar vooral jonge agrariërs zijn de pineut. Zolang er geen duidelijkheid is, kunnen zij niet verder met hun bedrijf. ‘Dan heb ik straks misschien wel tien jaar van mijn werkende leven stilgestaan met het bedrijf. Dat is nogal wat,’ zegt melkveehouder Amber Laan (26) uit Warder (zie ‘Jonge boeren kunnen de uitdagingen aan’ hieronder).
Lees verder onder het kader
‘Jonge boeren kunnen de uitdagingen aan’
Amber Laan
Melkveehouder
- Warder, Noord-Holland
- Omvang: 65 hectare
- Productie: 75 koeien
‘Melkveehouders hebben vanaf 2019 stilgestaan. Toen schoot de rechter de stikstofaanpak af. Die onzekerheid duurt nu al bijna vijf jaar, en de komende jaren blijven vast ook chaotisch. Ik ben 26 jaar. Deze situatie kan ervoor zorgen dat het bedrijf misschien wel tien jaar van mijn werkende leven stilstaat. Dat is nogal wat.
‘Ik denk dat jonge boeren de creativiteit en de energie hebben om de grote uitdagingen aan te gaan. Maar een bepaalde zekerheid moet ons worden gegund. Daarnaast moeten we ruimte krijgen om te experimenteren. Ik weet precies wat ik wil. En dat gaat ook lukken als de randvoorwaarden voor de lange termijn stabiel zijn.
‘Naast het houden van koeien, wil ik de boerderij graag openstellen voor mensen uit de stad. Ik woon vlak boven Amsterdam, een stad vol twintigers die hard werken en soms een burn-out krijgen. Ik zou graag zien dat zij op de boerderij komen ontspannen. Ik wil van de boerderij dus ook een burn-outhotel maken, maar wel met een andere naam.
‘Ik heb een goede uitgangspositie omdat de boerderij in een Natura 2000-gebied ligt dat niet stikstofgevoelig is. Dat geeft minder druk op het bedrijf. Maar ik wil wel duidelijkheid. De stallen zijn oud en moeten worden vervangen. Voor welke stal kies ik? Hoe betaal ik dat en hoe verdien ik de investering terug? Als je investeert, doe je dat voor de lange termijn, en dus wil ik weten wat er van mij wordt gevraagd in 2040.
‘De overheid is alleen zo wispelturig. Mijn opa zei altijd: “De overheid is de slechtste samenwerkingspartner die je kunt hebben.” Hij is allang overleden, maar nu weet ik dat hij gelijk had. Net als zo veel jonge boeren heb ik passie voor het vak. Zonder die passie red je het niet. In het buitenland is het makkelijker ondernemen, maar wij blijven hier om er wat van te maken.’
Landbouweconoom en onderzoeker bij Wageningen University & Research Roel Jongeneel (60) ziet veel verschillen tussen de oudere en jongere generatie. ‘De oudere boer heeft niet altijd wat te winnen bij het maken van nieuwe afspraken,’ zegt Jongeneel. ‘Jongere boeren zitten vaak in de opbouwfase van hun bedrijf en hebben daarvoor kaders nodig. Daarnaast staan zij meer open voor de wensen van de maatschappij.’
Ondanks mislukken landbouwakkoord blijft jonge boer optimistisch
Ondanks het mislukken van het akkoord, blijven jonge boeren optimistisch. Vooral doordat zij vertrouwen op hun eigen kracht en vindingrijkheid. Een aantal boeren is alvast begonnen met aanpassingen in de bedrijfsvoering.
Zij zetten bijvoorbeeld hun dieren vaker buiten of zijn bezig met natuurbeheer rondom de akkers. ‘Boeren passen zich al jarenlang aan de markt en de omstandigheden aan,’ zegt varkenshouder Tim van der Mark (29) uit Middenbeemster (zie ‘Duizenden varkens hadden al beter kunnen leven’ hieronder). ‘Ik wil graag voor mezelf zorgen. Het enige wat ik wil weten, is wat er nu precies van ons wordt verwacht.’
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen