EU-redacteur René van Rijckevorsel signaleert dat ook Duitsland asielprocedures wil ‘outsourcen’ naar derde landen.
Dit jaar publiceerde Ruud Koopmans De asielloterij. Daarin legt de in Berlijn werkende hoogleraar sociologie met feiten en cijfers de vinger op de allerpijnlijkste plek van het Europese asielbeleid: de levensgevaarlijke tocht overzee die irreguliere migranten moeten maken voordat zij asiel kunnen aanvragen. Volgens Koopmans zijn de laatste tien jaar al 25- tot 50.000 migranten om het leven gekomen op de Middellandse Zee.
Na publicatie mocht de auteur bij Duitse politieke partijen zijn verhaal doen. Zijn oplossing, waarvoor EW ook pleit, is klip en klaar. Laat asielzoekers op het eigen continent de aanvraag indienen, en handel die daar af. Dat voorkomt ook de komst van kansloze asielzoekers naar Europees grondgebied, die nu niet of nauwelijks teruggaan.
De Duitse partijen hebben de raad van Koopmans ter harte genomen. CDU en de FDP spraken zich al uit voor een ‘humaan én gecontroleerd vluchtelingenbeleid’ waarbij in ‘derde landen’ de asielaanvraag wordt behandeld. Ook in de SPD van bondskanselier Olaf Scholz gaan steeds meer stemmen op voor het ‘outsourcen’ van de asielprocedures.
Lidstaten nemen steeds meer het heft in eigen hand
In Brussel is het Europees Parlement nog druk met het Asiel- en Migratiepact, waarover voor de Europese verkiezingen in juni 2024 een akkoord moet zijn. Maar dat Pact adresseert het pijnlijkste punt niet. Het gaat uit van asielaanvraagkantoren aan de Europese buitengrens.
Lidstaten nemen het heft in eigen hand. Nu Duitsland zich geconfronteerd ziet met een stijging van 70 procent van het aantal asielaanvragen ten opzichte van 2022, en de bevolking mort, moet er iets structureels gebeuren. Ze schaffen het daar gewoon niet meer. Ook (ex-lidstaat) het Verenigd Koninkrijk en Denemarken hebben plannen om asielaanvragen op hun grondgebied onmogelijk te maken.