Het CBS houdt ons al 125 jaar bij de les

Exterieur van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Foto: ANP.

Het CBS bestaat 125 jaar. Wat in 1899 begon als bureau met vijf medewerkers, groeide uit tot een statistiekenkolos met tweeduizend werknemers. Een greep uit ontelbaar veel grafieken.

Goed nieuws, ook dit jaar weer, over het aantal gevallen van moord en doodslag in Nederland. Dat ligt al vele jaren relatief stabiel op een veel lager niveau dan in de behoorlijk bloederige jaren negentig. Maar alles is relatief, goed nieuws helaas ook.

Verhoudingsgewijs is het aantal gevallen van moord en doodslag nog steeds het dubbele van wat het rond 1900 was. Toen vielen er – eigen berekening – per 1 miljoen inwoners gemiddeld 3,8 doden door een misdrijf, tegenwoordig 7,5. Het Nederland van nu is dus – ondanks de gunstige ontwikkelingen – nog altijd twee keer zo bloederig als het Nederland van 1900.

Dat we die vaststelling kunnen doen, danken we aan een organisatie die in 2024 geldt als belangrijk nationaal instituut, maar rond 1900 nog maar net was ‘geboren’: het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Op 9 januari is het 125 jaar geleden dat het CBS bij Koninklijk Besluit werd opgericht.

In 1899 dus, op initiatief van de toenmalige minister van Financiën en minister-president, de liberaal Nicolaas Pierson. De volkstelling die het CBS dat jaar uitvoerde, ging met de hand en van deur tot deur. Er bleken in Nederland 5,1 miljoen mensen te wonen.

CBS had in acht dagen dik rapport over watersnoodramp

EW selecteerde een kleine greep uit de – zeg maar gerust ontelbare – statistieken die het CBS sindsdien voortbracht. Van moord en doodslag rond 1900 tot de alcoholconsumptie uit die tijd, en van de opkomst en ondergang van de steenkoolwinning tot de omvang van de Watersnoodramp in 1953.

Klik op de afbeelding om te vergroten

Dat rampjaar slaagde het CBS erin om, op basis van eigen tellingen, in acht dagen een rapport van twintig pagina’s te publiceren vol tabellen over het rampgebied. Onder meer over de bevolking, de huizen en de omvang van landbouw en veeteelt. Alles om een idee te kunnen vormen van de totale schade. Bovenstaande kaart over de omvang van het rampgebied komt ook uit dit rapport.

In die jaren werkten er zo’n duizend mensen bij het CBS. Onder wie vele ponstypistes, die alle verzamelde data intikten op zogeheten ponskaarten die machinaal konden worden gelezen. De computer van toen, maar dan onhandiger. Dit nu vergeten beroep werd vooral beoefend door ongehuwde vrouwen. Het verloop was logischerwijs groot.

Klik op de afbeelding om te vergroten

Vandaag de dag werken er bij het CBS volgens eigen opgave zo’n tweeduizend mensen, verdeeld over locaties in Leidschenveen, op Bonaire en – sinds de mijnsluitingen van de jaren zeventig – in Heerlen. Meteen na de oprichting in 1899 waren dat nog slechts vijf medewerkers. Ten tijde van de hierboven genoemde moord-en-doodslag-statistiek waren het er ongeveer tachtig. In de jaren vijftig zat de organisatie met zo’n duizend medewerkers halverwege het aantal van nu. In 125 jaar van piepklein bureau naar ‘ministerie van Informatie’.

CBS levert geen luxe-artikel

De geschiedenis van het CBS gaat gelijk op met de gegroeide rol van de overheid in Nederlands sociaal-economische reilen en zeilen. Een afzijdige overheid hoeft niet te tellen. Pas met het afscheid van de negentiende-eeuwse ‘nachtwakersstaat’ was Den Haag rijp voor zo’n centraal statistisch bureau, schrijft Jacques van Maarseveen in een gedenkboek uit 1999 (spitsvondig getiteld: Welgeteld een eeuw). Betrouwbare statistieken waren vanaf toen geen luxe-artikel meer, maar noodzaak. Onder die noemer wordt 2024 dan ook een jubileumjaar voor het CBS: 125 jaar betrouwbare statistiek.