Meer dan symboliek: Nederlandse F-35’s gaan achtertuin van Poetin bekijken

F-35 landt op vliegbasis Leeuwarden. Foto: Robin van Lonkhuijsen/ANP

Uitgerekend op de dag dat de Russische president Vladimir Poetin nucleaire oefeningen aankondigt, besluit het kabinet F-35’s naar Estland te sturen. D66-minister Kajsa Ollongren van Defensie draait er in haar brief aan de Tweede Kamer niet omheen: die F35’s zijn er om de Russen af te schrikken en de bondgenoten te verdedigen.

‘In de context van de aanhoudende Russische agressie richting Oekraïne blijft dit van essentieel belang voor de collectieve verdediging van Nederland en het NAVO-bondgenootschap,’ stelt Ollongren. Tegelijk maakte zij ook het besluit bekend om de aanwezigheid van de Nederlandse landmacht in Litouwen op te schroeven en te verlengen, minstens tot eind 2026.

Poetin klimt ietsje hoger op escalatieladder

In Moskou liet president Poetin maandag weten dat de inzet van tactische nucleaire wapens onderdeel is van militaire oefeningen later dit jaar. Eerder dreigde hij met tactische kernwapens en gelastte hij een verhoogde staat van paraatheid van de eenheden met dergelijke arsenalen.

Maar dat hij daadwerkelijk de atoomdrempel zou passeren, was volgens westerse deskundigen geen reële optie. De dreigende taal van Poetin werd afgedaan als bluf. Maar door oefeningen met kernwapens aan te kondigen, geeft Poetin een verontrustend signaal en klimt hij symbolisch toch weer een stapje hoger op de escalatieladder.

De nucleaire afschrikkingstheorie is erop gebaseerd dat landen elkaar zo angstig maken voor een krachtmeting, dat ze er beide vanaf zien. Als de tegenpartij zich extra agressief toont, moet je hem daarin een stap overtreffen. In elk geval moet je nooit laten zien dat je bij voorbaat terugdeinst, want dan verlies je aan geloofwaardigheid.

Ollongren is niet onder de indruk

Minister Ollongren is duidelijk niet onder de indruk van de spierballentaal vanuit Moskou. Ze stuurt later dit jaar minstens drie en maximaal tien F-35’s naar Estland, een land dat zich in 1991 loswurmde uit  de Sovjet-Unie en de Russische heerschappij. Poetin beschouwt Estland en de twee andere Baltische staten (Letland en Litouwen) als behorend tot de Russische invloedsfeer. De drie landen traden echter in 2004 toe tot de NAVO en vallen onder het befaamde artikel 5: zodra Rusland deze landen aanvalt, is het in oorlog met de Verenigde Staten en alle andere NAVO-bondgenoten.

Op de basis Amari in Estland zullen dit najaar 90 tot 150 Nederlandse militairen worden gestationeerd. De Nederlandse F-35’s worden overgedragen aan de NAVO, alsof er al een oorlog gaande is. De toestellen worden ingezet voor ‘air policing’ (patrouilletaken) en ‘air shielding’ (het vanuit de lucht bewaken van het grensgebied). Onderdeel hiervan is de ‘Quick Reaction Alert’: er staan 24/7 jachtvliegtuigen gereed om onmiddellijk in actie te komen indien vijandelijke toestellen het luchtruim binnendringen.

Tot diep in Rusland observaties

Het is onvermijdelijk dat de Nederlandse jachtvliegtuigen tot diep in Rusland observaties uitvoeren, want hun hypergeavanceerde sensoren hebben een bereik van vele honderden kilometers. Estland ligt niet ver van Sint-Petersburg, de tweede stad van Rusland en de geboortestad van Poetin.

De aanwezigheid van F-35’s in Estland zal door de Russen worden opgevat als een provocatie. De F-35 is een gevechtsjager van de vijfde, modernste generatie, die moeilijk door vijandelijke radar kan worden opgemerkt. De Nederlandse F-35’s hebben een nucleaire taak. Het toestel kan een Amerikaanse atoombom afwerpen en de piloten zijn daarop getraind.

Stofzuiger van data

De F-35 wordt ook gezien als een stofzuiger van data, die razendsnel worden verwerkt en doorgegeven. Het toestel is ‘het vliegend internet’: de F-35 is dankzij een uiterst geavanceerde datalink de spin in het web van de militaire inlichtingen, het knooppunt in de informatieoorlog.

Ollongren schrijft in haar brief aan de Kamer dat Estland en de NAVO grote behoefte hebben aan inlichtingenverwerking. Zij stuurt ook een groep militairen naar Estland die een Nationale Datalink Management Cel (NDMC) zullen vormen en in staat zijn om enorme hoeveelheden data te verwerken tot heldere, tactische instructies voor militaire eenheden op de grond.

Landmachtcontingent in Litouwen sterker

Sinds 2017 maakt Nederland in Litouwen met circa 300 militairen van de Koninklijke Landmacht en het Korps Mariniers onderdeel uit van een Multinationale Battle Group. Zij werken in Litouwen samen met 560 Duitse militairen, 200 Belgen, 140 Noren en 36 Tsjechen. Conform afspraken die na de Koude Oorlog met Rusland werden gemaakt, stationeert Nederland niet op permanente basis troepen in de voormalige Sovjet-Republiek Litouwen. De eenheid van 300 verblijft er in principe tijdelijk.

Vanwege de toegenomen dreiging besloot Duitsland om militairen permanent in Litouwen te plaatsen. Het land laat kazernes bouwen en inrichten voor een langdurige aanwezigheid. Ook in de Tweede Kamer gingen hiervoor stemmen op, met name van Gijs Tuinman (BBB) en Derk Boswijk (CDA). De Koninklijke Landmacht is geïntegreerd met de Duitse Bundeswehr. Vanwege die samenwerking kan Nederland moeilijk achterblijven bij de Duitsers.

Minister Ollongren zegt deze zaak te willen onderzoeken, maar is nog niet zover dat er in Litouwen een ‘Seedorf’ komt. Seedorf is de plaats in Noord-Duitsland waar tussen 1963 en 2006 een Nederlandse landmachtbrigade was gelegerd. Vele tienduizenden Nederlandse oud-dienstplichtigen bewaren herinneringen aan de kazerne in Seedorf.

Ollongren voert het aantal Nederlandse militairen in Litouwen op tot 350. Was het eerst de bedoeling dat de Koninklijke Landmacht tot eind 2024 in Litouwen zou blijven, de einddatum wordt nu verschoven naar eind 2026. De Nederlandse bijdrage aan de ‘Enhanced Forward Presence’  van de NAVO blijft een nationale verantwoordelijkheid.

Anders dan de F-35’s in Estland, wordt het contingent landmachters niet direct onder de Amerikaanse NAVO-opperbevelhebber gebracht. Althans niet in vredestijd. Zodra sprake is van daadwerkelijke gevechtsactiviteiten met de Russen, vindt wel een ‘Transfer of Authority’ plaats, schrijft Ollongren.