Hoofdlijnenakkoord: gaan die 100.000 woningen er nu wel komen?

Afbouw dakkapel woningbouw. Foto: ANP

Wat zegt het Hoofdlijnenakkoord over woningbouw? Eén ding is zeker: demissionair bouwminister Hugo de Jonge zal tevreden zijn. De Nederlanders ook?

Wat zegt het Hoofdlijnenakkoord over de bouw? Best veel. En veel herkennen we al van de plannen van minister De Jonge.

Zo komt er weer een coördinerende minister, ‘die regie voert op de ruimtelijke ordening en op waar de nieuwe woningen gebouwd moeten worden. Daarbij wordt rekening gehouden met woningen voor aandachtsgroepen (jongeren, ouderen, kleinere huishoudens, dak- en thuislozen).’

Er wordt ook zo snel mogelijk een Woontop georganiseerd, waarbij Rijksoverheid, pensioenfondsen, woningcorporaties, sociale partners, gemeenten en provincies ‘afdwingbare afspraken’ maken om de woningbouw structureel toe te laten nemen.

‘Politiek doel is de afspraak om structureel 100.000 woningen per jaar erbij te bouwen, die geschikt zijn voor de demografische en ruimtelijke ontwikkelingen de komende jaren.’

Transformatie gaat traag

De bestaande woningvoorraad moet beter worden benut ‘door herbestemming van bestaande gebouwen te verruimen en waar wenselijk juridisch te verankeren’. Zo moet permanente bewoning van vakantiehuizen worden gedoogd.

Verder dienen meer kantoor- en bedrijfspanden te worden omgebouwd tot woningen. Deze transformatie staat al een tijdje op de agenda, maar loopt in de praktijk vrij traag.

De opstellers van het Hoofdlijnenakkoord willen – aanvullend op bestaande woningbouwlocaties en lopende woondeals – nieuwe gebieden aanwijzen voor grootschalige woningbouw, bij voorkeur rond bestaande infrastructuur. Er komt snel een voorstel, beloven de partijen. Nu zijn die uitbreidingsgebieden nog onbekend.

Van nieuwe woningbouw moet minimaal 30 procent sociale huur zijn. Het wetsvoorstel van Hugo de Jonge, de wet Versterking regie volkshuisvesting, blijft daarmee overeind, al wordt het wel aangepast om gemeenten meer invloed te geven. Voor hen groeit de ruimte om gebieden aan te wijzen voor de bouw van nieuwe huizen. Tweederde van de nieuw te verrijzen woningen moet betaalbaar zijn voor middeninkomens.

Veel aandacht kreeg het voornemen om verdere verduurzaming van de bestaande huizenvoorraad af te remmen. Er komen geen verplichte energielabelsprongen voor koopwoningen en de verplichting wordt geschrapt om vanaf 2026, bij het vervangen van de verwarmingsketel, een warmtepomp te installeren.

Hoofdlijnenakkoord moet nog uitgewerkt

De eerste reacties uit het veld zijn gematigd positief. De woningnood heeft topprioriteit en dat vinden bouwers, ontwikkelaars en belangengroepen wel prettig. Het bevalt hun in elk geval dat er weer een dialoog met alle marktpartijen komt, in de nog te organiseren Woontop.

Wel vragen de belangengroepen zich af of er genoeg geld beschikbaar komt om alle plannen te verwezenlijken. De 1 miljard euro die er nu voor bestemd lijkt, is te weinig. De bouwpartijen denken zeker 3 tot 4 miljard euro nodig te hebben om de woningnood te lenigen. Veel zaken moeten, kortom, nog verder worden uitgewerkt met de partijen op de woningmarkt.

En wat zegt het nieuwe kabinet over de regeling voor de middenhuur, waar veel particuliere beleggers erg fel tegen ageerden? Niet veel. Er komen maatregelen die private huur, middenhuur en vrije huur aantrekkelijker maken, staat in het akkoord. Dat is alles. Aan de hypotheekrenteaftrek wordt in elk geval niet getornd.