De rooms-katholieke CU-senator Eric Holterhues wijst op de waarde van de sociale leer van zijn kerk.
Ooit wilde Eric Holterhues priester worden. Maar halverwege zijn studie aan de Katholieke Theologische Universiteit in Utrecht kwam de geboren Rotterdammer tot het inzicht dat deze professie toch niet heel gelukkig zou maken. Hij verdiepte zich in economische zaken en koos voor een loopbaan in de financiële sector. Hij werkte bij Triodos Bank en Oikocredit Nederland, om eind vorig jaar over te stappen naar de ontwikkelingsbank FMO.
De bankier keerde het geloof niet de rug toe. Sterker, hij gaat elke ochtend in een kerk bij hem om de hoek in Utrecht naar de mis. ‘Ik zeg weleens tegen vrienden: dit is mijn yoga. Ik vind het heel fijn om met een kleine, diverse groep de dag te beginnen met de Schriftlezingen volgens het rooster van de Rooms-Katholieke Kerk. Daarna ga je zo snel de mogelijk de wereld in om wat je in de kerk hebt gehoord, handen en voeten te geven. Mis komt van het woord missa, zending.’
Het is in de Eerste Kamer waar Holterhues (52) zijn verhaal vertelt. Daar vertegenwoordigt hij sinds ruim een jaar de ChristenUnie. Zijn kandidatuur trok de aandacht. Omdat hij met een man samenwoont en omdat hij een geloof aanhangt waartegen zijn partij vroeger principiële bezwaren uitsprak.
Van leden werd verwacht dat zij een verklaring onderschreven die onder meer verwees naar de Heidelbergse Catechismus. Een gezaghebbend protestants geschrift uit 1563 dat de katholieke mis als ‘vervloekte afgoderij’ veroordeelt.
Open bijbel
Maar de tijden zijn veranderd. De beginselverklaring is in 2015 verruimd en tal van katholieken zijn actief in de partij. De opwekkingsliederen op de CU-congressen sluiten vanzelfsprekend niet aan bij de religieus-culturele achtergrond van Holterhues, maar verder past de partij goed bij hem, zegt hij.
‘De ChristenUnie probeert politiek te bedrijven met een open bijbel. We kijken wat de waarden uit de Schrift betekenen voor onze samenleving. Daar voel ik me goed bij thuis. Er is veel meer dat katholieken en protestanten bindt dan wat hen scheidt.’
In zijn maidenspeech in juli vorig jaar wees de kersverse senator op de waarde van het katholieke sociaal denken. Kenmerken daarvan zijn onder meer het principe van het bonum commune, het algemeen welzijn, en een voorkeur om verantwoordelijkheid te leggen bij groepen van burgers in het maatschappelijk middenveld.
Holterhues wil niet zalvend zijn
De bedachtzaam formulerende Holterhues laat zich niet makkelijk verleiden tot pakkende uitspraken over wat deze mooie principes concreet opleveren. Hij zoekt steeds de nuance. Als het over Europa gaat, benadrukt hij bijvoorbeeld dat een bewust nationalisme goed kan samengaan met internationale samenwerking. ‘Én-én-denken is typisch katholiek,’ zegt hij. Na de opmerking dat zijn beschouwingen wat zalvend klinken, verheft Holterhues even zijn stem.
‘Dat ben ik niet met u eens. De Bijbel geeft geen eenduidige antwoorden op concrete politieke vragen, maar reikt wel belangrijke waarden aan. Zoals barmhartigheid en solidariteit. Daarvoor opkomen vind ik niet zalvend. Verder ben ik nuchter genoeg om voortdurend na te denken over wat die Bijbelse waarden in de praktijk van alledag betekenen.’