De ruim 112.000 Oekraïense ontheemden in Nederland zijn vaak vluchteling en arbeidsmigrant ineen. Zo zien ze het zelf, en zo zien ook steeds meer Nederlanders het. Wat betekent dat voor hun toekomst hier? Het kabinet-Schoof moet een knoop doorhakken.
Het gaat meer over Oekraïne dan over Oekraïners in het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof. Hopelijk verandert dat nog in de uitwerking van het akkoord, waaraan op dit moment in Den Haag wordt gesleuteld. De toekomstige positie van inmiddels ruim 112.000 Oekraïense ontheemden in Nederland is nog steeds onhelder, en dat kan niet te lang duren.
Op de korte termijn gaat het nog wel. Begin dit jaar was er onder Oekraïners in Nederland veel onrust over hun verblijfsstatus. De (Europese) Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) waaronder zij sinds begin maart 2022 vallen, zou aflopen op 4 maart 2025. Hoe het daarna verder moest, was onduidelijk. Inmiddels is die kwestie voorlopig opgelost. Eind juni heeft de Raad van de Europese Unie de RTB met een jaar verlengd, tot en met 4 maart 2026. Voor zover nodig krijgen Oekraïners in Nederland een ‘verlengingsbrief’ van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, waardoor de speciale verblijfssticker in hun paspoort een jaar langer geldig blijft.
Voor de gemoedsrust van Oekraïners is dat een zegen, voor de Nederlandse asielketen ook. De vrees bestond dat vele tienduizenden Oekraïners de komende maanden alsnog een reguliere asielaanvraag zouden doen om hun verblijf hier te verlengen. Dat kan, zoals bekend, de asielketen er helemaal niet bij hebben. Maar het probleem is voorlopig afgewend.
Tegelijk wacht een fundamentele vraag nog steeds op een – politiek – antwoord. Welke plek hebben Oekraïners op termijn in Nederland? Als er ooit – hopelijk – geen reden meer is hen als ontheemden op te vangen omdat de oorlog in hun land eindelijk is afgelopen, hoe zal Nederland ze dan behandelen? Als mensen die moeten terugkeren? Of als mensen die we prima kunnen gebruiken als arbeidsmigrant?
Gevoelens rond Oekraïners verzakelijken onmiskenbaar
Hoewel het er weinig over gaat, ligt deze toekomstkwestie levensgroot op tafel. Recente onderzoeken onder Oekraïners hier en onder Nederlanders zelf, laten dit duidelijk zien. Voorbeelden zijn een recente ‘flitspeiling’ naar het draagvlak voor opvang van Oekraïners onder Nederlanders – uitgevoerd door Ipsos I&O in opdracht van het ministerie van Justitie – en een uitgebreid onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) onder duizenden Oekraïners naar hoe het ze hier vergaat.
Het beeld dat uit beide onderzoeken opstijgt, is dat van een zakelijker opstelling tegenover Oekraïners hier. Een zekere verharding, zelfs. Het vanzelfsprekende warme welkom van maart 2022 maakte plaats voor een koelere, meer berekenende houding. Het aandeel Nederlanders dat positief oordeelt over de opvang van Oekraïners ging in ruim twee jaar van ruim 80 naar ruim 60 procent. Het aandeel met een negatief oordeel verdubbelde. Ruim een op de tien Nederlanders vindt inmiddels dat het hier ‘te vol’ is voor zo’n grote groep ontheemden, dat (delen van) Oekraïne inmiddels ‘veilig genoeg’ zijn en zelfs dat Oekraïne ‘zelf voor oorlog kiest’.
Twee jaar geleden vond een meerderheid van 56 procent van de Nederlanders dat ‘Nederland zoveel vluchtelingen uit Oekraïne moest opvangen als nodig is’. Inmiddels vindt nog slechts een minderheid dat: een op drie. Boeiend is daarbij dat de regionale verschillen fors zijn. In de Randstad en Zuid-Nederland is de steun voor langdurige opvang beduidend lager dan elders. Hoe schaarser de ruimte en hoe krapper het woningaanbod, hoe kritischer de Nederlander is over langdurige opvang voor Oekraïners, lijkt het.
Oekraïners met een baan moeten zelf huis huren
De verzakelijking lijkt ook te worden aangejaagd doordat relatief veel Oekraïners – ongeveer de helft – werken. Nederlanders beoordelen dat als positief, maar het betekent wel dat ze Oekraïners zien als onthande vluchtelingen die een speciale behandeling moeten krijgen.
Acht op de tien Nederlanders vinden dat Oekraïense ontheemden met een betaalde baan zelf maar een huis moeten huren, buiten de opvang. En vrijwel alle Nederlanders (92 procent) vinden dat Oekraïners met een baan die desondanks in de opvang zitten, moeten bijdragen aan de kosten daarvan (verhoging van deze eigen bijdrage aan de opvang staat in het Hoofdlijnenakkoord).
Oekraïners willen doorstart als arbeidsmigrant
De Oekraïense ontheemden zelf doen intussen weinig moeite om te verbergen dat ze hier, als de oorlog afgelopen is, graag willen doorgaan als arbeidsmigrant. In het WODC-onderzoek zegt bijna de helft (48 procent) ‘misschien’ terug te gaan als het veilig is. Een op de drie (30 procent) zegt sowieso niet terug te keren, ook niet als het veilig is. Kortom, een substantieel deel van de Oekraïners ziet zijn (haar) toekomst hier. Slechts een op de vijf zegt zeker terug te gaan als het weer veilig is in Oekraïne. Duidelijke cijfers.
Ook het grootste ongemak dat veel Oekraïners zeggen te voelen, maakt veel duidelijk over hun ambities op lange termijn. Veel Oekraïense ontheemden zijn hoog opgeleid, de helft studeerde aan een universiteit. Maar ze werken over het algemeen dik onder hun niveau omdat ze het Nederlands niet beheersen. Dat kunnen ze natuurlijk gaan leren, maar wat is daarvan het nut als ze over anderhalf jaar toch weg moeten?
Permanente vestiging
Een makkelijke kwestie is dit niet. Gezien de grote Nederlandse behoefte aan arbeidsmigranten, zeker hoger opgeleide, zou je zeggen dat Nederland er alles aan moet doen om deze groep te behouden. Ze zijn er toch al, de kinderen burgeren in op Nederlandse scholen, en ze staan te trappelen. Anderzijds: als alle Europese landen dit zouden doen, krijgt Oekraïne een braindrain van jewelste. Dat zal de wederopbouw van het land enorm schaden.
Maar ook binnenslands is het geen uitgemaakte zaak. Waar moeten die tienduizenden ‘Oekraïense Nederlanders’ wonen als ze zich hier permanent vestigen? In de opvang kan niet meer, nee. Maar ‘zelf huren’ is zoals we weten ook makkelijker gezegd dan gedaan, zeker in de economisch sterkste provincies.
Voor het probleemoplossende vermogen van het kabinet-Schoof is niet alleen Oekraïne, maar zijn ook de Oekraïners een serieuze test.