Nederland is een magneet voor migranten. Vooral door hen groeide de bevolking naar 18 miljoen inwoners. Interviews met vijf immigranten: wat zijn hun drijfveren en dromen?
Geen beschuit met muisjes, deze week, bij de aankondiging van de 18 miljoenste Nederlander door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daar zijn goede redenen voor.
Dat de bevolkingsteller op de website van het CBS donderdag 15 augustus op 18 miljoen sprong, kwam niet door een concrete heuglijke gebeurtenis. Het was de uitkomst van statistische kansberekening. Een deskundige schatting dus. Wie die 18 miljoenste Nederlander is, zal – ietwat teleurstellend wellicht – daarom ook nooit duidelijk worden. Historisch gezien is dat niks nieuws. Niemand heeft geweten wie de 17 miljoenste, 15 miljoenste, 12 miljoenste of 10 miljoenste Nederlander was.
Ten tweede hoort beschuit met muisjes bij een geboorte. En de kans dat Nederlander nummertje 18 miljoen een schattige baby Noah, Sem, Mo, Olivia, Nadia of Emma is, is statistisch klein. Nederland groeit al decennia als kool, maar niet zoals in de jaren vijftig door een geboorteoverschot, maar door een migratieoverschot. De 18 miljoenste Nederlander is naar alle waarschijnlijkheid een immigrant.
Een man of vrouw dus die, net als de immigranten elders op deze pagina’s, naar Nederland is gekomen als vluchteling of ontheemde, als arbeids- of kennismigrant of om hier te studeren. Doorslaggevend om mee te tellen voor de bevolkingsteller van het CBS is daarbij niet of de kersverse Nederlander ook de Nederlandse nationaliteit heeft. Wel of hij of zij als ‘ingezetene’ staat geregistreerd in de Basisregistratie Personen.
Om die reden tellen Oekraïense ontheemden wel mee in de CBS-bevolkingsteller – want die staan in de regel ingeschreven bij de gemeente waar ze in de opvang zitten – en asielzoekers niet. Die tellen pas mee in de statistieken als ze statushouder zijn geworden – als erkend vluchteling een verblijfsvergunning hebben gekregen.
Immigratie bepalend voor bevolkingsgroei
Hoe bepalend immigratie is voor de bevolkingsgroei, bleek de afgelopen maanden al, in de aanloop naar de 18 miljoenste. Deze aankondiging was al veel eerder dit jaar verwacht – aan het begin van het jaar, ironisch genoeg ongeveer gelijktijdig met de publicatie van het langverwachte, op verzoek van de Tweede Kamer geschreven rapport over de bevolkingsgroei van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050.
Dat verscheen in januari. Maar omdat de immigratie in de eerste helft van dit jaar per saldo weliswaar aanzienlijk was, maar toch een stuk lager dan in voorgaande jaren, werd de datum waarop de bevolkingsteller op 18 miljoen zou springen steeds weer uitgesteld. Uiteindelijk dus, na rijp beraad op de burelen van het CBS in Leidschenveen, tot donderdag 15 augustus.
Dat uitstel had trouwens ook te maken met de emigratie. Die neemt gestaag toe. Nederland is een soort draaideurland geworden. Maandelijks komen er duizenden mensen bij, maar er gaan ook duizenden mensen weg. Het saldo van alle draaideurbewegingen bepaalt de nettogroei. Over de eerste helft van 2024 bedroeg dat een kleine 50.000 – mensen erbij dus.
Nederland piept en kraakt door bevolkingsgroei
De immigranten die EW interviewde en portretteerde voor dit verhaal hebben er zonder uitzondering zin in. Ze behoren allen tot één van de vijf grote immigrantengroepen: arbeidsmigranten, kenniswerkers, Oekraïense ontheemden, statushouders en buitenlandse studenten. Ze hebben allen goede motieven om hier te zijn, en spreken vaak ook de ambitie uit om voor langere tijd te blijven. Een van hen, de Indiase kenniswerker Vishnu Madhusoodhanan, heeft zijn eerste gouden jubileumspeldje al binnen, en prijst de Nederlandse werkcultuur.
Dat goede humeur kan Nederland wel gebruiken, want zonder zorgen is het nationale momentum van de 18 miljoenste bepaald niet. Genoemde Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen, onder leiding van topambtenaar en latere formateur Richard van Zwol, concludeerde in januari dat Nederland dit groeitempo gewoonweg niet kan verhapstukken. Alles piept en kraakt: van de huizenmarkt tot de sociale cohesie.
Hoeveel miljoen is nog te doen? Die vraag is reëel, en de Staatscommissie gaat die ook niet uit de weg. Nog één of twee erbij, dan is de rek er wel uit. Daarvoor is het nodig dat het huidige hoge groeitempo wordt teruggebracht naar wat de commissie noemt ‘gematigde groei’, naar 19 0f 20 miljoen in 2050. Makkelijker gezegd dan gedaan. Nederland is economisch in sterke mate afhankelijk van immigranten. Om dat te veranderen, is een andere economie nodig. Ook al makkelijker gezegd dan gedaan. Geopolitieke omstandigheden laten zich ook slecht sturen vanuit Den Haag.
Al decennia zorgen over bevolkingsgroei
Ter relativering kun je zeggen dat Nederland de afgelopen decennia altijd bezorgd heeft gereageerd op een miljoenste Nederlander erbij. Ook in de jaren vijftig toen het nog wél gepaard ging met beschuit met muisjes en het nog ging om – máár, zeggen we nu – elf miljoen Nederlanders. ‘Inschikken, ‘t wordt nog voller,’ schreef dagblad Het Vrije Volk in februari 1957.
Wisten die elf miljoen Nederlanders van toen veel. Inmiddels is de bevolkingsdichtheid in Nederland vijf keer het gemiddelde van de Europese Unie. Een simpele vergelijking met België is ook leerzaam. Nog in 1940 hadden beide landen ruim 8 miljoen inwoners. Nu telt Nederland er dus 18 miljoen, en België nog niet eens 12 miljoen. Het Nederlandse groeitempo is dus inderdaad uitzonderlijk.
Zie hieronder in de slider vijf verschillende interviews: