Parlementair lobbyist Marcelo Mooren bracht exact een jaar geleden zijn boek Vaste grond uit, waarin hij pleit voor herstel van zekerheden voor burgers. Een gesprek over zijn boek en over de vraag of een partijloze premier voor die zekerheden kan zorgen.
In het boek schetst u een ontredderde samenleving. Hoe zijn we zover gekomen?
‘De volkspartijen hebben het laten liggen. Economisch zijn we te veel naar rechts gegaan en cultureel te veel naar links. Dat was decennialang de politieke cultuur, vooral in de bovenlaag. Dat gaf onzekerheden in beide domeinen: een te harde economie, en te veel cultuurrelativisme.
‘Ik denk soms dat Nederland de Katholieke Volkspartij mist. De KVP was cultureel wat behoudender, maar sociaal tamelijk solidair.’
Waarom heeft die burger weer ‘vaste grond’ nodig?
‘Voor de CDA-partijleiding dacht ik eens mee over de vraag of er nog een toekomst was als volkspartij. Daartoe blikte ik terug op hoe de volkspartijen zijn ontstaan, rondom de thema’s algemeen kiesrecht en de schoolstrijd. Dat ging toen over de “noden” van burgers. Wat zijn die noden nu? We gebruiken die term nooit meer, maar er zijn er meer dan genoeg.
Marcelo Mooren (1976) is jurist in het staatsrecht en internationaal recht, en werkt als parlementair lobbyist. Is NSC-lid. Eerder voerde hij voor het CDA kiezersonderzoeken uit.
‘Er zijn bakken vol literatuur over hun problemen: van publicaties van Paul Schnabel en Paul Scheffer tot allerlei onderzoeken van het Sociaal Cultureel Planbureau, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en de Atlas van Afgehaakt Nederland door Josse de Voogd – noem maar op. Uit die rapporten blijkt dat de de ruggengraat van de samenleving, vooral bij de middenklasse, op sommige plekken is geknakt. Mensen hebben vaste grond nodig. Zo niet, dan staan ze onzeker in het leven. Die onzekerheid geeft een voedingsbodem voor politieke onrust.
‘De inleiding van mijn boek gaat over wat ik noem een ‘dodelijke drieslag’, de samenloop van het verlies van drie zekerheden. Mensen willen zeker kunnen zijn van het bestaan, zeker van hun cultuur en zeker van de overheid.
‘Ik had die inleiding slechts toegevoegd als een resumé. Ik dacht dat we met zijn allen die analyse nu wel kenden, na al die publicaties en rapporten. En we dus kunnen kijken naar: wat nu? Maar tot mijn verrassing word ik vooral bevraagd over dat resumé. Voor sommigen was de winst van het populisme schijnbaar toch verrassend.’
Hoe herstel je die geknakte ruggengraat?
‘Eigenlijk gaat het boek daarover. Welke zekerheden hebben mensen nu nodig? Soms gaat het om het herstel van oude zekerheden: denk aan een betaalbaar huis, een vaste baan in plaats van flex, een herkenbare wijk en cultuur, enzovoort. En soms gaat het om nieuwe zekerheden voor deze tijd, zoals evenveel ouderschapsverlof voor beide ouders. Dat vraagt veel ander beleid en besluiten, die ik beschrijf. En dat is allemaal nog niet zo makkelijk. Maar op bepaalde zaken moet men kunnen rekenen.’
Krijgen we dan niet een heel bevoogdende staat?
‘Nee. De overheid doet op dit moment juist te veel, maar het verkeerde. Zie hoe het belastingstelsel disfunctioneert. Dat is een gevolg van dat er talloze politieke wensen, die niet gaan om basiszekerheden, via de belasting moeten worden uitgevoerd.
‘We zien het in allerlei stelsels: het is te complex, en daardoor werkt het vaak niet goed. Dat geeft geen zekerheden, dat ondermijnt ze juist.’
Gaat de nieuwe ministersploeg deze zekerheden wel leveren?
‘Ik ben heel benieuwd naar de uitwerking van het Hoofdlijnakkoord. Er stonden geen rare dingen in. Dat kun je als een goede richting zien, maar er is een aantal zaken waarvan je je moet afvragen of die gaan lukken. Bijvoorbeeld rondom migratie en wonen. Dat zijn toch wel de belangrijkste thema’s.’
Waarom zijn dat de belangrijkste?
‘Die raken mensen het meest. Wonen bevindt zich onder in de piramide van Maslow. De belangrijkste zekerheidsbehoefte, na eten, is een thuis. Als dat er niet is, valt alles om. Elk hoofdstuk begint in mijn boek met een citaat. Bij het hoofdstuk over wonen is dat natuurlijk het citaat van de voormalige Amsterdamse PvdA-wethouder Jan Schaefer: “In gelul kan je niet wonen.”
‘Wij doen alsof dit een heel complex probleem is, maar zo complex is het niet. In Nederland is het echt een kwestie van dat er te weinig vergunningen zijn verleend door lokale overheden. Dat is veelal te wijten aan die maakbaarheidsgedreven complexiteit van regels. En het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening hadden we ontmanteld, dus er was geen landelijke regie meer om te bezien of alle gemeenten bij elkaar wel voldoende deden.
‘Over migratie is veel gezegd sinds PvdA’er Paul Scheffers essay “Het multiculturele drama” in 2000. Je ziet de incompetentie van de overheid als het gaat om het hele migratiedossier: zowel in het geval van het toelaten, uitzetten als integreren.
‘Dat laatste schiet ook tekort. Er ontbrak een cultureel leidmotief, er ontstonden parallelle samenleving en botsingen. Dat is inmiddels allemaal bekend. Nu handelen, graag.’
Gaat een ministersploeg met veel onervaren bewindslieden deze grote problemen oplossen?
‘Deze dossiers zijn zo groot, die staan of vallen niet met één persoon. Migratiebeperking bijvoorbeeld raakt ook aan de premier en de minister van Buitenlandse Zaken, aangezien het kabinet de Europese regels wil aanpassen. Dat dossier ligt dus niet alleen op het bordje van PVV-minister Marjolein Faber. Dick Schoof en Caspar Veldkamp van NSC moeten ook aan de bak.’
Wat Dick Schoof betreft: kan een partijloze premier weer vaste grond creëren? Burgers weten niet eens waar hij in gelooft en welke ideologie hij aanhangt.
‘Ik denk juist dat het zo kan. We moeten af van het idee dat we in het Utopia van Thomas More komen als we één bepaalde ideologie, de jouwe, consistent uitvoeren. In de zoektocht naar het oplossen van die noden van burgers, het herstel van zekerheden, zie je dat meerdere ideologieën samen tot een oplossing kunnen komen. Zo is ook in 1917 de invoering van gesubsidieerd bijzonder onderwijs uitgeruild tegen invoering van het algemeen kiesrecht. Daar werd iedereen beter van.
‘Dan is het juist mooi, een premier die boven de partijen staat. Ik zou zelfs verder willen gaan: een premier de boven de ideologieën staat.’
Maar geef in de Tweede Kamer maar eens de ander gelijk. Dat gebeurt nauwelijks.
‘Over je eigen gelijk heen stappen, over het idee van de onfeilbaarheid van jouw ideologie in een bepaalde casus, is heel moeilijk voor politici. Toch zal het moeten. Ik hoop dat het deze premier lukt.’
Kan dat wel, als PVV-leider Geert Wilders direct op X zet wat hij vindt van het kabinetsbeleid?
‘Wilders moet zich nog gaan gedragen als verkiezingsoverwinnaar. Hij is nog geen kasteelheer, om het maar zo te noemen. Jarenlang heeft hij gevochten om het kasteel te bestormen. Elk debat luidde Wilders de trompet aan de buitenkant van de kasteelmuur, zoals dat gaat bij een bestorming. Daar is hij op 22 november in geslaagd. Alleen heeft hij nog niet door dat een kasteelheer heel anders opereert dan een kasteelbestormer.
‘De kasteelheer opereert in stilte, houdt de verbinding met bondgenoten, voert de plannen uit voor de bevolking en regeert zo het land. Aanvallen hoeft hij niet meer, dat is zelfs risicovol. Wil dit kabinet succesvol eindigen, dan zal Wilders zich als kasteelheer moeten opstellen.’