De mentale gespletenheid van de immigrant

Dilan Yurdakul is een bewonderenswaardig non-conformistische persoonlijkheid. Dat schrijft Gerry van der List.

Nee, ik had er geen zin in. De jacht op Meral Ö. zal best een zogeheten integere speelfilm zijn, met lovenswaardige politieke intenties. Maar treurige verhalen van en over slachtoffers van de Toeslagenaffaire heb ik inmiddels wel genoeg gehoord. Origineler lijkt me een film over een allochtone fraudeur die de boel heeft bedonderd en toch van overheidswege een fors bedrag krijgt overgemaakt als compensatie voor vermeend onrecht.

Ik zie een mooie rol weggelegd voor Elise Schaap als Hare Koninklijke Hoogheid Laurentien die op geaffecteerde toon staat te tieren tegen ambtenaren omdat zij volgens de prinses te langzaam te weinig geld storten op de rekeningen van mensen die beweren gedupeerd te zijn. Maar ja, voor zo’n prikkelende productie verstrekt het Nederlands Filmfonds vast geen subsidie.

Dat ik toch even de verleiding heb gevoeld naar de bioscoop te gaan, komt door de vrouw die gestalte geeft aan Meral Ö. Dilan Yurdakul is een bijzondere persoonlijkheid. Ze werd bekend als de even kordate als aantrekkelijke rechercheur Aysen Baydar in Goede Tijden, Slechte Tijden.

Maar ze bleek veel meer in haar mars te hebben dan naast Ludo en Janine te stralen in de langlopende soap. Zo maakte ze de boeiende televisieserie Bonnie & Clyde en staat ze geregeld op het toneel in solovoorstellingen die ze zelf heeft bedacht en geschreven. Momenteel trekt ze langs theaters met het autobiografische Alter.

Twee jaar geleden mocht ik Yurdakul interviewen. Het was een groot genoegen. Alleen al omdat ze smakelijk lachte om mijn grapjes. Altijd fijn. Ik vind mijzelf best geestig, maar tot mijn ontgoocheling ontmoet ik steeds mensen die deze mening helemaal niet delen.

Een aangename verrassing was ook dat de talentvolle actrice en theatermaakster zich serieus had voorbereid op het gesprek door een lijst op te stellen met onderwerpen die ze aan de orde wilde stellen, en de indruk wekte over een grote belezenheid en goede literaire smaak te beschikken.

Die Verwandlung van Franz Kafka bleek haar lievelingsboek, maar ze sprak ook met liefde en kennis van zaken over The Catcher in the Rye van J.D. Salinger en Elementaire deeltjes van Michel Houellebecq. Op religieus vlak rekende zij zich tot de alevieten. Thuisgekomen leerde ik van Wikipedia dat dit redelijk verlichte moslims zijn die gelukkig minder de behoefte voelen andersdenkenden de keel door te snijden dan sommige andere volgelingen van Allah.

Dilan Yurdakul was lichtpunt

Gespreksonderwerp was toen ook al Alter, waarvan ze een eerste versie presenteerde op de Parade. Dit is een theaterfestival waarover de Volkskrant en NRC doorgaans welwillend schrijven, maar waar de modale EW-lezer nog niet dood gevonden wil worden vanwege al het alternatieve artistieke gedoe.

Een lichtpunt vormde de voorstelling van Yurdakul. Een muzikale migratiereis waarin de hoofdpersoon zich verdiept in de wortels van haar Turkse familie. Een familie die door verhuizing naar een ander land er wellicht materieel op vooruit is gegaan, maar tegelijk een permanent gevoel van verlies ervaart.

Het is het centrale thema in het werk van Yurdakul. Zelf spreekt ze enigszins plechtig over de condition migrante. Het gaat dan om het gevoel van ontreddering en mentale gespletenheid van migranten, gevoed door heimwee naar het land van herkomst. En om de worsteling van de tweede en derde generatie, die opgegroeid in een doorgaans conservatief milieu hun weg moeten zien te vinden in een moderne samenleving.

Ik ben tot schaap opgevoed. Ik ben opgevoed om als een schaap te lopen, om als een schaap te eten en als een schaap te denken.’ Zo luiden de openingszinnen van Maskerziel. Yurdakul legt in deze, dit jaar verschenen, debuutroman uit hoe ze zich met veel geestelijke pijn en moeite losmaakte van de kudde schapen, hoe ze zich onttrok aan de mores en verwachtingspatronen van het ouderlijk huis. Zonder er ooit geheel in te slagen om harmonie te vinden. ‘Ik ben een onafgerond individu,’ deelt ze mee in Alter.

De condition migrante is uiteraard al vaker artistiek geëxploreerd. Maar Dilan Yurdakul doet dit wel op een heel boeiende wijze. Intens, schaamteloos, provocatief, zonder zichzelf en haar naasten te sparen. Haar dappere non-conformisme heeft een prijs. ‘Ik ben altijd een buitenstaander gebleven,’ zei ze in EW. Dat moet een onbevredigend gevoel geven. Maar buitenstaanders zien zaken doorgaans wel het scherpst.