Jessica Roitman: ‘Joden zijn de enige minderheid die echt onder vuur ligt’

Hoogleraar Joodse studies Jessica Roitman. Beeld: Friso Keuris

De impact van 7 oktober op de samenleving is groot, maar op het hoger onderwijs zo mogelijk nog groter. De meeste Joodse docenten en studenten voelen zich onveilig, toont onderzoek. Hoogleraar Joodse studies Jessica Roitman (53) beschrijft haar ervaringen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

We lopen van de centrale hal van de Vrije Universiteit (VU) naar de koffiebar achter het hoofdgebouw. ‘Ah, ze zijn nu even weg, misschien hebben ze lunchpauze,’ zegt historica Jessica Roitman met een onmiskenbaar Amerikaans accent en dito bravoure, terwijl ze haar blik over het VU-terrein laat glijden. Ze doelt op de acti­visten die nog altijd dagelijks op de campus demonstreren tegen Israël.

Onderweg trekt ze een exemplaar van universiteitskrant Ad Valvas uit een bak. Kijk, zegt ze, terwijl ze bladert: ‘Hier hebben ze een ereplek voor activistische docenten, die op een voetstuk worden gezet vanwege hun felle anti-Israëlprotest. En hier’ – Roitman bladert verder naar een artikel over een nieuw opgerichte Joodse studentenvereniging – ‘heeft iemand heel veel tijd aan besteed.’ Op de pagina staat met een rode viltstift een tekst geklad: ‘FUCK ISRAEL, FUCK ZIONISM, stop supporting genocide.’ ‘Alle exem­plaren die hier in de bakken liggen, hebben zo’n tekst.’

Roitman schiet in de lach: ‘Ik wou dat de student die dit heeft gedaan, zoveel tijd in zijn of haar studie zou steken.’

EW Is dit nou om te lachen of te huilen?

Jessica Roitman: ‘Eigenlijk om te huilen, maar ik ben Joods, dus lach ik. De befaamde Joodse humor helpt om met zo veel naars om te gaan.’

EW Wat is er aan de hand?

Roitman: ‘Op universiteiten is de gedachte in zwang geraakt dat Israël een koloniale bezetter is, de enige westerse koloniale staat die er nog is. En dat die dus “gedekoloniseerd” moet worden. Oftewel: opgeheven. Dat idee leeft vooral bij sociale en geesteswetenschappers.’

Jessica Roitman

Jessica Roitman (Richmond, Kentucky, 1971). Joods historicus, heeft de Amerikaanse en Nederlandse nationaliteit. Zij promoveerde in 2009 aan de Universiteit Leiden en is sinds 2021 hoogleraar Joodse studies aan de Vrije Universiteit.

EW Wat merkte u zelf na 7 oktober?

Roitman: ‘Opeens wilden sommige collega’s niet meer naast me komen zitten bij de lunch in de kantine.’ Roitman lacht weer: ‘Ja, dat is enorm kinderachtig. Absurd. Alsof we kleine kinderen zijn in de klas. Nu moet ik wel zeggen dat veel naaste collega’s wel hun best doen om gewoon zakelijk contact te houden. Zelfs een paar islamitische docenten werken nog altijd met mij samen. Maar ze weten ook dat ik voor het bestaansrecht van Israël ben. In dat opzicht ben ik een “zionist”, al is dat woord aan inflatie onderhevig. Activisten gebruiken het al als scheldwoord voor iedereen die Joods is of een Joodse achtergrond heeft. Zo kunnen ze het woord “Jood” omzeilen en mogen ze de ergste dingen zeggen over de “zionisten”.’

EW U maakt er geen geheim van dat u Joods bent, maar dat geldt niet voor iedereen.

Roitman: Weer een lach: ‘Het wordt een beetje moeilijk voor mij, een hoogleraar Joodse studies met ook nog een duidelijk Joodse naam en Joods uiterlijk, om mijn identiteit te verbergen, inderdaad. Maar er zijn genoeg collega’s die niet willen dat men op de universiteit weet dat ze Joods zijn of een Joodse achtergrond hebben. Een dierbare collega van mij, die zich achter de schermen ook inzet tegen het antisemitisme hier op de werkvloer, is in zijn jeugd – op het Nederlandse platteland – zó met zijn Joods-zijn gepest, dat hij zijn identiteit absoluut geheim wil houden. Ik vind dat enorm triest, maar ik respecteer het.’

EW U bent een van de weinige uitgesproken Joodse academici in Nederland, met uw bezorgde berichten op LinkedIn en een ­opiniestuk in NRC. Wat zijn de reacties?

Roitman: ‘Van mijn studenten hoor ik niet veel. Bij mijn theologiefaculteit zijn ze, op een klein groepje fanatiekelingen na, niet zo activistisch. Bij mijn college zaten laatst wel wat studenten met een Palestijnen­sjaaltje om op de eerste rij, maar ze deden verder niets. Onder collega’s merk ik wel dat activistische academici mij zien als een rechtse zionist, omdat ze weten dat ik voor het bestaansrecht van de staat Israël ben. Maar verder ben ik juist erg ­tegen Benjamin Netanyahu en zijn regering. Na 7 oktober merkte ik dat ik veel aan virtue signalling – deugpronken – ging doen. In interviews en in vergaderingen nam ik bewust en nadrukkelijk afstand van de regering-Netanyahu, om maar te voorkomen dat ik in de verkeerde hoek zou worden gezet. Achteraf vind ik dat wel wat zwak en laf van mezelf, ja.’

EW Voelt dat eenzaam?

Roitman: ‘Ik heb makkelijker praten dan veel col­lega’s. Zeker jongere collega’s met tijdelijke contracten, of docenten die wel een vast contract hebben maar hopen ooit nog hoogleraar te kunnen worden, durven zich niet openlijk uit te spreken. Dat is echt zonde en eigenlijk schandelijk, als je bekijkt dat er aan de andere kant, onder anti-Israëlactivisten, geen enkele angst lijkt te zijn om de meest radicale dingen te zeggen.’

EW Gaat de VU goed om met klachten over ­antisemitisme bij de protesten?

Roitman: ‘Op zich ben ik niet ontevreden. Je ziet dat er hier veel minder, en minder hevige, protesten zijn dan bijvoorbeeld aan de Universiteit van Amsterdam en aan de Leidse universiteit in Den Haag. We hebben ook een wat brave studentenpopu­latie. En wie echt wil rellen, die gaat dat niet hier op de Zuidas doen, maar in het centrum van Amsterdam, op de UvA.’ Spottend: ‘Dat is veel cooler! Maar ook hier hebben we tentenkampen gehad, ­afgelopen voorjaar.

‘Sociale veiligheid staat echt wel centraal aan de VU. We zijn een protestantse universiteit. Toen enkele collega’s een paar jaar geleden een handtekening bleken te hebben gezet onder de omstreden Nashville-verklaring, met intolerante ideeën over lhbti’ers, is een brede dialoog gestart over de gedeelde principes van de universiteit.’

EW Welke aandacht is er daarbij voor anti­semitisme?

Roitman: ‘Dat is nog wel een probleem. We zijn bij de VU heel duidelijk over onze ­afkeer van islamofobie, maar antisemitisme benoemen, daar is iedereen heel terughoudend in. Terwijl de Joodse medewerkers en studenten op dit moment met keiharde uitsluiting en intimidatie te maken krijgen, veel meer dan welke minderheid ook. Joden zijn de enige minderheid die echt onder vuur ligt.’

EW Wat doet het College van Bestuur?

Roitman: ‘Kijk, vooropgesteld: het is echt een enorm lastige tijd voor bestuurders. Wat er op hen af komt, vooral aan druk om hun banden met universiteiten en academici in Israël te verbreken, dat is heel zwaar. En toch maken ze tijd om met ons, een groepje Joodse academici, te praten. We doen dat regelmatig, de lijntjes met het CvB zijn kort.

‘Het CvB heeft er tot voor kort juist voor gekozen om niet expliciet de aandacht te vestigen op antisemitisme. Het bestuur was blijkbaar bang voor verdere escalatie. Dat vond ik wel een vreemde strategie. Het gaat niet weg door erover te zwijgen, zou je denken. Nu al die exemplaren van Ad Valvas zijn beklad, zo openlijk met haatdragende teksten bij een artikel over Joodse studenten, zijn de bestuurders onrustig geworden. Eindelijk ligt er nu een statement van het CvB waarin het openlijk stelling neemt tegen de antisemitische onderstroom bij de pro-Palestijnse protesten. Dat is mooi, volgens mij is de VU daarmee de eerste universiteit die het probleem openlijk ­benoemt. Ik zou hopen dat de bestuurders in het hoger onderwijs een wat sterkere morele ruggengraat ontwikkelen.’

EW Zou het anders zijn als bestuurders zelf Joods waren?

Roitman: ‘Je ziet wel dat Joodse bestuurders, zoals voorheen Mirjam van Praag aan de VU en Marc Salomon, de decaan van de UvA Business School, veel beter begrijpen waar het over gaat, al zijn ook zij eerst en vooral bezig het belang van hun instituut te dienen. Andere bestuurders, en ook mijn niet-Joodse collega’s, snappen niet hoe persoonlijk het is, wat er op 7 oktober in Israël is gebeurd. En wat er bij die protesten wordt geroepen. “Tegen genocide”, tegen Israël, tegen de “zio­nisten” oftewel vrijwel alle Joden… Ze snappen de enorme impact daarvan echt niet.’

EW Wat vindt u van collega’s die deelnemen aan de protesten en daar ook hun studenten toe oproepen?

Roitman: ‘Ik heb een collega die zich presenteert als theologian for Gaza. Ik zag haar in een demonstratie allerlei leuzen in een megafoon roepen. Als zij in haar religieuze overtuiging reden ziet om tegen Israël te demonstreren, moet ze dat zelf weten.

‘Wat ik kwalijker vind, zijn de zogenaamde teach-ins. Dat zijn niets anders dan pure propagandasessies. Zogenaamde colleges over Gaza, maar dan allemaal vanuit één perspectief, gegeven door ­radicale docenten van de sociale en ­geesteswetenschappen, die stuk voor stuk vinden dat Israël een illegale kolo­niale staat is die moet worden gedekoloniseerd. Stel je voor dat je een Joodse ­student bent en bij zo iemand college volgt. Die docent bepaalt jouw cijfer, dan voel je je echt niet vrij om je uit te spreken.

‘En via maillijsten worden petities tegen het bestuur verspreid, en oproepen voor demonstraties. Dat vind ik wat wrang, want er is niemand die sinds 7 oktober ooit een petitie of steunbetuiging heeft rondgestuurd voor de honderden gijzelaars, van wie nog altijd een aantal wordt vastgehouden in Gaza. Er is over de hele linie in de academische wereld gewoon geen sympathie, empathie of zelfs maar zorg voor de Joden.’

Hoger onderwijs is geen veilige plek voor Joden

Het probleem speelt op bijna alle universiteiten en hogescholen, zo blijkt uit een recente enquête van twee onderzoekers uit Maastricht naar de beleving van Joodse en Israëlische medewerkers en studenten in het hoger onderwijs. In totaal 165 respondenten vertelden over hun persoonlijke ervaringen sinds 7 oktober 2023.

 

Tweederde van de Joden voelt zich enigszins tot zeer onveilig in het hoger onderwijs. Door de aanhoudende, agressieve acties van anti-Israël-activisten, maar ook door uitsluiting door collega’s of medestudenten. En vooral doordat de bestuurders van hun onderwijsinstelling te weinig doen om het antisemitisme dat zij ervaren tegen te gaan.

 

Naast Jessica Roitman van de Vrije Universiteit sprak EW afgelopen maanden met diverse Joodse en Israëlische academici en studenten in Nederland. Vooral in de sociale wetenschappen – zeker bij de ­afdelingen waar veel activistische en buitenlandse onderzoekers werken – ervaren zij de sfeer als intimiderend. Bij de afdeling sociologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) komen drie van de zes Joodse docenten niet of nauwelijks nog naar de universiteit, uit angst voor antisemitische activisten.

 

In UvA-krant Folia nam socioloog Jeroen Bruggeman stelling in. ‘Waarom de protesten voor Palestina en niet voor de slachtoffers in Jemen, Sudan of Congo?‘ zo vroeg de Joodse universitair docent zich af. Hij hekelde het activisme van zijn collega’s, en noemde een UvA-hoogleraar van zijn afdeling die op de Arabische tv-zender Al Jazeera verkondigde dat haar universiteit medeplichtig is aan ‘genocide’. Dezelfde hoogleraar had op X gezegd het ‘prima’ te vinden ‘als zionisten zich niet op hun gemak voelen’.

 

Bruggeman (64) spreekt van een ‘irritante zelfgenoegzaamheid’ onder zijn collega’s en ‘de onwil om zelf ergens over na te denken’. Daarnaast verbaast hij zich erover dat bestuurders – in dit geval afdelingshoofden, decanen en het College van Bestuur van de UvA – geen standpunt innemen. ‘Ze tonen wel inlevingsvermogen naar hun Joodse staf en studenten, als die zich beklagen over het antisemitisme van de activisten. Maar ze doen er niets aan, ze stellen geen grenzen. Om ze in beweging te krijgen, is het alsof je een grote zeeschildpad over het strand moet sleuren.’

 

Ook deed de UvA zelf nooit een poging ­om het effect van 7 oktober op de sfeer op de universiteit te onderzoeken, zegt Brug­geman, ‘terwijl de universiteit de verplichting heeft te zorgen dat iedereen zich thuis voelt’.

 

Roy Turksma (23) is een van de oprichters van een Joodse studentenvereniging aan de VU. Een bericht erover in de VU-krant werd beklad met ‘antizionistische’ haatleuzen. ‘Door 7 oktober is er opeens weer de noodzaak om samen te werken en dingen te organiseren,’ zegt de student international business administration. ‘We moeten weer bewijzen dat wij Joden het recht hebben om te bestaan.’

 

Een Joodse hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam is bang bij naam genoemd te worden. ‘Sinds november blijf ik weg van de campus,’ zegt zij. ‘Toen vond het eerste protest plaats in een van onze gebouwen. In het begin probeerde ik nog naar bijeenkomsten over Gaza te gaan, maar die waren volledig eenzijdig en heel vijandig. Gericht tegen het bestaansrecht van Israël, voor nuance of een andere visie was geen ruimte. De campus is een echokamer geworden voor dezelfde mening. Onze studenten radicaliseren in hoog tempo.’

 

Turksma op zijn beurt ziet aan de VU hoe docenten, vooral bij de geestes- en sociale wetenschappen, ‘hun studenten opjutten om te staken en te demonstreren. Ze delen oproepen tot een intifada revolution, dus tot geweld tegen Joden. Organisaties binnen de VU, zoals de vakbond SRVU, zijn keihard aan het radicaliseren. Daar moet eens onderzoek naar worden gedaan.’