Van alle politici die ik ken, ontmoette ik Schoof als eerste: in 1976

02 oktober 2024Leestijd: 3 minuten
Schoof als voorziter van studentenroeiclub Phocas. Foto: Katholiek Documentatie Centrum

Door Den Haag jaagt een gure wind. De rusteloze politieke cultuur lijkt vergiftigd. Hoe anders was dat veertig jaar geleden? EW-redacteur Eric Vrijsen beschrijft zijn jaren aan het Binnenhof aan de hand van zeven ontwikkelingen. Met de voorspelling dat de democratie een nieuw evenwicht zal vinden. Vandaag de tweede aflevering: De brug als blunder.

Lees hier de eerste aflevering van deze serie:

I: In Den Haag werd zelfs de fatbike cultuurstrijd

Ook veel politici en journalisten kennen elkaar al decennialang. In de wandelgangen kwam ik oude studievrienden tegen. Van alle politici is – curieus genoeg – de huidige premier Dick Schoof degene die ik het eerst ontmoette.

Dat was in september 1976 in de collegebanken van het Instituut Politicologie in Nijmegen. Docent H.J. Aquina gaf bestuurskunde en veel ‘politicologen’ vonden dat saai en burgerlijk. ’s Avonds gingen ze langs de deuren met de Rode Tribune of deelden ze folders uit om arbeiders van de noodlijdende Scholten-Honig-fabrieken te bewegen tot stakingen.

Aan minder luidruchtige studenten als Schoof was die linkse folklore niet ­besteed. Hij was tweedejaars geografie en deed bestuurskunde als bijvak. Lange haren, en doordat hij fanatiek roeide mager als een lat.

Het was prettig dat Aquina het marxisme buiten zijn colleges hield. De docent besprak het ‘incrementalisme’, de politiek van kleine verbeteringen op het bestaande. Zoals de Amerikaanse politicoloog Charles E. Lindblom dat in 1959 al haarfijn uitlegde in De kunst van het doormodderen.

Hard werken

Eric VrijsenEric Vrijsenwerkte bijna 45 jaar in de journalistiek. Na een stage bij NRC Handelsblad begon hij in 1980 bij het Eindhovens Dagblad/Brabants Dagblad. Sinds 1990 werkt hij voor Elsevier/EW.

 

In 1981 werd hij Haags verslaggever. Met onderbrekingen als buitenlandcorrespondent, binnenlandredacteur en economieredacteur, werkte hij in totaal 34 jaar op het Binnenhof.

 

Deze terugblik is het laatste artikel van Vrijsen voor EW. Het is een dankwoord aan zijn Haagse bronnen en vooral aan de trouwe lezers van EW.

Het was de tijd dat het kabinet-Den Uyl aan interne conflicten ten prooi begon te vallen. In de Tweede Kamer hing Hans van Mierlo’s (D’66) ‘geur van wilde beesten’. Debatten werden vaak tot laat in de avond op televisie uitgezonden. De volgende ochtend waarschuwde Aquina dat het niet altijd groots en meeslepend was: ‘Politiek is gewoon hard werken.’ Van al die studenten, knoopte tweedejaars Dick Schoof dat het best in zijn oren.

Aquina had een onderzoek geleid naar de ‘Tolbrug bij Tiel’, een blunder van de provincie Gelderland. In de veronderstelling dat er een rijksweg zou komen, liet de provincie Gelderland alvast een peperdure brug over de Waal bouwen. Den Haag schrapte de snelweg. Later kwam er wel een weg, zij het volgens een ander tracé. Dus lag die lege brug daar zomaar tussen de weilanden.

Blunders helen zichzelf

Aquina schreef er het boek Regeren in modderland over. Het kwam erop neer dat doormodderende politici in verwarrende processen een maximale druk opbouwen, waardoor ze uiteindelijk een ­irrationele beslissing forceren.

Toen ik Dick Schoof decennia later – hij was inmiddels naar de kapper geweest en topambtenaar op Binnenlandse Zaken – weer tegen het lijf liep, was die brug bij Tiel al lang vrijgesteld van tol. Het sterk gegroeide verkeersaanbod had van de kale brug een regionale verbinding gemaakt. Bestuurlijke blunders helen zichzelf. Althans, op de lange duur en ook weer niet altijd.

 

Morgen leest u in deel 3 van deze serie hoe het perspectief van politici op hun kiezers totáál veranderde en wat voor ingrijpende en blijvende invloed dat heeft op de politiek.

Gisteren in deel 1: hoe zelfs de fatbike een cultuurstrijd werd in Den Haag.