De regering heeft geen tegenstand van buiten nodig om problemen te krijgen. Wat is de rol van de echte tegenstanders van de coalitie? De balans na een half jaar.
Het eerste rechtse kabinet sinds tijden heeft nauwelijks te vrezen van de oppositie. Die slaat na een half jaar nog geen bres in het kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB. Voor een crisis heeft het kabinet-Schoof geen oppositie nodig. De regeringsfracties maken de ruzies zelf wel, zo bleek vorige week weer.
De nasleep van het geweld op 7 november in Amsterdam, waarbij op Joden werd gejaagd, leidde tot het vertrek van staatssecretaris Nora Achahbar van Toeslagen en Douane (NSC) en een crisis waarbij het kabinet maar net niet viel.
De oppositie kon vanaf de bank rustig via NPO Politiek en Nieuws toekijken hoe de coalitiepartijen in het Catshuis – dat geen gordijnen heeft, of die bleven open – in crisissfeer bijeenkwamen.
Die week had de oppositie juist punten gescoord door het kabinet te dwingen op zoek te gaan naar een alternatief voor de geplande btw-verhoging op cultuur, sport en media. Dat lukte doordat de coalitie geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. Om het Belastingplan 2025 toch goedgekeurd te krijgen, moesten de regeringspartijen buigen voor de druk van GroenLinks-PvdA, D66, CDA, ChristenUnie, SGP, Volt en JA21.
Voor het eerst kon de oppositie zich laten gelden. Vruchtbaar oppositie voeren is minder eenvoudig dan het lijkt. Is het doel om het kabinetsbeleid te kritiseren, het beleid te beïnvloeden of misschien het publiek naar de mond praten?
Afgaande op grote Kamerdebatten van het aflopende eerste half jaar van het kabinet-Schoof, is het bij de huidige oppositie van alles wat. Een deel van de elf (!) fracties zit meer af te geven op de coalitie dan eigen voorstellen en alternatieven voor het regeringsbeleid te lanceren.
Tijdens debat over Regeringsverklaring al scheurtjes in kabinet
Het begon heftig toen begin juli, 223 dagen na de verkiezingen, eindelijk een kabinet was gevormd. De Kamer debatteerde begin juli over de Regeringsverklaring van het kabinet-Schoof. De oppositie focuste op de primeur van een regering met de PVV. De partijloze premier Dick Schoof werd gesommeerd afstand te nemen van omstreden uitspraken van PVV’ers uit het verleden.
D66-leider Rob Jetten verbaasde door Schoof bij diens Kamerdebuut te dwingen zich persoonlijk te richten tot GroenLinks-PvdA-Kamerlid Esmah Lahlah. Zij draagt een hoofddoek. Schoof moest haar van Jetten in de ogen kijken en zeggen: ‘Een retweet met de tekst “PvdA-hoofddoekje” pik ik niet als minister-president.’ Dat had minister Marjolein Faber van Asiel en Migratie eens getwitterd.
Het was een van de vele ontsieringen in dit geruchtmakende debat, waarin nota bene PVV-leider Geert Wilders, die voor het eerst in twintig jaar meeregeert, de premier net zo hard aanviel als de oppositie en hem ‘slappe hap’ verweet omdat hij de PVV-ministers te weinig zou verdedigen. Wat de kiezer met dit agressieve kabaal moest, was onduidelijk.
Aan D66 blijft de toon van het morele gelijk hangen
Van Jettens optreden bleef vooral de toon van het morele gelijk hangen. Iets wat zijn partij aankleeft. In de peilingen werkt dat niet in haar voordeel. D66, dat zaterdag 23 november in Den Bosch congresseert, is een van de weinige oppositiepartijen die amper vooruitkomen. De partij profiteerde altijd van uithalen naar de ‘ondemocratische partij van Geert Wilders’, maar die strategie lijkt versleten. De PVV-aanhang daarentegen groeit nog steeds. D66 ziet dat blijkbaar ook. Een van de thema’s in Den Bosch is: ‘Wie is er bang voor radicaal-rechts?’
D66 scoort in de peilingen weliswaar iets beter dan de huidige negen zetels, maar het CDA – vijf zetels in de Kamer – zit Jettens partij op de hielen. Als dat zo doorgaat, verliest D66 de vanzelfsprekende rol als regeringspartij en speelt het CDA, dat driekwart eeuw onvermijdelijk regeringspartij was, zich onder Henri Bontenbal weer in die positie.
GroenLinks-PvdA profiteert niet van verlies NSC
En welke oppositiekoers volgt GroenLinks-PvdA? De combinatie blijft in de peilingen met pakweg 25 zetels stabiel. Maar ze profiteert amper van de dalende populariteit van Pieter Omtzigts NSC, terwijl toch een deel van links bij de verkiezingen vorig jaar naar NSC overliep. Fractieleider Frans Timmermans ervoer zijn terugkeer in Den Haag na tien jaar Brussel als een koude douche, wegens het volgens hem hardere politieke klimaat.
Aarzelend zoekt Timmermans zijn weg. Dat GroenLinks en PvdA een fractie vormen, maar nog niet één partij zijn, maakt zijn rol niet eenvoudig. Zeker niet omdat hij ook nog kampt met critici in de PvdA-achterban die weinig zien in de linkse samenwerking.
Timmermans probeert fractie krampachtig bij elkaar te houden
‘Ik zie vooral pogingen om de boel bij elkaar te houden, maar geen heldere markering waar de fractie voor staat. Is het migratie of zijn het economische onderwerpen?’ zegt de Leidse universitair docent Simon Otjes (40), die politieke partijen onderzoekt. Hij noemt de PvdA ‘de bejaardenpartij van Nederland’. GroenLinks staat er met de nadruk op klimaat ver van af, vindt Otjes.
Ter illustratie van de onduidelijke linkse koers wijst hij op Timmermans’ stellingname in het asieldebat. ‘Tegen de NOS zei hij zich te kunnen vinden in de ambitie van het kabinet om asiel “strenger, sneller en soberder” te maken, en tegen BNR dat met verdere versobering van de asielopvang Nederland door een “menselijke ondergrens” zou zakken. Dat komt bij de kiezer erg inconsequent over.’
Is de btw-deal die de oppositie met de regering sloot, een slimme zet? Volgens Otjes vertrouwt de oppositie te veel op de blauwe ogen van minister van Financiën Eelco Heinen (VVD), die 1,2 miljard euro moet vinden voor het gat dat afzien van de btw-verhoging veroorzaakt.
Eigenlijk is oppositie voeren bijna net zo moeilijk als regeren.