Wie sprak welke woorden in de ministerraad uit én was dat racistisch? Die vragen leiden tot een kabinetscrisis in Den Haag na het opstappen van NSC-staatssecretaris Nora Achahbar. Alleen de notulen van de ministerraad kunnen opheldering geven, maar die zijn 20 jaar lang geheim. Zonder blijft het gissen naar de waarheid, schrijft Victor Pak.
Het moest even gisten bij staatssecretaris Nora Achahbar (42) na de ministerraad van maandag 10 november. Daar sprak het kabinet-Schoof over de rellen in Amsterdam na de wedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv. Na afloop van de wedstrijd werd er in de hoofdstad gejaagd op Joodse supporters van de Israëlische club.
Het gesprek ontspoorde, collega’s uit de kabinetsploeg zouden zich in felle, zelfs racistisch hebben uitgelaten. Ook onder meer haar directe collega op het ministerie van Financiën, Eelco Heinen (VVD).
Hij zou, zo melden diverse media, hebben gesproken over antisemitisme in de samenleving dat niet zomaar als pus uit een puist is te knijpen. Ook zou over Jodenhaat als deel van het DNA van sommige bevolkingsgroepen zijn gesproken.
Nora Achabar opgestapt
Voor Achahbar is het reden om te vertrekken. Alleen is de grote vraag voor de samenleving of kabinetsleden zich daadwerkelijk racistisch uitlieten. Daarom vroeg D66-leider Rob Jetten om het openbaren van de notulen. Een enorme stap, die PvdA-GroenLinksleider Frans Timmermans en Esther Ouwehand van Partij voor de Dieren ondersteunen.
De notulen van de ministerraad zijn geheim en worden pas 20 jaar na dato gepubliceerd. Wie eruit lekt kan door de rijksrecherche worden onderzocht en bedreigd worden met vervolging.
Het vroegtijdig openbaren van de geheimen uit de ministerraad komt zelden voor. Bij hoge uitzondering krijgt soms een parlementaire enquêtecommissie, het hoogste onderzoeksmiddel van de Tweede Kamer, toegang tot notulen of een speciale onderzoekscommissie, zoals die naar de oorlog in Irak en het bloedbad in Srebrenica.
Omtzigt ‘sensibiliseren’
Daarnaast werden in 2021 eenmalig notulen van een ministerraad uit 2019 geopenbaard. Dat gebeurde uitgerekend na een lek van de notulen aan RTL Nieuws. Zij melden dat over toenmalig CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt was gesproken. De geopenbaarde notulen staafden dat nieuws. In de ministerraad was gesproken over het ‘sensibiliseren’ van Omtzigt.
Toenmalig premier Mark Rutte (VVD) noemde het openbaar maken een unieke gebeurtenis die waarschijnlijk eenmalig zou zijn. Daar denkt Rob Jetten anders over met zijn oproep om de notulen van de ministerraad voor de tweede keer in drie jaar tijd te openbaren.
Vertrouwelijkheid is groot goed voor ministers
Jetten heeft gelijk dat het de enige mogelijkheid is om écht boven tafel te krijgen wat er op maandag 10 november is voorgevallen. Maar het schept ook een gevaarlijk precedent. De langdurige geheimhouding van de notulen zorgt voor de vertrouwelijkheid van de discussies die de ministersploeg voert. Daardoor zijn de ministers in de ministerraad vrij om hun mening te uiten.
Jetten beroept zich op artikel 68 van de Grondwet. Daarin staat de plicht voor ministers en staatssecretarissen beschreven om Tweede Kamer inlichtingen te geven als zij daarom vragen. Die inlichtingen hoeven alleen gedeeld te worden als die het belang van de staat niet schaden.
Thom de Graaf waarschuwde voor precedent van Rutte
In 2021 besloot de ministerraad onder leiding van Rutte zelf om de notulen te openbaren. Onder het mom van het herstellen van het vertrouwen in het kabinet. Uitgerekend Thom de Graaf, vicevoorzitter van de Raad van State, lid van D66, waarschuwde toen voor een precedentwerking die Rutte creëerde. Met het beroep van de oppositie om de notulen te openbaren is dat waarheid geworden.
Uiteindelijk is het afwachten of een Kamermeerderheid zich achter Jetten schaart. Uitgerekend NSC kan de oppositie daaraan helpen, maar die partij moet eerst beslissen over het lot van het kabinet.