Er waren dit jaar fors meer faillissementen dan in 2023, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Vorig jaar gingen 3.272 bedrijven failliet, tot en met november 2024 al 3.851 —een stijging van 18 procent. Wat zit er achter de stijging van faillissementen na corona? En is er reden tot zorg?
Elk faillissement is natuurlijk anders. Zo lukt het vooral in de handel en de bouw niet altijd om financieel gezond te blijven. Huishoudwinkelketen Blokker ging onlangs ten onder aan instabiel bestuur en een verloren strijd om de aandacht van de klant, die steeds meer online winkelt.
E-bike-fabrikant Stella weet zijn faillissement eerder dit jaar aan leveringsproblemen tijdens de coronacrisis. Daardoor bleef het bedrijf, toen bestellingen uiteindelijk aankwamen, met verouderde onderdelen zitten.
Waarom zijn er zo veel faillissementen?
Drie oorzaken worden het vaakst genoemd:
- Personeelskosten. Om de koopkracht van werknemers in tijden van inflatie op peil te houden, gingen de lonen omhoog.
- Dure grondstoffen. Ook de hoge prijzen van grondstoffen spelen een rol, vooral in de bouw. De vraag is groot, terwijl de oorlog in Oekraïne volgens banken een groot effect heeft op de prijs en beschikbaarheid van grondstoffen. Het massaal geboycotte Rusland heeft immers een grote voorraad gas en metalen. Onder meer de zwartstalen deuren die menig Nederlands opknappertje of nieuwbouwhuis sieren, stegen daardoor in de afgelopen jaren fors in prijs. Het leidt volgens Bouwend Nederland tot conflicten tussen bouwbedrijven en kopers of projectontwikkelaars over wie de kosten moet dragen, die sinds het sluiten van het bouwcontract soms zijn verveelvoudigd. Vaak belandt de rekening, op grond van een verouderd contract, toch bij het bouwbedrijf.
- Corona. Ja, nog steeds. Eén van de belangrijkste oorzaken voor de faillissementsstijging is geen nieuwe ontwikkeling, maar iets wat al vijf jaar geleden begon: de coronacrisis.
Steunmaatregelen
Om de schok van de lockdowns en de strenge regels voor bijeenkomsten voor ondernemers te dempen, voerde de regering in de coronajaren in hoog tempo steunmaatregelen in. De belangrijkste zijn de mogelijkheid van belastinguitstel, de loonsubsidie NOW, de vastelastensubsidie TVL en de inkomensondersteuning Tozo. Volgens het Centraal Planbureau maakte ruim eenderde van de bedrijven gebruik van minstens één van deze regelingen.
Stijging faillissementen na corona: dit betekent de Miljoenennota 2025 voor bedrijfsleven en het mkb
De regelingen voorkwamen tijdens de coronacrisis 12.500 faillissementen, volgens Rabobank. Inmiddels is de coronacrisis ruimschoots voorbij, en moeten bedrijven vaak geld (terug)betalen aan de overheid. Bijvoorbeeld als zij een Tozo-lening hebben gekregen, nog een openstaande belastingschuld hebben vanwege uitstel, of als zij te veel subsidie blijken te hebben gekregen.
Het invorderen van deze schulden duurt vanwege grote personeelstekorten bij de Belastingdienst langer dan gehoopt, maar lijkt inmiddels op gang te komen. Begin dit jaar hadden 210.000 ondernemers nog niet betaald. Samen bedroegen hun schulden 2,5 miljard euro. Voor ondernemers die al in zwaar weer verkeren en schulden hebben, kan invordering door de Belastingdienst de druppel zijn.
De stijging van het aantal faillissementen na corona is dus vooral een inhaalslag. Geen reden tot zorg, kortom?
Nee. Voor de getroffen ondernemers is het vervelend, de rest van het land hoeft zich vooralsnog geen zorgen te maken. Nederland komt uit een periode waarin het aantal faillissementen, vooral dankzij de coronasteun, bijzonder laag lag. In 2021 en 2022 gingen per jaar nog geen 2.000 bedrijven op de fles. Een kunstmatig record, gezien de grote steun van de overheid die daarvoor nodig was.
Dat het aantal faillissementen zou stijgen, was dus te verwachten. Dit jaar gaat de teller in de richting van de 4.000 faillissementen. Dat is iets hoger dan in de pre-coronajaren 2017-2019, maar onvergelijkbaar met de periode daarvoor. Van 2013 tot 2016 gingen jaarlijks gemiddeld bijna 6.200 bedrijven failliet.
De coronasteun redde volgens Rabobank veel bedrijven die anders onnodig failliet waren gegaan. Dat is mooi, maar dankzij de steun bleven ook bedrijven draaien die anders misschien al wel in 2020 of 2021 failliet zouden zijn gegaan. Dat deze bedrijven in de problemen komen doordat de Belastingdienst begint met invorderen, is niet zielig of zorgelijk. Het gros van de bedrijven die steun kregen tijdens corona — en dat waren er meer dan één op de drie — heeft zich immers prima van die periode hersteld.
De stijging van het aantal faillissementen na de coronatijd is dus vooral een broodnodige zuivering van bedrijven die zich ook buiten coronatijd niet kunnen redden zonder overheidssteun. Daaraan lijkt voorlopig nog geen einde te komen. Rabobank verwacht de komende jaren nog ongeveer 1.500 faillissementen van bedrijven die door coronasteun uitstel van executie kregen.