DEN HAAG (ANP) – Minister Ard van der Steur heeft ,,de wenkbrauwen stevig opgetrokken” over uitlatingen van het Meldpunt Internet Discriminatie (MiND) over discriminatie van homo’s door moslims. Hij noemde die donderdag onacceptabel. Omdat het MiND zijn fout heeft toegegeven, is er volgens Van der Steur echter geen reden onmiddellijk de subsidie voor het meldpunt stop te zetten.
Het MiND stelde dat negatieve uitingen over homo’s door moslims geen vormen van discriminatie zijn, maar geloofsuitingen. Dat ontketende op sociale media een storm van verontwaardiging en leidde tot Kamervragen van de onafhankelijke Kamerleden Joram van Klaveren en Louis Bontes. Volgens hen stelt het MiND dat gewelddadige homohaat mag op grond van de islam. Het oproepen tot geweld zou geen probleem zijn als dat gebeurt vanuit de islamitische levensovertuiging.
Dit soort zaken hoort altijd thuis bij het Openbaar Ministerie, aldus de Kamerleden. De islam en andere levensbeschouwingen kunnen nooit worden gebruikt als excuus voor feitelijke discriminatie of het oproepen tot geweld.
Stiekem
Dat is Van der Steur met hen eens. ,,Discriminatie is discriminatie.” De minister gelooft niet dat het MiND slechts op zijn schreden is teruggekeerd door de ophef en stiekem nog altijd achter de oorspronkelijke uitspraak zou staan, zoals Bontes stelt.
Het MiND liet donderdagmiddag – na nieuw onderzoek – weten dat enkele uitingen onjuist zijn beoordeeld. ,,Er is in enkele uitingen sprake van een opruiend karakter en het oproepen tot geweld. In deze gevallen is de context niet van belang.”
De ophef komt op het moment dat de subsidie voor het meldpunt ter discussie staat. Een meerderheid in de Kamer pleitte woensdag voor handhaving van de financiële steun. Volgens PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch speelt het MiND een belangrijke rol bij onder meer het verzamelen van uitingen van groepsdiscriminatie op internet. Onlangs riep homobelangenorganisatie COC nog op het meldpunt te behouden.